Hoe hebben we de review aangepakt?

Twee kernvragen stonden centraal in ons onderzoek:

  1. Hoe gaat de kloof tussen zorgvraag en zorgaanbod (landelijk en per regio) zich ontwikkelen?

  2. Wat is het verwachte effect van de acties in de IZA-plannen op deze kloof (landelijk en per regio)?

    Geen makkelijke vragen. Want er gebeurt veel in onze Nederlandse zorg. Dus het is lastig om los van alles wat er gebeurt te bepalen wat het effect is van de set van afspraken uit het IZA. Bovendien zijn veel regio’s nog in de planningsfase of net gestart met het uitvoeren van hun plannen, waardoor de directe effecten nog niet volledig zichtbaar zijn. Daarom kozen we voor backcasting. Dat betekent dat we allereerst hebben gekeken naar waar de regio’s over vijf jaren willen te staan. Vervolgens hebben we gekeken of het aannemelijk is of ze daar met de huidige plannen gaan komen. Dit hebben we gedaan door met AI gesteunde analyse van onder meer de regiobeelden, de regioplannen, de ROAZ-beelden en de ROAZ-plannen doorgenomen.

  3. Kernbevindingen

    De urgentie om de zorg te veranderen is duidelijk. We lezen het steeds weer. Er komt een grote zorgcrisis op ons af. De belangrijkste uitdaging voor de toegankelijkheid van zorg is de toenemende zorgvraag in combinatie met een afname van het aantal beschikbare zorgprofessionals. Grote tekorten en wachttijden dreigen of maken al dat mensen nu niet de zorg krijgen die ze nodig hebben. Vergrijzing speelt hierin een grote rol. Ook wij lezen die teksten dagelijks. En toch was het voor ons toch wel indrukwekkend toen we de cijfers per regio onder elkaar zetten. Er is nu al een tekort van 50.000 mensen in de zorg. De voorspelling is dat dit oploopt tot een tekort van 231.700 mensen in 2033.

    Goede plannen, die soms concreter moeten. Regio’s en de ROAZ hebben hun belangrijkste knelpunten geïdentificeerd en de geplande acties sluiten meestal aan bij de knelpunten. De plannen richten zich op het verminderen van zorgvraag en zorggebruik, het efficiënter organiseren van zorg, en het waarborgen van voldoende zorgpersoneel. De omschreven acties zijn nog niet overal concreet gemaakt en de impact van de activiteiten is lang niet altijd gekwantificeerd. Soms zijn de activiteiten ook nog te algemeen of procesmatig om dit te kunnen doen. Waar effecten zijn gekwantificeerd, lijken deze bij te dragen aan het verkleinen van de kloof tussen zorgvraag en zorgaanbod. Doordat de activiteiten vanuit IZA grotendeels nog in de fase van planvorming zijn, zijn effecten van deze activiteiten nog niet zichtbaar. Daardoor kunnen we nog niet voorspellen in welke mate de IZA-maatregelen in de regio’s gaan bijdragen aan de toegankelijkheid, terwijl het IZA toch al halverwege de looptijd zit.

    Een hoopvol beeld, dat past bij de fase van de transitie. Tegelijkertijd is het aannemelijk dat IZA effect gaat hebben, want de plannen sluiten aan bij de knelpunten. Het beeld uit deze MTR past bij de fase van de transitie waar de zorg nu in zit. We weten inmiddels met elkaar dat de zorg moet veranderen. In het IZA is uitgewerkt hoe deze veranderde zorg er uit moet zien. Hoe we met elkaar tot deze veranderde zorg gaan komen moeten we nog gaan uitvinden. Dat zijn de regio’s op dit moment met elkaar aan het doen, en dat is niet in een jaar gerealiseerd. Het is een proces van vallen en op staan, van elkaar leren, kopiëren wat werkt en stoppen met wat niet werkt. Plannen waarvan met op dit moment grote impact verwacht blijken in de praktijk misschien lastiger te realiseren dan gedacht. En misschien dienen zich kansen aan waar men nu nog niet aan heeft gedacht. Dit hoort allemaal bij de grote transitie opgave die voor ons ligt.

    Hoe nu verder?

    Om de beweging richting toegankelijke zorg voort te zetten, zijn enkele belangrijke stappen noodzakelijk:

    Concretisering en focus: Het is essentieel om plannen verder uit te werken. In die uitwerking moeten concrete acties omschreven worden, en er moet focus worden aangebracht. Regio's zoals Zeeland en Midden Brabant hebben hier al goede voorbeelden van gegeven.

    Lef om te stoppen: Het afbouwen van minder effectieve activiteiten is nodig om ruimte te maken voor nieuwe initiatieven. Hierin moet lef getoond worden door keuzes te maken die soms pijn doen, omdat er extra risico’s genomen moeten worden of omzet moet worden ingeleverd.

