Uit het onderzoek komt naar voren dat zowel burgers als beleidsmakers het belangrijk vinden dat mensen autonoom zijn in hun keuzes over sport en beweging. Mensen moeten dus vrij zijn om te kiezen. Tegelijkertijd delen zij het ook beeld dat er een verschil is tussen wat mensen willen en wat ze uiteindelijk doen en dat het voor mensen veel uitmaakt of andere mensen in hun omgeving veel bewegen en je dat samen kan doen.

Het autonome mensbeeld weegt zwaar in de voorkeuren voor beleid: de overheid wordt vooral een faciliterende rol toebedeeld, die vooral niet ‘betuttelend’ of dwingend moet zijn. Dat burgers deze voorkeur delen is positief voor de herkenbaarheid van het sport- en beweegbeleid. Tegelijkertijd schuilt er een risico in dit gedeelde mensbeeld. Deze consensus heeft er tot nu toe niet toe geleidt dat mensen voldoende zijn gaan bewegen en kan er voor zorgen dat beleidsoplossingen die op gespannen voet staan met het autonome mensbeeld worden gemist.

Welke opties heeft de overheid binnen het sport- en beweegbeleid?

De overheid kan allereerst mogelijkheden zoeken binnen het dominante mensbeeld, waarbij het beleid wordt versterkt met kleine stappen die op draagvlak kunnen rekenen, bijvoorbeeld door het actief maar vrijblijvend stimuleren van bewegen en/of sporten op het werk, of bewegen een grotere rol te laten spelen in het onderwijs.

Ook kan het onderliggende mensbeeld kan ter discussie worden gesteld. Want het blijkt voor veel mensen niet eenvoudig uit zichzelf voldoende te gaan bewegen, ook als ze dit zelf willen. Dat zou betekenen daadkrachtiger beleid te voeren, met het risico dat mensen dit betuttelend zullen vinden.

Aan een dominant mensbeeld is moeilijk te ontkomen zonder het bewust onder ogen te zien en in andere oplossingsrichtingen te denken. Dat geldt niet alleen voor sport- en beweegbeleid, maar ook voor andere vraagstukken waar het idee van een terughoudende, maar faciliterende overheid en een autonome en verantwoordelijke burger een grote rol speelt.

Voor meer verdieping PONT | Zorg & Sociaal , opent in nieuw tabblad

Gerelateerd nieuws

Welke maatschappelijke veranderingen beïnvloeden beleid in het sociaal domein het meest?

Het sociaal domein staat onder druk door verschillende maatschappelijke veranderingen die het beleid fundamenteel beïnvloeden. Demografische verschuivingen, digitalisering, stijgende kosten, arbeidsmarkttekorten en nieuwe wetgeving dwingen gemeenten tot een andere aanpak. Deze veranderingen vragen om datagedreven beleid, integrale samenwerking en preventieve strategieën die aansluiten bij de werkelijkheid van inwoners.

Zorg & Sociaal

Een stabiel energiesysteem vraagt om stabiel beleid en structurele financiering

In 30 regio’s werken provincies, gemeenten en waterschappen samen met netbeheerders, inwoners en bedrijven aan het grootschalig opwekken van duurzame elektriciteit. Het gezamenlijke doel van 35 TWh in 2030 is nog niet bereikt, maar ligt wel op koers voor 2030. Tegelijk is meer duurzame opwek nodig voor woningbouw, maatschappelijke functies, bedrijvigheid en mobiliteit. Als continuïteit in beleid en structurele financiering uitblijven, komt die voortgang onder druk te staan.

Klimaat

Werkgevers investeren in diversiteit en inclusie, doorstroom en sociale veiligheid blijven uitdaging

Brede inzet op diversiteit en inclusie groeit; organisaties willen verder investeren in sociale veiligheid. De Monitor Charter Diversiteit 2023-2024 laat zien dat organisaties hun D&I-beleid verbreden en inclusie versterken, met toenemende aandacht voor ervaringen van medewerkers.

Nederland met duurzame energie vrijwel immuun voor nieuwe Oekraïnecrisis

Als Nederland overschakelt op duurzame energie stijgen de energiekosten tachtig procent minder bij een nieuwe ‘Oekraïnecrisis’ dan in 2022. Dat blijkt uit een nieuwe studie van TNO, uitgevoerd in opdracht van de Nederlandse Vereniging voor Duurzame Energie (NVDE). Het energiesysteem is dan veel minder kwetsbaar voor plotselinge prijsstijgingen van olie, gas en kolen. Olof van der Gaag, voorzitter van de NVDE: “Duurzame energie is onze beste verzekering tegen energiechantage en prijsschokken.”

Klimaat