De verduurzaming van de gebouwde omgeving, bijvoorbeeld het aansluiten van gebouwen op een duurzame warmtevoorziening, is in het Nederlandse klimaatbeleid een gemeentelijke taak. De vraag is of gemeenten over instrumenten beschikken om dat beleid om te zetten naar regels en of het recht de toepassing daarvan begrenst, bijvoorbeeld omdat regels worden gesteld die eigenaren verplichten tot het wijzigen van hun bouwwerk en energievoorziening in het belang van het tegengaan van klimaatverandering.

In dit onderzoek is onderzocht hoe gemeentelijke sturing op de verduurzaming van de gebouwde omgeving kan worden vormgegeven in het omgevingsplan onder de Omgevingswet. Dat is in de toekomst een belangrijk gemeentelijk instrument voor verduurzaming van de energievoorziening en dit omgevingsplan kan ook onvoorwaardelijke verplichtingen voor eigenaren bevatten. Daarom is onderzocht op basis van welke uitgangspunten in het omgevingsplan regels kunnen worden gesteld voor de energietransitie, en hoe de deze zich verhouden tot regels die worden gesteld met het oog op productie en levering van energie. Daarnaast is verkend of gemeenten kwaliteitseisen kunnen stellen of kosten kunnen verhalen, bijvoorbeeld bij nutsvoorzieningen voor nieuwbouwlocaties. De mogelijkheid van het stellen van onvoorwaardelijke verplichtingen wordt door rechtsbeginselen ingekaderd. Voor bestaande gebouweigenaren geldt bijvoorbeeld dat een verplichting proportioneel moet zijn en voor eigenaar-bewoners geldt daarnaast nog een aanvullende bescherming op grond van het recht op privéleven en woning. Een proportionele verplichting dient zo te worden vormgegeven dat deze uitvoerbaar is, niet verder gaat dan noodzakelijk om het doel te bereiken en niet onevenwichtig te is voor de individuele eigenaar. Het onderzoek concludeert aan de hand van vergelijkbare verplichtingen, waaronder in Duitsland, dat de met een verduurzamingsverplichting gepaard gaande investeringsdwang financieel gecompenseerd moet worden indien deze voor eigenaren binnen de exploitatietermijn niet rendabel is.

Download het onderzoek op de website van Rijksuniversiteit Groningen

Voor meer verdieping PONT | Omgeving , opent in nieuw tabblad

Gerelateerd nieuws

Verslag Privacy Congres 2025: Jaap-Henk Hoepman kritisch op technische ontwikkelingen CSAM, eIDAS en Europese digitale munt

Op de jaarlijkse Privacy Conferentie afgelopen week sprak dr. Jaap-Henk Hoepman over een aantal nieuwe Europese wetten die gebruikmaken van technische oplossingen om privacy te bewerkstelligen. Het gaat om de eIDAS, CSAM en Digitale Euro verordening. Dr. Hoepman leverde technisch inzicht in de privacytechniek die de nieuwe wetten behelzen en gaf zijn kritische opvatting op de gekozen technieken. Zijn conclusie? “Technische standaarden in wetgeving worden veel te weinig ontwikkeld in samenspraak met academici en NGO’s.“ Dr. Jaap-Henk Hoepman is gastprofessor computerwetenschappen aan de Karlstads universiteit en hoofddocent computerwetenschappen aan de Radboud universiteit.

Data & Privacy

'Er moet een emissieplafond in de wet om uit het stikstofmoeras te komen'

De uitspraak van de rechter in de stikstofzaak van Greenpeace stelt de regering voor een vrijwel onmogelijke opgave. Het kabinet moet de stikstofuitstoot binnen vijf jaar enorm beperken, zonder dat boeren weten hoe en wanneer ze aan welke milieueisen moeten voldoen. Nederland komt alleen uit het stikstofmoeras als de Kritische Depositiewaarde uit de wet gaat en vervangen wordt door emissiebeleid. Dat stellen Wim de Vries, Gerard Ros en Wieger Wamelink van WUR.

Klimaat

Kabinet wil met voldoende ruimte voor grote rivieren onnodige waterschade tegengaan

De grote rivieren spelen een belangrijke rol in de waterveiligheid van Nederland. De Rijn, Waal, Maas, Lek en IJssel vangen als gevolg van extremer weer steeds vaker grote hoeveelheden regenwater op. Daarvoor hebben deze rivieren wel de ruimte nodig. Omdat er in delen van het rivierbed tot nu toe nog ruimte was voor ongewenste ruimtelijke ontwikkelingen, zoals woonwijken, vakantieparken en zelfs ziekenhuizen, heeft minister Madlener (Infrastructuur en Waterstaat) de Beleidslijn grote rivieren (Bgr) geactualiseerd. Hierdoor behouden we voldoende ruimte voor waterberging en afvoer, voorkomen we dat nieuwe activiteiten of objecten de toekomstige rivierverruimingen moeilijker of duurder maken en wordt onnodige schade bij bewoners en ondernemers voorkomen.

Omgeving

De opkomst van eigen beleidsvorming in het sociaal domein: kans of bedreiging voor governance?

Het sociaal domein bevindt zich in een periode van ingrijpende verandering. Waar beleidsvorming traditioneel een exclusieve taak van de overheid was, nemen steeds meer organisaties het heft in eigen handen. Gemeenten, zorginstellingen en maatschappelijke organisaties ontwikkelen zelfstandig beleid, zonder te wachten op landelijke kaders. Denk bijvoorbeeld aan de terugtrekking van de VNG uit het Integraal Zorgakkoord of GGZ-instellingen die eigen plannen opstellen voor mentale gezondheidszorg. Deze ontwikkeling roept belangrijke vragen op: wat betekent eigen beleidsvorming voor de governance in het sociaal domein en hoe zorgen we voor een optimale balans tussen innovatie, maatwerk en democratische controle?

Zorg & Sociaal