De gemeente van vandaag is anders dan die van dertig jaar geleden. Waar gemeenten vroeger vooral uitvoerders waren van landelijk beleid, hebben gemeenten nu verschillende rollen naast elkaar. En dat heeft directe gevolgen voor het werk van de beleidsmaker. Recent onderzoek van Joëlle van der Meer et al. (2025)1 laat precies zien welke invloed dit heeft op het beleidswerk. Zij analyseerden hoe gevraagde competenties voor ambtenaren bij gemeenten zijn verschoven, door de veranderende rol van gemeenten. Gemeenten vervullen drie verschillende rollen tegelijk: die van de traditionele, resultaatgericht en netwerkgerichte gemeente.

De traditionele gemeente is rechtmatig en bureaucratisch. Beleidsmakers zijn inhoudsdeskundigen en er is een strikte scheiding tussen ambtenarij en politiek. Van de beleidsmaker wordt vooral vakbekwaamheid gevraagd. Juridische kennis, nauwkeurigheid en loyaliteit zijn belangrijke competenties. Dit is bijvoorbeeld relevant voor beleidsmakers die vooral werken met subsidies en verordeningen. Denk aan uitvoeringsregels voor de Participatiewet of toepassingen van milieuwetgeving.

De resultaatgerichte gemeente werkt bedrijfsmatig. Hier gaat het om doelmatigheid, meetbare resultaten en efficiënte uitvoering. Beleidsmakers zijn bekwaam in project-, risico- en programmamangementvaardigheden. Communicatieve vaardigheden en flexibiliteit zijn nodig. Dit is bijvoorbeeld relevant voor beleidsmakers die zich bezig houden met gemeentelijke taken die extern worden ingekocht zoals WMO- en jeugdzorg of bijvoorbeeld afval- en grondstoffenbeleid.

De netwerkgerichte gemeente zoekt samenwerking, co-creatie en werkt in netwerken. Voor de beleidsmakers is het belangrijk dat zij kunnen samenwerken. De communicatieve vaardigheden zijn – anders dan bij de resultaatgerichte gemeente – gericht op het overbrengen van visie, enthousiasmeren, aanjagen en organiseren van commitment. Deze beleidsmaker is creatief, benaderbaar en geduldig. Dit zijn beleidsmakers die een beweging willen creëren met partners. Bijvoorbeeld op het gebied vann inclusiebeleid, leefbaarheid van wijken of duurzaamheidstransities. Zij verbinden partners en faciliteren.

Drie rollen van de gemeente, drie verschillende sets competenties voor de beleidsmaker. Logisch toch?

Het probleem: we stapelen alles op elkaar

Hier wordt het interessant. Het onderzoek van Van der Meer et al. toont aan dat deze drie rollen elkaar niet hebben vervangen. We zijn ze gaan opstapelen. Moderne gemeenten doen alle drie tegelijk.

En dat zie je terug in vacatureteksten. We vragen competenties uit alle drie de werelden van één beleidsmaker. Het gevolg? Rolconflicten en verwarring. Hoe kun je tegelijk nauwkeurige regeluitvoerder zijn én ondernemende projectmanager én empathische netwerkverbinder?

Uitdagingen in de praktijk

Maar (startende) beleidsmakers moeten ook zelf actief aan de slag met de invulling van hun rol. We kunnen beleidsmakers geen eenduidige rolbeschrijving meegeven, maar de beleidsmaker moet onderzoeken hoe diens rol juist wordt ingevuld. Afhankelijk van het beleidsveld, de rol die de gemeente heeft en de fase van beleidsontwikkeling. In het boek ‘Beleidsmaker bij de gemeente – een praktische gids’ worden beleidsmakers hierin begeleid. Het boek biedt (theoretische) context van het werkveld, maar vooral handvatten en de juiste vragen om de eigen rol goed vorm te geven. Als startende beleidsmaker is het onmogelijk direct te weten welke vragen je moet stellen.

