Gecentraliseerde projectbeoordeling

Het programma optimaliseert de efficiëntie door de beoordeling van projecten op regionaal niveau te centraliseren. In plaats van dat elke individuele gemeente zich over aanvragen buigt, voeren de betrokken partijen gezamenlijk de beoordeling uit. Door een tender uit te schrijven, vergelijken ze ingediende plannen op een transparante manier. Dit stroomlijnt het selectieproces en maakt het effectiever. De gemeenten behouden hierdoor grip op het aantal aanvragen, en realiseren alleen de meest veelbelovende projecten.

Deze aanpak zorgt ervoor dat de meest impactvolle projecten groen licht krijgen, waardoor het programma een belangrijke bijdrage levert aan het oplossen van vraagstukken rondom energieopslag en duurzaamheid.

Sturing binnen de omgevingswet

Het programma biedt gemeenten krachtige instrumenten om te sturen op de locaties, kwaliteit en ontwerp van zonneprojecten. Daarnaast beïnvloeden ze met dit programma andere belangrijke criteria, zoals lokaal eigendom. Zo dragen gemeenten actief bij aan de energievoorziening van de toekomst.

De drie belangrijke ruimtelijke instrumenten

Het ‘Programma Zon op Veld’ zet drie cruciale instrumenten in om de realisatie van zonneweides te begeleiden en grote vraagstukken op te lossen:

  1. Kansenkaart: Dit instrument geeft inzicht in kansrijke gebieden voor zonnevelden, waardoor ontwikkelaars en omwonenden direct weten waar zonne-energieprojecten het meest kansrijk zijn. Het biedt daarmee een heldere routekaart voor duurzame ontwikkeling.

  2. Gebiedsbeschrijvingen: Deze gedetailleerde beschrijvingen geven inzicht in de landschappelijke kenmerken, inpassingsvoorwaarden en aanvullende mogelijkheden binnen de geselecteerde gebieden. Dit biedt een duidelijke leidraad voor ontwikkelaars om projecten te integreren in het landschap.

  3. Afwegingskader: In dit kader staan de minimale eisen en aanvullende wensen waaraan projecten moeten voldoen. Dit zorgt voor een gestroomlijnde beoordeling en prioritering van ingediende projecten, en draagt bij aan een transparant en efficiënt selectieproces.

  4. Regionale samenwerking voor succesvolle zonneprojecten

    Door regionale samenwerking realiseren we de wenselijkheid en haalbaarheid van zonnepanelen op land. Gemeenten en initiatiefnemers begrijpen de kaders vooraf, wat de transparantie en betrokkenheid vergroot. De gezamenlijke inspanningen zorgen niet alleen voor een verbeterde kwaliteit van projecten, maar ook voor een verhoogde efficiëntie in de uitvoering. Op deze manier biedt het programma een krachtige oplossing voor de grote uitdagingen van de energietransitie.

Over de auteurs

  • Anouk Peters

    Anouk Peters werkt als junior Adviseur Leegomgeving bij Ruimtemeesters. Zij heeft met haar studie Sociale Geografie & Planologie aan de Universiteit Utrecht kennis opgedaan over verschillende aspecten van de fysieke leefomgeving. Specifiek het domein van planologie heeft haar interesse gewekt waarin de Omgevingswet een lopende draad was binnen haar studie. Met haar master Spatial Planning heeft zij zich verdiept in de klimaatdoelen van Nederland en wat dit betekent voor de ruimtelijke ordening en het beleid binnen gemeenten. Met dit thema duurzaamheid beschikt ze over actuele kennis voor de toekomst. Deze studies versterken elkaar en geven haar een brede kijk op de leefomgeving. Anouk haar expertise ligt bij het analyseren van leefomgevingen waarin haar wetenschappelijke achtergrond structuur bijzet. Het schetsen van een probleem in combinatie met het zoeken naar een juiste oplossing geeft perspectief voor ruimtelijke ordening vraagstukken.

Gerelateerd nieuws

Nederlandse isolatiemarkt zoekt creatieve oplossingen voor vleermuisbescherming

De Rijksoverheid streeft naar het isoleren van 2,5 miljoen slecht geïsoleerde woningen en gebouwen voor 2030. Het doel: minder CO2-uitstoot en een lagere energierekening. Dit wordt echter bemoeilijkt door de bescherming van vleermuizen onder de Habitatrichtlijn. De richtlijn stelt dat ecologisch onderzoek voorafgaand aan isolatie verplicht is. In 2023 oordeelde de Raad van State dat een isolatiebedrijf deze zorgplicht niet nakwam waardoor, nu een jaar later, de isolatieopgave spaak loopt.

Klimaat

Deltaprogramma 2025: we moeten anders omgaan met te veel en te weinig water

Op Prinsjesdag, heeft minister Madlener van Infrastructuur en Waterstaat namens het kabinet het Deltaprogramma 2025 aangeboden aan de Eerste en Tweede Kamer. Uit dit Deltaprogramma blijkt dat klimaatverandering tot steeds meer knelpunten leidt in ons land. De hoofdboodschap is: we moeten anders omgaan met te veel en te weinig water. De oplossingen hiervoor moeten we ook zoeken in hoe we de ruimte gebruiken en inrichten. Dat moet meer aansluiten bij wat het water- en bodemsysteem aankan.

Huidige koers warmtetransitie leidt tot sociale ongelijkheid

Er is een groot draagvlak in Nederland voor een duurzamere samenleving en zowat iedereen is er wel van overtuigd dat het gebruik van fossiele brandstoffen drastisch moet verminderen. Warmte uit duurzame bronnen als geo-, aquathermie en restwarmte hebben de voorkeur boven die van biomassa of afvalverbranding voor de voeding van collectieve warmtenetten. Woningbouwcorporaties staan aan de lat voor de verduurzaming van hun woningvoorraad en staan met de in april 2020 gemaakte afspraken in “de startmotorkader warmtenetten” ook vooraan in de warmtetransitie.

Klimaat

NVDE: ‘Wij kunnen meer. Een betrouwbare overheid geeft ons vleugels’

Op de dag dat Koning Willem-Alexander de troonrede uitspreekt, komt de Nederlandse Vereniging voor Duurzame Energie met een reactie op de plannen van het kabinet: De kans is groot dat het huidige maatregelenpakket voor klimaatbeleid onvoldoende is om de gestelde doelen voor 2030 te halen, schrijft het PBL vandaag. Het kabinet vergroot zo de kans dat de komende jaren plotseling kostbare maatregelen genomen moeten worden. Minister Hermans kondigde al aan dat zij nieuw beleid gaat invoeren als dit najaar blijkt dat de doelen inderdaad buiten bereik zijn. Daarmee dreigen we een jaar te verliezen.

Klimaat