Minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening gaat de leegstandwet aanpassen om deze effectiever te maken. De aanpassingen zijn erop gericht om leegstand zo veel mogelijk te voorkomen en de periode van leegstand zo kort mogelijk te houden. Zo gaan gemeenten eerder in gesprek met eigenaren van een leegstand pand. Ook wordt de gemeentelijke voordracht van huurders vervangen door een verplichte termijn waarbinnen een woning opnieuw bewoond moet worden. De aanpassingen werden als experiment al ingezet in Amsterdam en Utrecht en bleken daar succesvol.

De Leegstandwet moet ook gaan gelden voor ander vastgoed dan woningen, zoals kantoren en winkels. Gemeenten worden gestimuleerd om proactief beleid te ontwikkelen. In het volkshuisvestingsprogramma moeten zij voortaan aangeven welke maatregelen zij nemen om leegstand tegen te gaan, bijvoorbeeld door het inzetten van een leegstandverordening of andere middelen. Daarnaast wil de minister raamvergunningen invoeren, waarmee verhuurders zoals woningcorporaties in één keer toestemming kunnen krijgen voor tijdelijke verhuur van meerdere woningen binnen een project.

Minister Keijzer stuurde vandaag de evaluatie van de Leegstandwet en het experiment onder de Crisis- en Herstelwet in Amsterdam en Utrecht naar de Tweede Kamer. Met de aanpassingen volgt de minister de aanbevelingen van de evaluatie die werd uitgevoerd door onderzoeksbureau RIGO.

“Leegstand is onwenselijk”, zegt minister Keijzer. “De woningnood is hoog en veel mensen zijn op zoek naar woonruimte. We doen er daarom alles aan om de bestaande gebouwen en woningen zo goed mogelijk te benutten, naast het bouwen van nieuwe woningen. Met het aanscherpen van de Leegstandwet zorgen we ervoor dat huizen zo snel mogelijk weer een nieuwe bewoner krijgen.”

Leegstandwet

De Leegstandwet is ontwikkeld om leegstand van winkels, kantoren en woningen aan te pakken. Door deze wet kunnen gemeenten een leegstandverordening gebruiken om inzicht te krijgen in en op te treden tegen leegstand. Staat een pand onterecht leeg, dan kan een gemeente de eigenaar vragen om de leegstand op te heffen of zelf een huurder voordragen. Daarnaast kunnen eigenaren in bepaalde gevallen ook zelf bij de gemeente een vergunning aanvragen voor tijdelijke verhuur op basis van de Leegstandwet.

De gemeenten Amsterdam en Utrecht deden een experiment met extra mogelijkheden om leegstand aan te pakken, als onderdeel van de evaluatie van de wet. De resultaten hiervan zijn positief. Sinds de invoering in Amsterdam zijn al 430 woningen weer in gebruik genomen.

CBS-monitor leegstand

Uit de recent gepubliceerde CBS-monitor over Leegstand blijkt dat In Nederland  64.000 woningen langer dan een jaar leeg staan; daarvan zijn er ongeveer 12.500 woningen mogelijk te benutten. Bij de rest wordt van de woningen wordt nog wel energie verbruikt of is er een legitieme reden dat ze leeg staan. Er wordt dan bijvoorbeeld gewacht op een sloopvergunning.

Documenten

Kamerbrief bij Evaluatie van de Leegstandwet (2024)

Bovenkant formulier

Gerelateerd nieuws

Wat betekent verzilting voor water, landbouw en natuur?

Steeds vaker dringt zout water ons land binnen, voor een deel als gevolg van klimaatverandering. Wat betekent dit voor het water- en bodemsysteem, voor de landbouw en de natuur? Om dit te onderzoeken, heeft het Rijk samen met STOWA een ambitieus programmaplan opgesteld: ‘Omgaan met zout in landbouw, natuur en waterbeheer’. Voor het jaar 2025 is 400.000 euro beschikbaar om een start te maken. Het doel is een meerjarig kennisprogramma met een budget van ongeveer 1 miljoen euro per jaar.

Omgeving

‘Overheid: werk mét bedrijfsleven aan voldoende en aan schoon water’

Nederland staat voor grote wateruitdagingen – van droogte tot drinkwatertekorten en schoner water. Het bedrijfsleven pakt graag de handschoen op om samen met de overheid te werken aan voldoende beschikbaarheid van water en in de verbetering van de kwaliteit ervan. Dat aanbod doen VNO-NCW en MKB-Nederland in aanloop naar het Commissiedebat water van de Tweede Kamer op 24 september. Beleid wat werkbaar is in de praktijk is daarbij het uitgangspunt.

Omgeving

Bestaanszekerheid vraagt om gezamenlijk beleid over grenzen beleidsterreinen heen

Bestaanszekerheid vraagt om meer dan een voldoende inkomen, stellen de planbureaus SCP, PBL en CPB in de studie ‘Bestaanszekerheid vanuit een bredewelvaartsperspectief’. Zo kunnen ook een slechte gezondheid, onveilige leefomgeving of laaggeletterdheid de bestaanszekerheid aantasten. Beter zicht op alle relevante aspecten, hun samenhang en de verschillen tussen burgers maakt effectiever en efficiënter beleid op dit terrein mogelijk.

Zorg & Sociaal

Wonen of zorg? De juridische scheidslijn in woonzorgvastgoed

De vergrijzing zet onze samenleving op scherp: de vraag naar innovatieve woonzorgconcepten stijgt explosief. Beleggers en ontwikkelaars storten zich massaal op woonzorgvastgoed. Maar juist op het snijvlak van wonen en zorg ontstaan interessante juridische vraagstukken, want wie bepaalt of een woning vooral een thuis is, of toch vooral een zorginstelling? Die scheidslijn is allesbepalend voor de wet- en regelgeving die geldt. Zodra zorg de boventoon voert en wonen ondergeschikt is, veranderen de spelregels drastisch – met grote gevolgen voor huurbescherming en contractuele afspraken. Wat betekent dat concreet voor huurders, verhuurders en zorgaanbieders? En waarom is het cruciaal om de afspraken over huur en zorg glashelder vast te leggen? In deze blog wordt die vraag beantwoord en wordt door Nika Niels en Isa Horstik uiteengezet welke regels van toepassing zijn wanneer wonen en zorg nauw met elkaar verweven zijn.

Omgeving