Een minstens zo effectieve optie voor het financieren van kwaliteitsimpulsen is het gebruik van fondsen of subsidies. De inzet van een fonds is namelijk net zo doeltreffend en biedt daarnaast unieke voordelen.

Met een fonds kunnen alle zorgaanbieders hun kwaliteit verbeteren.

In het huidige landschap is het voor kleine aanbieders een hele uitdaging om hun kwaliteit goed te organiseren. Voor het bijhouden van kwaliteit met bijvoorbeeld (bij)scholingen en intervisie is namelijk een zekere schaal nodig. Het zijn vooral de grote aanbieders die dit kunnen organiseren door het grote volume van zorg dat zij bieden. Met een fonds wordt het ook voor kleine aanbieders eenvoudiger om hun kwaliteit te verbeteren. Zie bijvoorbeeld het opleidingsfonds IZA-fonds Wijkverpleging.

Een fonds is eenvoudig te organiseren.

Het opstarten van een fonds of subsidie kan binnen een paar maanden. Met een heldere doelstelling, duidelijke beoordelingscriteria en een eenvoudig, gebruiksvriendelijk aanvraagplatform kan een fonds ingericht worden en de subsidie verstrekt. De overheadkosten bedragen slechts enkele procenten van het totale budget, zeker bij fondsen die jaarlijks terugkeren. Dat is veel minder dan de overheadkosten voor de financiering van zorg via zorgprestaties, indicaties of zorgzwaartepakketten bij gemeentes, zorgverzekeraars of -kantoren.

De administratie voor een fonds hoeft niet veel tijd te kosten.

Fondsen hebben het imago van veel administratieve rompslomp. Dat hoeft helemaal niet het geval te zijn. De verantwoording van een fonds kan bijvoorbeeld weinig tijd kosten door te werken met een bestuursverklaring en met een inspanningsverplichting . Daarbij kost een fonds jaarlijks administratief weinig tijd door het ontbreken van contracterings- of inkoopgesprekken. Met een fonds zijn de totale overheadkosten dus eenvoudig te beperken tot een maximum.

Een fonds maakt gelijke en effectieve ontwikkeling mogelijk.

Financiers kunnen met fondsen ook eenvoudig de kwaliteitsverschillen tussen zorgaanbieders verkleinen door de gelden alleen toe te wijzen aan de organisatie van effectieve initiatieven voor meer kwaliteit. Zorgaanbieders ontvangen dan alleen gelden als zij op een effectieve werkwijze meer kwaliteit organiseren. Voor het bepalen van een effectieve werkwijze kunnen financiers inhoudelijk afstemmen op landelijk niveau en zijn zij niet afhankelijk van de individuele inkoopgesprekken van de lokale personen bij de zorgaanbieders en financiers.

Een fonds geeft inzicht en stimuleert de verdere ontwikkeling.

De organisatie van een fonds is bij voorkeur centraal, zodat de administratie weinig tijd kost. Hierdoor komt alle informatie over de besteding van de gelden binnen op een centraal punt. Deze informatie geeft bijvoorbeeld de impact van de gelden weer en de mate waarop de gestelde doelen zijn behaald. De inzet van een fonds maakt het dus direct inzichtelijk waar in Nederland en in welke mate de interventies worden ingezet. Dit maakt een evaluatie van de effectiviteit van de financiering eenvoudig en vergemakkelijkt ook een gerichte vervolginterventie in een bepaalde regio.

Een fonds biedt mogelijkheden tot nog meer effectiviteit.

Om de overheadkosten laag te houden kunnen financiers ervoor kiezen de organisatie van het fonds zo makkelijk mogelijk te houden. Een fonds kan echter ook met enkele kleine ingrepen zorgdragen voor meer effectiviteit. Zo kunnen zorgaanbieders tijdens het aanvraagproces advies ontvangen van experts voor betere ontwikkelplannen. Ook kan de inspanningsverplichting omgezet worden naar een resultaatverplichting waarbij het uitblijven van impact leidt tot het niet uitkeren van gelden.

Over de auteurs

  • George Braam

    George Braam is Senior Consultant Zorg bij Berenschot. Zijn inzet bestaat vooral uit veel werken. Hij denkt namelijk niet alleen na over welke strategische keuzes hij maakt, maar deze bespreekt hij graag samen en juist als het spannend wordt. Wat hij daarbij belangrijk vind, is dat er niet alleen gepraat wordt over grote vraagstukken of veranderopgaven, maar dat het vooral wordt gedaan in nauwe verbondenheid met de medewerkers. Elke keer probeert hij zo goed mogelijk medewerkers te betrekken en mee te nemen. Dat doet hij door uit te leggen en door te laten zien wat er speelt zodat zij gezamenlijk nadenken over oplossingen en er altijd wat te kiezen valt.

Gerelateerd nieuws

Inspraak burgers: mensen zijn niet verwend – ze willen duidelijkheid

Wat heb je eraan om burgers te vragen naar hun mening over klimaat, zorg of migratie? Meer dan vaak wordt gedacht – want mensen zijn wél bereid verder te kijken dan hun eigenbelang, als je het goed aanpakt, schrijft SCP-directeur Karen van Oudenhoven in deze column.

Brede welvaart vraagt om stevig fundament

Wat betekent brede welvaart in een tijd van ingrijpende maatschappelijke transities? Hoe kunnen we een samenleving vormgeven waarin brede welvaart écht centraal staat? Die vragen stonden centraal tijdens het congres van Institutions for Open Societies (IOS). In een tijd van politieke, sociale en ecologische transities werd duidelijk dat verandering begint bij de systemen die ons dagelijks leven vormgeven.

Aanpak overgewicht vergt nationale strategie

Er is een nationale strategie nodig om overgewicht in Nederland aan te pakken. Zonder samenhangend beleid blijft het toch al hoge aantal mensen met overgewicht alleen maar stijgen, met alle grote gevolgen van dien. Dat schrijven VNO-NCW en MKB-Nederland in een notitie in de aanloop naar het Tweede Kamerdebat over leefstijlpreventie, dat donderdag plaatsvindt.

Zorg & Sociaal

Nederlandse leerlingen kwetsbaar in veranderende wereld

De wereld om ons heen verandert. De arbeidstekorten zijn hoog, de democratie staat wereldwijd onder druk en conflicten belanden via sociale media met grote snelheid in de klas en in de collegezaal. Dat betekent iets voor de manier waarop jongeren de maatschappij toetreden. Het is een kernfunctie van het onderwijs om de toekomstige generatie op te leiden tot actieve burgers die onze democratie zowel dragen als verdedigen. Dit kan het onderwijs natuurlijk niet alleen, maar het heeft daar wel een belangrijke rol in. Veel scholen en instellingen worstelen echter met deze opgave. Dat blijkt onder andere uit de grote hoeveelheid herstelopdrachten die de Inspectie van het Onderwijs geeft op burgerschap en de beperkte burgerschapskennis van onze leerlingen. Ook op andere plekken in het onderwijs liggen kansen om leerlingen en studenten tot ontwikkeling te laten komen. Die kansen moeten we benutten, omdat het juist in tijden van verandering en onrust belangrijk is dat onze jongeren weerbaar en toekomstbestendig zijn. Docenten, schoolleiders en bestuurders verdienen steun bij deze uitdagende opgave. Dat schrijft de Inspectie van het Onderwijs op basis van de bevindingen in de Staat van het Onderwijs 2025.

Zorg & Sociaal