“Er is een nationale noodtoestand”, trapt Keijzer, nummer twee op de lijst van BBB, het debat af. “Alle heilige huisjes moeten omver. De gedachte dat de overheid dit gaat oplossen, is bizar.”

Mutluer, nu Tweede Kamerlid voor de PvdA en nummer tien op de lijst van GroenLinks-PvdA, gooit het over een andere boeg: “Wonen is een basisrecht en een basisvoorziening. De overheid moet juist nog meer de regie pakken. Woonminister Hugo de Jonge heeft al een aantal stappen gezet, maar het is nog niet voldoende.”

Het debat, geleid door Floris Lazrak, toont het fundamentele verschil in hoe de partijen naar wonen kijken. De kern van hoe BBB de wooncrisis wil oplossen: het aanbod van woningen moet flink omhoog. Meer woningen, lagere prijzen, is de redenering. Van regulering wil de partij niks weten.

In tegenstelling tot GroenLinks-PvdA. Van die partijen mag de regulering van de woningmarkt juist nog wel wat strenger. Niet alleen middenhuur maar de hele huursector moet aan banden gelegd, staat in het partijprogramma. Verder stijgen huren als het aan deze partijen ligt maximaal met de inflatie of lonen, dus de 1 procent opslag die er nu is, moet verdwijnen. En grondbezitters die het vertikken om te bouwen, moeten aangepakt.


‘De markt gaat dit niet oplossen’


“Warme woorden”, reageert Keijzer op de oproep tot meer regie door Mutluer. “Maar je moet ook kijken naar de praktijk. Deze warme woorden leiden tot een kille situatie op de woningmarkt. Een woning bouwen kost geld, en dat moet terugverdiend. Als dat niet gebeurt, wordt er niet gebouwd. Daar kan je van alles van vinden. Maar we moeten meer woningen krijgen. De plannen van GroenLinks-PvdA zorgen juist voor minder aanbod.”

Mutluer volgt die redenering “totaal niet”, zegt ze. “We hadden de laatste jaren een woningmarkt. En de prijzen stegen enorm. Volkshuisvesting stond niet op één, en daar zien we nu de effecten van. Woningen die worden opgekocht door malafide bedrijven voor arbeidsmigranten, particulieren met meerdere panden die woningen voor 1.500 euro verhuren, en verpaupering in de wijken. De markt gaat dit niet oplossen.”

Het gat tussen hoe de BBB en GroenLinks-PvdA de wooncrisis willen temmen, is exemplarisch voor de spagaat waar woonminister Hugo de Jonge nu in zit. Hij introduceerde plannen om middenhuur ook te reguleren, maar wordt tegelijkertijd geconfronteerd met tegenvallende bouwcijfers. Dat komt door de hogere rente en stijgende bouwkosten, maar volgens marktpartijen speelt ook zeker het dreigende overheidsingrijpen een rol.

De minister maakte dus bekend de ‘nieuwbouwopslag’ te willen verhogen naar 10 procent. Nieuwe huurwoningen mogen dan duurder verhuurd. Dat moet garanderen dat er de komende jaren nog wel wordt gebouwd.


Tijdelijke huurcontracten


Bij het dereguleren waar de BBB voor pleit horen ook tijdelijke huurcontracten. De partij stemde in de Tweede Kamer vóór het afschaffen van tijdelijke contracten, maar keerde zich tegen in de Eerste Kamer.

“Tijdelijke contracten moeten mogelijk blijven. In linkse kringen wordt verhuur van bijvoorbeeld een tuinhuisje of een zolder als verschrikking gezien. Maar verhuurders leggen door fiscale maatregelen nu toe op verhuur. Hospita’s, waar gigantische kansen liggen, doen het niet meer. Want na negen maanden zit je vast aan die huurder. Soms heb je problemen met die huurder. En het is jóuw huis”, zegt Keijzer erover bij het debat.

In haar pleidooi voor tijdelijke huurcontracten verwijst Keijzer veelvuldig naar de kleine particulier die graag een deel van zijn huis wil verhuren. Denk aan mensen met een tuinhuisje, aan een ‘omaatje’ die een zolder over heeft en die graag beschikbaar stelt aan een student. Maar met die insteek doe je het voorstel om tijdelijke contracten af te schaffen geen recht, brengt Mutluer daartegen in. Het gaat volgens haar om pandjesbazen die veel woningen verhuren voor hoge prijzen.

“Het gaat niet om dat omaatje dat een zolder wil verhuren. Het gaat niet om de groep die jij beschrijft. Als je zegt dat huren weer een basisvoorziening moet zijn, is het gek als je na twee jaar weer weg moet bij je pandjesbaas. Dat kan niet, in een tijd van woningnood. Daarom ben ik groot voorstander van het initiatiefvoorstel”, aldus de GroenLinks-PvdA-kandidaat.

Het is overigens de vraag of tijdelijke huurcontracten het aanbod van particuliere huurwoningen daadwerkelijk vergrootten. Een evaluatie van de Wet doorstroming huurmarkt 2015, waarmee de tijdelijke contracten werden geïntroduceerd, vond geen causaal verband tussen hoger aanbod en flexcontracten.


‘We delen dat er een noodtoestand is’


Als je het makkelijker wil maken voor mensen om woningen te delen, zijn andere maatregelen nodig dan tijdelijke huurcontracten, zegt Mutluer. Ze noemt bijvoorbeeld de kostendelersnorm, die mensen met een bijstandsuitkering nu kort als zij samenwonen. Een voorstel waarin GroenLinks-PvdA en BBB elkaar vinden: ook Keijzer pleit bij het debat meermaals voor het afschaffen van deze norm.

Maar daar stoppen de overeenkomsten wel. “Ik ben het met je eens dat wonen een basisrecht is. Maar jullie voorstellen zorgen in de praktijk voor minder woonplekken in de verhuur. We moeten juist zorgen voor meer woonplekken”, begint Keijzer haar slotbetoog. Mutluer pareert: “Wonen is geen verdienmodel.” “Een ‘frame”, reageert Keijzer. “Maar we delen dat er een noodtoestand is.”


Tijdens deze verkiezingscampagne rond de Tweede Kamerverkiezingen organiseert PONT drie debatten over prangende actuele thema’s. Kijk de debatten hier. Onder leiding van moderator Floris Lazrak gaan zes kandidaat-Kamerleden in drie rondes met elkaar in debat. In de eerste ronde kruisen Mona Keijzer (BBB) en Songül Mutluer (GroenLinks/PvdA) de degens over de woningmarkt en huisvesting, in de tweede ronde debatteren Hans Vijlbrief (D66) en Don Ceder (CU) over financiële bestaanszekerheid en in de laatste ronde spreken Frank Wassenberg (PvdD) en Diederik Boomsma (NSC) over onderwijs, jeugdzorg en opvoeding.