Pilots met hoge verwachtingen

Recent kwamen er diverse pilots in de media. In die zoektocht wat werkt om gezinnen in armoede en/of schulden te helpen wordt er in Zaanstad onderzocht wat het met arme gezinnen doet als zij 150,- per maand (2) extra krijgen. In Arnhem (3) en Rotterdam (4) wordt onderzocht wat het oplevert als de gemeente of een filantropische instelling de schulden in één klap aflost.

De pilots hebben op het eerste gezicht alle drie een hoge aaibaarheidsfactor. Ze bieden gezinnen in nood een perspectief en ze worden gevolgd door wetenschappers. Dit maakt dat we ervan kunnen leren. Toch past er ook een reserve. Eén van de grote problemen in de aanpak van de schuldenproblematiek is dat er weinig kennis is. Zo weten we dat mensen in de schulden komen door tal van oorzaken. Veel genoemde oorzaken zijn: een te laag inkomen, niet-gebruik van inkomensondersteunende voorzieningen zoals toeslagen, te hoge vaste lasten, marketing en overconsumptie of te beperkte financiële vaardigheden. We weten echter niet welk deel van de schuldenproblematiek wordt veroorzaakt door welke oorzaak.

De pilot in Arnhem wordt uitgevoerd in de armste wijk van Nederland. En Rotterdam is de stad met relatief de meeste huishoudens met geregistreerde problematische schulden. In dat kader ligt het voor de hand dat in beide pilots een substantieel deel van de inwoners afhankelijk is van een inkomen op of net boven het bijstandsniveau. Onderzoek van de Commissie Sociaal Minimum (5) wees vorig jaar uit dat de bijstandsnorm alleen toereikend is voor alleenstaanden met één kind. Voor alle andere huishoudtypen geldt, dat het bij wie gebruik maakt van alle voorzieningen toch niet uit komt. Nieuwe schulden zijn dan haast onvermijdelijk. Kwijtschelden is in deze context dan niet meer dan een tijdelijk doekje voor het bloeden.

Ondoordachte wetswijzigingen

Een gemeenschappelijke deler in de aanpak van de schuldenproblematiek is dat goede bedoelingen vaak niet rusten op een goed uitgewerkte beleidstheorie. Het gevolg is dat hoge ambities en daadkracht de overhand krijgen en het veld te veel nieuwe wetten en pilots over zich heen krijgt die niet leiden tot de zo gewenste substantiële effecten. Ik noem hier twee voorbeelden: vroegsignalering en de duur van schuldregelingen.

Vroegsignalering

In 2021 is de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening zo gewijzigd dat vroegsignalering een gemeentelijke taak werd. De wetswijziging houdt in dat gemeenten de opdracht hebben gekregen om contact op te nemen met burgers die een achterstand hebben op de huur, energie, zorgpremie of water. Bij nog geen tien procent (6) van de meldingen leiden de inspanningen van de gemeente tot het opstarten van een hulptraject. Dit percentage is waarschijnlijk een stuk lager dan de Tweede Kamerleden beoogden toen zij instemden met het wetsvoorstel. Een wetsvoorstel waarbij op pagina 3 van de Memorie van Toelichting (7) letterlijk valt te lezen: ‘Eerder beginnen met het oplossen van problemen en het bereiken van burgers die niet of nog niet in beeld zijn, blijkt te werken.’ Wie de voetnoot volgt die na deze zin verwijst naar vier onderzoeken komt bedrogen uit. Geen van de onderzoeken voert bewijsvoering aan voor deze stelling. Eén van de aangehaalde bronnen betreft een rapport van de inspectie SZW. (8) Daarin valt op bladzijde 9 te lezen: Met de huidige manier van registreren van signalen kan de Inspectie niet aangeven wat met de ingezette methoden van vroegsignalering bereikt wordt. Er was geen goed uitgewerkte beleidstheorie, het wetsvoorstel werd aangenomen en het resultaat is een effect van nog geen tien procent.

Duur schuldregelingen

Voor de duur van schuldregelingen geldt een vergelijkbaar verhaal. Gegrond in onrust over uitblijvende resultaten, diende de Tweede Kamer bij de behandeling van een wetsvoorstel om de toeleiding naar wettelijke schuldsaneringen te vergroten, ingrijpende amendementen (9) in. Door de regelingen te halveren beoogde de Tweede Kamer het gebruik van schuldregelingen een impuls te geven. Het amendement werd breed afgeraden. Zelfs de branchevereniging voor Schuldhulpverlening, de NVVK, raadde de ingreep af. De Tweede Kamer zette toch door. Het resultaat is dat de gemeentelijke schuldhulpverlening en rechterlijke macht het afgelopen haar hun handen vol hadden aan het doorvoeren van wijzigingen en de instroomcijfers nog geen enkel effect (10) laten zien.

Aan het begin van de vorige eeuw schreef Oscar Wilde ooit: In de kunst zijn de goede bedoelingen waardeloos. Alle slechte kunst is het resultaat van goede bedoelingen. Dit zelfde geldt voor de aanpak van de schuldenproblematiek. Aan goede bedoelingen geen gebrek. Het wordt tijd dat de goede bedoelingen worden ingeruild voor goed uitgewerkte beleidstheorieën. Misschien dat er dan perspectief komt voor al die huishoudens die al zo lang worstelen met de ziekmakende problematiek van geldzorgen.

