Uit het onderzoek komt naar voren dat zowel burgers als beleidsmakers het belangrijk vinden dat mensen autonoom zijn in hun keuzes over sport en beweging. Mensen moeten dus vrij zijn om te kiezen. Tegelijkertijd delen zij het ook beeld dat er een verschil is tussen wat mensen willen en wat ze uiteindelijk doen en dat het voor mensen veel uitmaakt of andere mensen in hun omgeving veel bewegen en je dat samen kan doen.

Het autonome mensbeeld weegt zwaar in de voorkeuren voor beleid: de overheid wordt vooral een faciliterende rol toebedeeld, die vooral niet ‘betuttelend’ of dwingend moet zijn. Dat burgers deze voorkeur delen is positief voor de herkenbaarheid van het sport- en beweegbeleid. Tegelijkertijd schuilt er een risico in dit gedeelde mensbeeld. Deze consensus heeft er tot nu toe niet toe geleidt dat mensen voldoende zijn gaan bewegen en kan er voor zorgen dat beleidsoplossingen die op gespannen voet staan met het autonome mensbeeld worden gemist.

Welke opties heeft de overheid binnen het sport- en beweegbeleid?

De overheid kan allereerst mogelijkheden zoeken binnen het dominante mensbeeld, waarbij het beleid wordt versterkt met kleine stappen die op draagvlak kunnen rekenen, bijvoorbeeld door het actief maar vrijblijvend stimuleren van bewegen en/of sporten op het werk, of bewegen een grotere rol te laten spelen in het onderwijs.

Ook kan het onderliggende mensbeeld kan ter discussie worden gesteld. Want het blijkt voor veel mensen niet eenvoudig uit zichzelf voldoende te gaan bewegen, ook als ze dit zelf willen. Dat zou betekenen daadkrachtiger beleid te voeren, met het risico dat mensen dit betuttelend zullen vinden.

Aan een dominant mensbeeld is moeilijk te ontkomen zonder het bewust onder ogen te zien en in andere oplossingsrichtingen te denken. Dat geldt niet alleen voor sport- en beweegbeleid, maar ook voor andere vraagstukken waar het idee van een terughoudende, maar faciliterende overheid en een autonome en verantwoordelijke burger een grote rol speelt.

Voor meer verdieping PONT | Zorg & Sociaal , opent in nieuw tabblad

Gerelateerd nieuws

Uitdagingen bij opmars schone energie: drukt Den Haag het (groene) gaspedaal in?

Terwijl zon en wind wereldwijd doorbreken, stokt de energietransitie hier op een vol stroomnet en financieringsproblemen. Kunnen we van een nieuw kabinet verwachten dat het Nederland “energie geeft”?

Code, chaos en controle: wat overheden van software kunnen leren

De software pionier Douglas McIlroy stelde: ‘De echte held van programmeren, is degene die negatieve code schrijft’, waar negatieve code wordt opgevat als regelreductie. Met steeds minder code dezelfde functionaliteit blijven leveren. Dat houdt systemen agile en sustainable. Datzelfde principe zou de overheid moeten omarmen: negatieve wetsregels — nieuwe wetten die meer wetsregels elimineren dan ze zelf toevoegen.

De toenemende druk op de grond in Nederland

Als je het mij vraagt staat Nederland al jarenlang bekend als dat kleine kikkerlandje waar geen vierkante meter onbenut blijft. Waar we ooit land wonnen op de zee, lijkt de ruimte ons nu langzaam door de vingers te glippen. Van woningbouw tot natuurherstel, van infrastructuur tot energietransitie – de strijd om de vierkante meter is hevig. Ruimtegebrek en grondhonger zijn termen die vandaag de dag heel actueel zijn.

Omgeving

Bedrijven waarschuwen: EU versoepelt duurzaamheidswet tot juridisch moeras

De invoering van de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CS3D) markeert een kantelpunt voor duurzaamheid binnen het Europese bedrijfsleven. De richtlijn moet bedrijven verplichten om mensenrechten- en milieurisico’s in hun waardeketens systematisch op te sporen en aan te pakken.