Op wie is de richtlijn van toepassing?

De toegankelijkheidsregels hebben betrekking op een breed scala aan producten en diensten, waaronder bepaalde financiële diensten. Deze diensten moeten toegankelijk zijn voor personen met een handicap. Dit zijn personen met een fysieke, mentale, intellectuele of zintuiglijke beperkingen die niet volledig effectief kunnen deelnemen aan de samenleving in hun interacties met anderen.

De financiële organisaties die binnenkort aan de toegankelijkheidsvereisten moeten voldoen zijn: aanbieders van hypothecair of consumptief krediet; beleggingsondernemingen die beleggingsdiensten verlenen als bedoeld in de onderdelen a tot en met d van de definitie van 'verlenen van een beleggingsdienst' als bedoeld in artikel 1:1 Wft; banken die betaalrekeningen (en aanverwante faciliteiten) aanbieden; en betaaldienstverleners die betaaldiensten verlenen of elektronisch geldinstellingen die elektronische geld uitgeven.

Andere financiële diensten moeten ook voldoen aan de toegankelijkheidsvereisten. De nieuwe richtlijn verwijst naar "e-commercediensten". Dit betekent dat toegankelijkheidsregels ook van toepassing zijn wanneer diensten op afstand, via websites of op basis van mobiele apparaten aan een consument worden geleverd. Denk bijvoorbeeld aan een bedrijf dat spaarrekeningen aanbiedt via een online omgeving.

Voor bestaande diensten geldt een overgangsregeling van vijf jaar. Bestaande diensten hoeven daarom tot 28 juni 2030 niet aan de toegankelijkheidseisen te voldoen.

Uitzondering voor micro-ondernemingen

Micro-ondernemingen hoeven hun diensten niet toegankelijk te maken. Dit zijn bedrijven met minder dan 10 werknemers en een jaarlijkse omzet van maximaal €2 miljoen.

Er geldt ook een uitzondering als de naleving van de richtlijn tot een onevenredige last zou leiden. Wel is de dienstverlener verplicht om dit schriftelijk te onderbouwen met legitieme redenen. Het ontbreken van tijd, prioriteit of kennis mag niet als reden worden opgevoerd. Ook moeten de toegankelijkheidsvoorschriften die geen onevenredige last veroorzaken gewoon worden toegepast. De dienstverlener is verplicht om dit iedere vijf jaar opnieuw te toetsen.

Wat houden de nieuwe regels in?

Financiële ondernemingen moeten procedures hebben om ervoor te zorgen dat haar diensten toegankelijk zijn en blijven voor personen met een handicap. De organisatie moet er bijvoorbeeld voor zorgen dat informatie begrijpelijk is en op meer dan één zintuiglijke manier beschikbaar wordt gesteld, en dat elektronische ondertekening mogelijk is.

Daarnaast moet de organisatie rekening houden met veranderingen in haar diensten. Dit kan bijvoorbeeld door toegankelijkheidseisen op te nemen in het product approval proces.

Informatie die over de financiële dienst die aan consumenten wordt verstrekt, moet ook voldoen aan de toegankelijkheidsvereisten. Dat betekent onder andere dat informatie via meer dan één zintuiglijk kanaal beschikbaar moet worden gesteld, en dat deze begrijpelijk moet zijn (maximaal B2 taalniveau). Niet-tekstuele inhoud moet worden aangevuld met een alternatieve weergave van die inhoud. Instructievideo’s moeten bijvoorbeeld ondertiteld worden.

De toegankelijkheidsvoorschriften gelden ook voor identificatiemethoden, paslezers, elektronische handtekeningen en betalingsdiensten, omdat deze nodig zijn voor het sluiten van transacties. Ook moeten websites en diensten op mobiele apparatuur toegankelijk worden gemaakt, door ze waarneembaar, bedienbaar, begrijpelijk en robuust te maken.

Aanpassing algemene voorwaarden

De grootste uitdaging zit hem in de aanpassing van de algemene voorwaarden. Deze moet minimaal onderstaande informatie bevatten: een algemene beschrijving van de dienst in toegankelijk formaat; uitleg over hoe de dienst werkt; en een beschrijving van de manier waarop wordt voldaan aan de toepasselijke Annex I toegankelijkheidsvereisten.

De voorbereiding

Financiële ondernemingen hebben dus nog iets minder dan een jaar om aan de regels te gaan voldoen. Van Geelen adviseert om nu al te beginnen met het in kaart brengen van de producten en diensten die vallen onder de toegankelijkheidsvoorschriften, en om na te gaan of de informatie rondom deze diensten in meer dan een zintuiglijk kanaal beschikbaar is.

Ook adviseert ze om alle communicatie aan een controle te onderwerpen: is alles geschreven in begrijpelijke taal (maximaal B2)? Wacht hier vooral niet te lang mee, want het herschrijven van informatie en aanpassen van algemene voorwaarden kost tijd, dat geldt ook voor het aanpassen van websites en andere mobiele applicaties

Gerelateerd nieuws

De grens tussen hulpmiddel en AI in besluitvorming

Steeds vaker duikt kunstmatige intelligentie (AI) op in bestuurlijke besluitvorming, van vergunningsaanvragen tot asielprocedures. De vraag is dan wanneer een digitaal hulpmiddel als AI wordt beschouwd. En welke verantwoordelijkheden daaruit volgen voor transparantie, toetsing en documentatie.

Groot tekort aan eigen regie bij Nederlandse werkenden

Een grote meerderheid van de Nederlandse werkenden heeft onvoldoende grip op de eigen inzetbaarheid en ontwikkeling. Slechts 29 procent van de werknemers scoort gunstig op persoonlijk leiderschap, terwijl 69 procent inzetbaarheid wél belangrijk vindt. Dat blijkt uit het nieuwe rapport Duurzame inzetbaarheid: Wat leren we van de DIX-benchmark 2022–2025, opgesteld door Berenschot, TNO, NPDI en Johan.nl. Het gebrek aan eigen regie is zorgwekkend, omdat dit een cruciale voorspeller is van duurzame inzetbaarheid op lange termijn.

Zorg & Sociaal

Kleine Kerncentrales in Nederland: waar staan we nu?

Op de weg naar een klimaatneutraal Nederland in 2050 heeft het kabinet de ambitie uitgesproken om uiterlijk in 2035 een vrijwel CO₂-arme elektriciteitsproductie te realiseren. Kernenergie kan daar een rol in spelen, mogelijk niet alleen via grote kerncentrales maar ook via kleine modulaire reactoren (SMR’s).

Omgeving

Europees Parlement zwakt duurzaamheidsregels af: "Verraad aan mens en planeet"

Het Europees Parlement heeft in Straatsburg het zogenaamde Omnibus I-pakket aangenomen, dat de Europese duurzaamheidsregels aanzienlijk versoepelt. Dit besluit, dat door wetgevers als lastenverlichting voor bedrijven wordt gepresenteerd, leidt tot scherpe kritiek van mensenrechten- en milieuorganisaties. Organisaties als Amnesty International en de European Coalition for Corporate Justice (ECCJ) spreken van een ontmanteling van de kern van de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD) en een "verraad aan mens en planeet".