    Sterke communicatie: veranderen moet!: Het veranderverhaal moet breed worden uitgedragen om iedereen in de zorgsector mee te krijgen. Het moet iedereen duidelijk zijn dat de verandering essentieel is om in de toekomst nog goede zorg te kunnen garanderen voor hen die het echt nodig hebben

    Verbinden van mooie voorbeelden: Vergelijkbare initiatieven in verschillende regio’s moeten met elkaar verbonden worden om van elkaar te leren en de beweging te versnellen.

    Landelijke randvoorwaarden: Landelijke regie is nodig om randvoorwaarden te creëren die regio’s helpen hun plannen te realiseren.

    Blijven monitoren en vooral: samen leren

    Naast het monitoren van de effecten is het belangrijk om ook de beweging zelf te volgen. Dit draagt bij aan een cyclus van leren en verbeteren, en zorgt ervoor dat er vroegtijdig kan worden bijgestuurd. Ons advies voor de monitoring van het IZA is als volgt:

    Monitoring van effecten: Gebruik landelijke databronnen voor kwantitatieve duiding.

    Monitoring van beweging: Gebruik regionale bronnen om inzicht te krijgen in de werkwijze en voortgang.

    De toekomst van onze zorg hangt af van de gezamenlijke inspanningen en de bereidheid om te leren en aan te passen. Alleen zo kunnen we ervoor zorgen dat zorg voor iedereen toegankelijk blijft, nu en in de toekomst. Reflectieve monitoring is cruciaal om niet alleen de einddoelen maar ook de procesindicatoren te volgen. Dit helpt bij het bijsturen en verbeteren van strategieën.

    Het IZA heeft al veelbelovende eerste stappen gezet. Met de juiste focus en voortdurende monitoring kunnen we blijven werken aan een toekomst waarin zorg voor iedereen toegankelijk is.

    Meer weten over de MTR en ons onderzoek? (1) :

    1. Mid-term review IZA (dejuistezorgopdejuisteplek.nl)

Gerelateerd nieuws

“Dit kan en moet minder” in jeugdzorg niet geloofwaardig

In het regeerprogramma van het kabinet Schoof staan een aantal behartigenswaardige zaken opgetekend over de jeugdzorg. Zo staat er dat nu één op de zeven jongeren een beroep op jeugdzorg doet, waar dit in 2000 nog één op de 27 was. Volgens hetzelfde programma “kan en moet dat minder, want dit is (ook financieel en qua arbeidsmarkt) niet houdbaar”. Om dit beroep te verminderen is het nodig dat er een wet over de inperking van de toegang tot de jeugdzorg in het Staatsblad komt. Het kabinet geeft aan dit te gaan opstellen. Maar hoe geloofwaardig is dit als het Rijk en de VNG dit al in 2021 hebben afgesproken? Het woord wetsvoorstel staat maar liefst 91 keer in het regeerprogramma. Opvallend is dat in tegenstelling tot de meeste wetsvoorstellen er voor deze geen tijdspad is opgenomen. Recent zien we de financiële tekorten in de jeugdzorg verder oplopen. Daarom moet er gekozen worden voor inperking én een inkomensafhankelijke ouderbijdrage.

Zorg & Sociaal

Contracteren integere zorgaanbieders: Begin bij het begin!

Publieke gelden bestemd voor de zorg, horen ook aan zorg te worden besteed. Helaas is dat lang niet altijd het geval. Dat blijkt onder meer uit een interessant onderzoek door de Algemene Rekenkamer in 2022 naar de effectiviteit van zorgfraudebestrijding ‘Een zorgelijk gebrek aan daadkracht’. Ook verschijnen hierover regelmatig berichten in de media.

Zorg & Sociaal

Fondsen zijn een gelijkwaardig alternatief voor financiering kwaliteitsimpulsen

Gemeenten of zorgverzekeraars financieren de levering van zorg via diverse vergoedingen als zorgprestaties, indicaties of zorgzwaartepakketten. Naast het bekostigen van zorg financieren zij ook veel andere taken voor meer kwaliteit zoals de organisatie van aanspreekbare teams in de wijkverpleging, passende zorg binnen de medisch specialistische zorg of het opleiden van nieuwe zorgmedewerkers. Hiervoor maken deze financiers gebruik van verschillende financieringswijzen, zoals een opslag op het tarief, een reservering op het integrale tarief, een taakgerichte lumpsumfinanciering of transformatiegelden.

Zorg & Sociaal

Wet Verbetering beschikbaarheid jeugdzorg: normaliseren in plaats van problematiseren

Zoals iedereen vast nog weet is de jeugdzorg in 2015 op zijn kop gezet door de verantwoordelijkheid bij de gemeenten te beleggen. De decentralisatie is tot stand gebracht met de gedachte dat de gemeente zelf het beste in staat is om op lokaal niveau maatwerk te leveren en domeinoverstijgend te werken. Dit heeft veel ten goede veranderd, maar heeft helaas niet opgeleverd waar op gehoopt was.

Zorg & Sociaal