Nationaal Programma Ruimte voor Defensie

Met het oog op de ruimtebehoefte is het ‘Nationaal Programma Ruimte voor Defensie’ (“NPRD”) opgezet, waarin het ministerie samenwerkt met andere overheden om geschikte locaties te vinden voor militaire doeleinden. Recent heeft het ontwerp NPRD ter inzage gelegen, samen met de plan-m.e.r. Inmiddels hebben ruim 1750 partijen een zienswijze ingediend.

De voorkeurslocatie voor een kazerne is Zeewolde. Het ruimtebeslag van deze kazerne is fors: de kazerne moet plaats bieden aan vijf- tot zevenduizend soldaten. Daar is ruim 500 hectare voor nodig. In het ontwerp NPRD vermeldt Defensie over dit terrein: “Er zijn negen woningen en/of bedrijven met een agrarische functie op deze locatie aanwezig. De impact van het amoveren van woning/bedrijven op bewoners en betrokkenen is zeer groot.” Onteigening wordt niet expliciet uitgesloten.

Een ander voorbeeld van de ruimtebehoefte is de munitieopslag in Staphorst. De bestaande opslag wordt uitgebreid tot een opslag die drie tot vier keer groter is dan het gebouw dat er nu staat. Als de plannen doorgaan, dan wijzigt de functie van 44 hectare natuurgrond en 12 hectare agrarische grond naar een militaire functie, als aanvulling op het bestaande defensieterrein.

Maar, Defensie kan niet zomaar overgaan tot het bouwen van nieuwe kazernes/oefenterreinen en het onteigenen van burgers. Eerst moet voldaan zijn aan de juridische vereisten die zijn vastgelegd voor een onteigeningsbeschikking.

Juridische vereisten onder de Omgevingswet

Sinds de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024 is het juridisch kader voor onteigening aanzienlijk veranderd. In deze nieuwe situatie moet de minister een onteigeningsbeschikking geven. Dit kan de minister alleen doen als het onteigeningsbelang een nationaal belang betreft en als de beschikking doelmatig is.

In de onteigeningsbeschikking moet dus worden aangetoond dat de onteigening noodzakelijk is in het algemeen belang, dat ook een nationaal belang moet zijn. Naar verwachting is dit door de minister goed te onderbouwen. Het ontwerp NPRD helpt hierbij. Het ontwerp NPRD onderbouwt namelijk al ten dele dat de uitbreiding van Defensie van nationaal belang is.

Daarnaast moet in de beschikking worden onderbouwd dat de onteigening noodzakelijk en urgent is. Die noodzaak ontbreekt bijvoorbeeld als niet eerst een serieuze poging is gedaan om er met de grondeigenaren via een minnelijk traject uit te komen. Defensie kan pas kan tot onteigening overgegaan als dit overleg aantoonbaar niets oplevert.

Bovendien bepaalt de Omgevingswet dat onteigening alleen mogelijk is als die is gebaseerd op een planologische grondslag. Dit is een:

- vastgesteld omgevingsplan;

- verleende omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, of;

- vastgesteld projectbesluit.

Zo volgt uit artikel 11.6 van de Omgevingswet.

Als de planologische basis er eenmaal is, het minnelijk overleg niet heeft geleid tot overeenstemming, en de onteigeningsbeschikking is gegeven, dan kan het traject om te komen tot daadwerkelijke onteigening daarna nog een langdurig proces zijn. Tegen de onteigeningsbeschikking staan namelijk – uiteraard – rechtsmiddelen open.

Defensie onderkent de maatschappelijke impact van deze procedures. Die is natuurlijk groot. Burgers en agrariërs maken zich zorgen nu het minnelijke overleg al is gestart. Zo schreef de Nieuwe Oogst: “Boosheid, ongeloof en verdriet. Dat brengen de uitbreidingsplannen van Defensie teweeg onder boeren in het Drentse Laaghalerveen. De plannen waarbij bijna 300 hectare landbouwgrond wordt onteigend, slaan in als een bom. 'Hoe kunnen wij verder, en waar?', vragen de boeren zich af.”1 Tegelijkertijd is het niet verwonderlijk dat Defensie al is gestart met gesprekken over grondverwerving, gelet op de lange doorlooptijd van procedures (zowel voor planologie als voor onteigening).