In het onderzoek van Van der Meer et al. waarschuwen de onderzoekers voor verkeerde verwachtingen van de functies, een discrepantie tussen de gevraagde en benodigde competenties en rolambiguïteit wanneer individuen onvoldoende informatie hebben over zowel hun taken als hoe ze die moeten uitvoeren. Daarom is het zaak specifieker te zijn over het type beleidsmaker dat nodig is en welke competenties en verwachtingen daarbij komen kijken.

Een praktische gids voor beleidsmakers
‘Beleidsmaker bij de gemeente – een praktische gids’ zorgt voor rust en duidelijkheid voor de beleidsmaker én leidinggevenden en opdrachtgevers. Naast de basis die relevant is voor elke beleidsmaker, zoals de politieke context, P&C-cyclus en schrijfvaardigheden is er uitgebreid aandacht voor de reflectie op de rol van de (startende) beleidsmaker. Met de theorie en opdrachten uit dit boek krijgt de beleidsmakers helder aan welke opgaven zij werken, welke rol zij daarin hebben en hoe zij interne en externe partners kunnen bevragen en inzetten.

Vervolgens biedt het boek alle theorie, vragen en opdrachten om ook de rol van de gemeente op de specifieke opgaven vast te stellen. Met opdrachten en vragen wordt gedefinieerd welke rol de gemeente heeft in de verschillende opgaven en welke rol past bij de verschillende beleidsgebieden. Ten slotte worden er handreikingen gedaan om te reflecteren op de eigen rol en belemmeringen waar beleidsmakers in de praktijk tegen aanlopen.

Dit boek helpt de diverse en zelfbewuste beleidsmakers van de toekomst op weg.

1 Het volledige onderzoek van Joëlle van der Meer et al. (2025) vind je hier: https://www.aup-online.com/content/journals/10.5117/THRM2025.3.010.MEER#abstract_content

Bestel hier het boek

Over de auteurs

Gerelateerd nieuws

Emissiegegevens onder de Wet open overheid: waarom moet de minister informatie over boerenbedrijven openbaar maken?

Emissiegegevens nemen een bijzondere positie in binnen de Wet open overheid (Woo), zoals bevestigd in een recente uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling). Een bestuursorgaan kan de openbaarmaking van deze gegevens niet zomaar weigeren. In deze blog zetten wij uiteen wat de regels voor openbaarmaking van emissiegegevens onder de Woo zijn en bespreken wij de uitspraak van de Afdeling van 24 september 2025.

Data & Privacy

75 jaar Wet op de ondernemingsraden: de ontwikkeling van de ondernemingsraad

In 2025 bestaat de Wet op de ondernemingsraden (WOR) 75 jaar. Wat ooit begon als een bescheiden initiatief om medewerkers te betrekken bij beslissingen binnen bedrijven, is uitgegroeid tot een stevige pijler onder goed ondernemingsbestuur. Voor ondernemers en ondernemingsraden is het medezeggenschapsrecht niet alleen een juridische verplichting, maar ook een strategisch instrument.

‘Onze democratie is geen natuurwet en kan verdwijnen’ – Gesprek met Arne Schaddelee, auteur Zakboek voor kiezers

Iedereen van achttien jaar en ouder mag stemmen, maar waar stemmen we eigenlijk voor? Veel mensen hebben onvoldoende scherp hoe onze democratie werkelijk werkt, is de ervaring van statenlid Arne Schaddelee. Het inspireerde hem tot het schrijven van het deze week verschenen Zakboek voor kiezers – Wat je moet weten over Tweede Kamerverkiezingen. In gesprek met PONT vertelt hij over de kwetsbaarheid van onze democratie, het belang van de democratische rechtsstaat en de risico’s van polarisatie.

Omgeving

Breng balans tussen recht op medezeggenschap en politiek primaat

Medezeggenschap in de overheidssector wordt begrensd door het politiek primaat. Democratisch gekozen organen staan aan de top van de politieke besluitvorming. Ondernemingsraden bij de overheid mogen deze besluitvorming niet doorkruisen. In die situatie heeft de ondernemingsraad (or) geen mogelijkheid tot formele medezeggenschap, zoals het adviesrecht. Dit wordt het politiek primaat genoemd. De SER beveelt aan hier meer balans in te brengen in zijn advies Politiek primaat in de Wet op de ondernemingsraden (WOR).