Volgens het CBS zijn er in Nederland ongeveer 26.000 mensen dak- of thuisloos. Een grove onderschatting, zeggen belangenorganisaties. Zij spreken van mogelijk 100.000 dak- en thuislozen
Bij het PONT-debat over wonen gaan Songül Mutluer, nummer tien op de lijst van GroenLinks-PvdA en Mona Keijzer, nummer twee op de lijst van de BBB, in discussie over hoe deze mensen weer een dak boven hun hoofd kunnen krijgen. Floris Lazrak is debatleider.
Dakloosheid is geen natuurverschijnsel. Deze ernstige schending van het recht op wonen is het gevolg van beleidskeuzes, zegt Michelle van Tongerloo, straatarts bij de Pauluskerk in Rotterdam in een inleidende video tegen de politici. Als “kanarie in de kolenmijn” ziet zij de groep dakloze mensen groeien en diverser worden. Rond 2016 zag zij veel ongedocumenteerde mensen op haar spreekuur. In 2018 kwamen daar dakloze arbeidsmigranten bij, in 2020 mensen met een verslaving en gedragsproblemen, en nu steeds meer economisch daklozen.
“Wat voor hen allen geldt: eenmaal dakloos zie ik zorgproblemen snel verergeren en problemen snel complexer worden”, zegt Van Tongerloo. Van de politici wil ze dus weten: “Wat gaan de partijen doen om te zorgen dat de diverse groep dakloze mensen weer een thuis krijgt?”
Housing first en kostendelersnorm
“Laten we beginnen met meer betaalbare woningen bouwen. We zien veel groepen daklozen. Dat heeft te maken met het tekort aan sociale huurwoningen. Ik ben groot voorstander van 30 procent sociale woningvoorraad in alle gemeenten. Daar zit nu een enorme disbalans in”, reageert Mutluer.
Ze ziet ook een oplossing in housing first. Dat is een aanpak met als kerngedachte dat dakloosheid een woonprobleem is. Zorg dus dat dakloze mensen eerst een huis hebben, daarna kan je werken aan andere problemen, is het idee. “Housing first-projecten zijn heel interessant. Daarbij maak je met de corporaties afspraken om een deel van hun bezit aan kwetsbare groepen aan te bieden, met ambulante zorg”, zegt Mutluer. GroenLinks-PvdA willen dus ‘basiswoningen’ realiseren. Mensen uit de maatschappelijke opvang kunnen daar gaan wonen, waarna ze door kunnen stromen naar reguliere woningen. Mutluer: “Dan moeten die woningen er natuurlijk wel zijn, en daar moet je als Rijk op sturen. Ik maak me hier enorme zorgen over, maar de oplossing is er.”
“Dakloosheid komt doordat er te weinig huizen zijn”, zegt ook Keijzer. Er is wel maatwerk nodig, vindt de politica. “Je hebt mensen die dakloos zijn door een scheiding, door psychiatrische problemen, door ontslag, of door verslaving. Housing first, wat veel gemeenten wat mij betreft goed doen, moet je doen voor bij wie dat kan. Maar zorg ook dat mensen woningen mogen splitsen, schaf de kostendelersnorm af, zorg dat een verhuurder niet bang hoeft te zijn om nooit meer van een huurder af te komen, en maak het mogelijke om op grotere erven te verhuren. Zo kan je heel snel meer woonplekken creëren voor deze mensen.”
Mutluer kan zich er deels in vinden. “Die 30 procent sociale huur onderaan de streep, dat gaat nog wel even duren. In de tussentijd moeten we inderdaad inzetten op dingen als tijdelijke woningen en het afschaffen van de kostendelersnorm.”
‘Sterker verankeren in de grondwet’
Dat housing first een goede oplossing is voor dakloosheid, werd eerder al erkend door staatssecretaris Maarten van Ooijen en minister Hugo de Jonge. Met ‘wonen eerst’ willen zij een einde maken aan dakloosheid. Een goed idee, reageerden experts op de plannen, maar ze zijn te vrijblijvend. Gemeenten kunnen gewoon nog door met hun oude beleid gericht op opvang in plaats van structurele huisvesting.