Tot slot

Dat Defensie meer ruimte nodig heeft in deze tijd van internationale spanningen is begrijpelijk. Maar het betekent ook dat agrariërs en burgers geraakt worden door plannen waar ze weinig invloed op lijken te hebben. Hoewel de Omgevingswet duidelijke regels stelt voor onteigening, geeft dat nog geen antwoord op de zorgen en emoties van eigenaren in de betrokken gebieden. Eén ding is duidelijk: het ontwerp NPRD en de minnelijke gesprekken vormen het startschot voor een potentieel langdurig traject.

Over de auteurs

  • Ties Pranger

    Sinds februari 2021 werkt Ties bij Holla in de teams Vastgoed en Overheid. Hij is gespecialiseerd in bestuursrecht, omgevingsrecht, onteigeningsrecht en de Omgevingswet. Binnen deze expertises adviseert Ties onder meer bij wetgevingsvraagstukken, bestemmingsplanvraagstukken en onteigeningsprocedures.

Gerelateerd nieuws

Groei met groen: hoe woningbouw de weg opent voor nieuwe natuur

In een tijd waarin stedelijke omgevingen groeien en de vraag naar woningen toeneemt, lijkt de bebouwing van onze leefomgeving onvermijdelijk. Maar wat als woningbouw niet ten koste gaat van de natuur, maar juist een katalysator wordt voor méér groen? Steeds vaker is woningbouwontwikkeling niet alleen kans om mensen een thuis te geven, maar ook om steden en dorpen leefbaarder, gezonder én mooier te maken. Want waar nieuwe huizen gebouwd worden, kan ook nieuwe natuur bloeien.

Omgeving

Duurzaam bouwen: geen tijd meer te verliezen

Bij het doel van Kabinet Schoof 1 om jaarlijks 100.000 woningen bouwen, was te weinig oog voor de Europese klimaatdoelen. Althans, dat volgt uit het advies ‘Bouwen met toekomst: werken aan woningen van duurzame materialen’ van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli). De noodklok luidt, want de bouwsector met conventionele materialen, zoals beton en staal, is verantwoordelijk voor een aanzienlijk deel van de CO2-uitstoot in Nederland. Dat moet snel veranderen volgens de Rli.

Omgeving

Hubs zijn er voor iedereen

Mobiliteitshubs klinken misschien technisch, maar in de praktijk gaan ze over mensen. En die mensen? Die verschillen per wijk. In deze vierde blog in de reeks De ruimte ligt op straat zoomen we in op de kracht van participatie. Want één ‘ideale hub’ voor heel Nederland? Die bestaat niet. Wat werkt, hangt sterk af van wie er woont, hoe de buurt eruitziet en wat mensen nodig hebben. Onze collega Erik van der Veen deelt lessen uit de praktijk over hoe je bewoners écht betrekt bij het ontwerp van een hub.

Omgeving

Hoe zout wordt het, en wat betekent dat voor water, landbouw en natuur?

De ministeries van LVVN en I&W, Rijkswaterstaat en STOWA hebben een ambitieus programmaplan laten opstellen, getiteld ‘Omgaan met zout in landbouw, natuur en waterbeheer’. De aanleiding is de toenemende verzilting van water en bodem mede door klimaatverandering. Dat levert de nodige kennisvragen op, die in dit plan worden geagendeerd. Voor dit jaar (2025) is 400 duizend euro beschikbaar om een start te maken met de uitvoering. De programmapartners hebben de intentie de komende tijd de financiering voor de looptijd van het gehele meerjarige programma – geschat op 1 miljoen euro per jaar - op tafel te krijgen.

Omgeving