1. https://dashboards.cbs.nl/v5/SchuldenproblematiekInBeeld/

2. https://nos.nl/artikel/2521657-honderden-arme-gezinnen-krijgen-150-euro-extra-per-maand-wat-gaan-ze-ermee-doen

3. https://eenvandaag.avrotros.nl/item/zijn-de-kosten-van-schuldhulp-zes-keer-hoger-dan-de-totale-schuld-wat-armoedewethouder-beweert-kan-niet-waar-zijn/

4. https://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/rotterdamse-filantropische-instelling-betaalt-schulden-af-van-gezinnen

5. https://www.scp.nl/actueel/nieuws/2023/09/28/advies-commissie-sociaal-minimum-landelijke-aanpak-bestaanszekerheid

6. https://www.divosa.nl/publicaties/divosa-monitor-vroegsignalering-schulden-jaarrapportage-2023/divosa-monitor-0

7. https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35316-3.html

8. https://www.nlarbeidsinspectie.nl/publicaties/rapporten/2016/01/15/het-gebruik-van-methoden-van-vroegsignalering-problematische-schulden-door-gemeenten

9. https://www.inview.nl/document/id747edf4ed7e84b57ad507a3ef6adb741/tijdschrift-voor-insolventierecht-wetswijzigingen-wsnp-een-onvoorziene-stevige-verbouwing-van-het-stelsel?ctx=WKNL_CSL_163&tab=tekst

10. https://www.nvvk.nl/page/1439/2023/11/07/Aantal-schuldregelingen-sinds-wetswijziging-nog-niet-toegenomen

Over de auteurs

  • Nadja Jungmann

    Nadja Jungmann is lector en bijzonder hoogleraar schuldenproblematiek aan de Hogeschool Utrecht en trainer gespreksvaardigheden bij Social Force. Zij houdt zich bezig met de vraag hoe financiële problematiek ons dagelijks leven beïnvloedt en hoe armoede en schuldenproblematiek ontregeld kunnen worden. Jungmann studeerde Bestuurskunde in Leiden. Na afronding van haar studie begon ze aan een proefschrift over de effecten van de Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP) op de uitvoering van de gemeentelijke schuldhulpverlening. Direct vanaf de start combineerde ze haar promotieonderzoek met het uitvoeren van beleids- en opdrachtonderzoek bij onder andere Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) en Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK). In de laatste fase van haar promotieonderzoek werkte ze als senior onderzoeker bij de Raden voor Rechtsbijstand waar ze de Monitor gesubsidieerde rechtsbijstand heeft ontwikkeld. Na afronding van haar promotie ging ze als adviseur werken bij het organisatieadviesbureau Hiemstra & De Vries. "Op het gebied van onderzoek en onderwijs excelleert Jungmann, maar ook op zaken als studentbetrokkenheid, exposure en verbinding met de maatschappij scoort Jungmann goed. Jungmann heeft zich ontpopt tot stem in de discussie over schuldenproblematiek, waar zij sinds 2010 onderzoek naar doet." JURY LECTOR VAN HET JAAR 2017 Sinds 2000 is zij actief binnen een internationale onderzoeksgroep rondom schuldenproblematiek die jaarlijks bijeenkomt op het congres van de Law & Society Association. Sinds 2011 is zij één van de coördinatoren van deze groep. Verder besteed Jungmann haar tijd aan: Trainer en adviseur bij Social Force De adviesraad van de NVVK De erkenningscommissie van Movisie Het onderhoud en de ontwikkeling van Mesis Het bijdragen aan de ontwikkeling van Quiet Expertises Schulden en schuldhulpverlening Incasso Juridische beroepspraktijk

Gerelateerd nieuws

Sociaal en Cultureel Planbureau: ongelijkheid zit in je sociale klasse, niet in je woonplaats

In het publieke debat gaat het regelmatig over ‘de kloof’ tussen stad en platteland. Uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) blijkt dat geografische tegenstellingen niet zo belangrijk zijn als het om ongelijkheid gaat. Wat echt telt voor je positie in de maatschappij is niet of je bijvoorbeeld in de Randstad woont of aan de rand van het land, maar of je voldoende hulpbronnen hebt, zoals geld, een sociaal netwerk en een goede gezondheid.

Samen voor kortere wachtlijsten huishoudelijke ondersteuning: hoe goede communicatie het verschil maakt

In veel gemeenten worden inwoners geconfronteerd met lange wachtlijsten in de huishoudelijke ondersteuning. Dit zorgt voor veel problemen. Wachtlijsten zijn misschien niet te voorkomen, maar we kunnen wel beter met de situatie omgaan.

Focus op mensenrechtenbescherming in tijd van politieke en maatschappelijke druk

Mensenrechten staan onder druk: van groeiende ongelijkheid tot aantasting van de rechtsstaat en blijvende discriminatie. In reactie daarop kiest het College voor de Rechten van de Mens voor drie thematische prioriteiten in zijn Strategie en meerjarenplan 2025–2027: Rechtsstatelijkheid, Bestaanszekerheid en Non-Discriminatie.

Afname van plaatsingen gesloten jeugdhulp, maar druk en verblijfsduur neemt toe

Jeugdzorg Nederland publieert de factsheet JeugdzorgPlus. In 2024 is opnieuw een duidelijke daling zichtbaar in het aantal unieke jeugdigen dat werd geplaatst in de JeugdzorgPlus: sinds het piekjaar 2017 (1.533 unieke plaatsingen) is het aantal met 57% gedaald. Deze ontwikkeling laat zien dat de ingezette koers om plaatsingen te voorkomen en JeugdzorgPlus af te bouwen effect heeft. Tegelijkertijd signaleert Jeugdzorg verschillende knelpunten, zoals langere verblijfdsduur en niet-passende zorg voor jongeren met een complexe hulpvraag.