Het raakt aan hoe het recht op wonen wettelijk is vastgelegd. Het is opgenomen in artikel 22, lid 2 van de Grondwet. “Bevordering van voldoende woongelegenheid is voorwerp van zorg der overheid”, staat daar. Een inspanningsverplichting, dus. Volgens straatarts Van Tongerloo moet dat anders. “Zijn jullie bereid om de Grondwet aan te passen zodat het recht op wonen daadwerkelijk een recht wordt, en geen vage inspanningsplicht?”, vraagt zij aan Keijzer en Mutluer.
Mutluer is enthousiast. “Ik geloof dat wonen een basisrecht is, en dat moeten we grondwettelijk verankeren. Bestaanszekerheid is gelinkt aan een dak boven je hoofd. We weten hoe stressvol het is als je geen woning hebt. Ik ben er niet vies van om dat wettelijk te verankeren.”
Keijzer ziet een grondwetswijziging minder zitten. Ze waarschuwt voor burgers die dan naar de rechter stappen om een woning van een verhuurder op te eisen. “Terwijl we ook het eigendomsrecht hebben. Dan leg je het probleem van falend beleid bij een rechter. Dit is een systeemdiscussie die niks doet aan wat wij beiden erkennen, namelijk dat er veel te weinig woningen zijn. Laten we onze energie daar op inzetten.
Mutluer kan de redenering lastig volgen, reageert ze. “De overheid verzaakt in het goed regelen en organiseren van betaalbare woningen. Als je het recht op wonen steviger verankert in de grondwet, geef je dat een zet. Dan kunnen we dakloosheid bestrijden. Het gaat om erkennen dat we dit belangrijk vinden.” “In gelul kan je niet wonen”, pareert Keijzer met een citaat van wijlen PvdA-Kamerlid Jan Schaefer. “Dat geldt ook een beetje bij deze discussie. Het wel of niet aanscherpen van iets wat al in de Grondwet staat, gaat niet leiden tot meer woningen.” Mutluer: “Het alleen maar opschrijven is natuurlijk niet de oplossing, daar zijn we het volledig over eens. Het gaat erom dat je het recht op wonen als waarde in de wet opneemt, zodat deze zorgplicht niet is overgeleverd aan politieke grillen. Dat een overheid niet kan zeggen: de woningmarkt is af.”
‘Voor Nederlanders’
Dat de groep dakloze mensen divers is, werd recent bevestigd door een telling in Noordoost-Brabant. Maatschappelijke organisaties telden in die regio bijna 1.500 dak- en thuislozen. Een derde was vrouw, 40 procent was jonger dan 27 jaar, en er waren 54 verschillende nationaliteiten.
Voor wie moeten we dan als eerste voor woningen zorgen, vraagt debatleider Lazrak. Keijzer, resoluut: “Voor Nederlanders. Ongeacht waar ze vandaan komen, ongeacht herkomst en religie. Dak- en thuislozen, daar zit alles bij. Vluchtelingen, statushouders, werklozen, mensen met een verslaving. Je moet voor al die groepen bouwen. Zodat er voor iedereen een plekje onder de zon is. Maar je moet ook wel iets doen aan de instroom van migranten. We krijgen er elk jaar zo’n 120.000 mensen erbij. Dan kan je van je leven niet genoeg bouwen.”
Dat de politiek iets moet doen aan arbeidsmigratie, kan Mutluer op zich beamen. Maar maak migranten niet de zondebok van de wooncrisis, zegt ze stellig. “Laten we niet alle problemen van de woningmarkt afschuiven op mensen uit het buitenland. Dat is maar een deel van het probleem. Het probleem van de wooncrisis hebben we zelf veroorzaakt.”
Tijdens deze verkiezingscampagne rond de Tweede Kamerverkiezingen organiseert PONT drie debatten over prangende actuele thema’s. Kijk de debatten hier. Zes kandidaat-Kamerleden gaan in drie rondes met elkaar in debat. In de eerste ronde kruisen Mona Keijzer (BBB) en Songül Mutluer (GroenLinks/PvdA) de degens over de woningmarkt en huisvesting, in de tweede ronde debatteren Hans Vijlbrief (D66) en Don Ceder (CU) over financiële bestaanszekerheid en in de laatste ronde spreken Frank Wassenberg (PvdD) en Diederik Boomsma (NSC) over onderwijs, jeugdzorg en opvoeding. De debatten worden geleid door Floris Lazrak. Hij is partner bij AEPB Onderzoek en Advies, portefeuillehouder financiën bij Humanitas en vice-voorzitter/penningmeester bij MUG Magazine.