Open data IV-3 jaarrekeningen 2023
Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft de eerste plaatsing van de open data IV-3 jaarrekeningen 2023 gepubliceerd. Hierin ontbreken nog de cijfers van 9 van de in totaal 342 gemeenten, die pas met de tweede plaatsing beschikbaar komen. In het cijferbeeld dat volgt, zijn de uitkomsten voor de 9 ontbrekende gemeenten bij geschat.
Investeringen
In 2023 zijn de investeringen van gemeenten eindelijk opgeveerd. De omvang van de (im-)materiële vaste activa op de balans is in 2023 met 4,32% gegroeid. De bevolkingsgroei in 2023 bedroeg 0,73% en de prijsontwikkeling van de bruto overheidsinvesteringen kwam uit op 4,10%. De netto investeringen van de gezamenlijke gemeenten waren daarmee maar een half procent te laag om de kapitaalgoederenvoorraad per inwoner op peil te houden. Dit valt binnen de marge van een normaal investeringsniveau. In een lange reeks van voorgaande jaren was ieder jaar sprake van een flinke daling van de gemeentelijke kapitaalgoederenvoorraad per inwoner. Van het inhalen van deze achterstanden uit het verleden is dus nog geen sprake.
Financieringstekort
Over het jaar 2023 was sprake van een positief exploitatieresultaat van € 1.629 miljoen. Deze middelen zijn ingezet voor het financieren van de netto investeringen van € 3.216 miljoen. Ernaast resteert er door de netto investeringen dus een financieringstekort, waarvoor gemeenten geld leenden. Samen met de mutatie van kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen (+ 61 miljoen), de mutatie van de voorraden (+ 204 miljoen) en de mutatie van de voorzieningen voor voorziene kosten (+ 437 miljoen) bedroeg het financieringstekort in 2023 een bedrag van € 1.415 miljoen. Dit is een tekort van € 79 per inwoner. Uitgedrukt in procenten van het bruto binnenlands product (bbp) bedraagt het tekort 0,13%. Dit is ruim onder het aandeel van 0,34% van het bbp, dat gemeenten van de Europese begrotingsregels hiervoor aan ruimte hebben.
Netto schuld
Met het financieringstekort van € 1.415 miljoen is de netto schuld van gemeenten opgelopen naar € 31,8 miljard.
Daarmee bedraagt eind 2023 de netto schuld € 1.773,- per inwoner. Er zijn 5 gemeenten die hier met een netto schuld van meer dan € 5.000,- per inwoner flink bovenuit steken, en 49 gemeenten zonder schulden. Met de positieve netto investeringen waardoor het balanstotaal toenam, en het oplopen van de schuld is de solvabiliteit van de gezamenlijke gemeenten uitgekomen op 39,6%. Dit is een kleine verbetering ten opzichte van eind 2022 toen de solvabiliteit 37,5% bedroeg. Op individueel niveau hebben 25 gemeenten een solvabiliteit lager dan 20%, maar er zijn geen gemeenten meer met een solvabiliteit onder de 10%.
Gerelateerd nieuws
Aanscherping Leegstandwet na positief experiment in Utrecht en Amsterdam
Omgeving
Water wordt schoner, maar er zijn nog grote uitdagingen
Omgeving
Nederland steunt Oekraïne ook in de digitale oorlog
Data & Privacy
Eerste bindende maatwerkafspraken met zout- en chemiebedrijf Nobian voor versnelde CO2-reductie
Klimaat