Due diligence is een proces dat bedrijven gebruiken om hun (negatieve) impact op mensenrechten, arbeidsrechten en het milieu te identificeren, voorkomen en af te wenden. Gender Responsive Due Diligence (hierna: GRDD) voegt hieraan toe dat in elke stap van dit proces een genderlens wordt gebruikt om de impact op vrouwen te identificeren, te verminderen en bij te dragen aan gendergelijkheid. Dit betekent het onderkennen dat negatieve effecten vaak onevenredig hard aankomen bij vrouwen en andere kwetsbare groepen.

Intersectionele genderlens

De intersectionele genderlens is een belangrijk onderdeel van GRDD. Deze lens houdt rekening met de overlapping van verschillende identiteitsaspecten en hoe deze leiden tot specifieke kwetsbaarheden. Naast gender gaat het dan bijvoorbeeld om LHBTIQ+ identiteit, migratiestatus, handicap en leeftijd.

CSDDD biedt kansen voor vrouwenrechten en gendergelijkheid

De implementatie van GRDD in de CSDDD biedt verschillende kansen om de positie van vrouwen in internationale waardeketens te versterken en gendergelijkheid te bevorderen. Het kan leiden tot betere bedrijfsresultaten, doordat het aanpakken van misstanden in de waardeketen bijdraagt aan de gezondheid, veiligheid en tevredenheid van medewerkers, wat personeelsverloop, uitval en productiviteit positief beïnvloedt, terwijl gendergelijkheid op de werkvloer aantoonbaar leidt tot betere financiële resultaten.

Daarnaast kan de CSDDD de loonkloof verkleinen, doordat het streeft naar een leefbaar loon, waarvan vrouwen, oververtegenwoordigd in laagbetaalde banen en onderhevig aan ongelijke beloning, in het bijzonder zouden profiteren. De CSDDD kan ook leiden tot verbeterde toegang tot de rechter, omdat het makkelijker wordt om bedrijven aansprakelijk te stellen voor het niet naleven van de due diligence-verplichtingen, wat de druk kan vergroten om de mensenrechten, inclusief die van vrouwen, te beschermen.

Ten slotte kan de CSDDD leiden tot meer samenwerking tussen bedrijven en stakeholders, wat kan leiden tot meer aandacht voor gendergelijkheid en een inclusieve sociale dialoog.

Risico’s van een genderblind beleid

Er kleven echter ook risico’s aan de implementatie van de CSDDD, met name wanneer er geen rekening wordt gehouden met een intersectionele genderlens. Ten eerste bestaat het risico dat gendergerelateerde ketenrisico’s onopgemerkt blijven en niet worden aangepakt als de CSDDD genderblind wordt toegepast.

Ten tweede is er een risico op een beperkte aanpak van gendergerelateerd en seksueel geweld, aangezien het ILO-verdrag C190 over geweld en intimidatie op de werkvloer niet is opgenomen in de annex van de CSDDD.

Ten derde vallen sectoren met veel vrouwelijke werknemers, zoals textiel en landbouw, buiten de reikwijdte van de CSDDD, omdat deze alleen van toepassing is op bedrijven met meer dan 1000 medewerkers en een omzet van 450 miljoen.

Tot slot ondervinden vrouwen structurele barrières om toegang te krijgen tot de rechter, wat het lastiger maakt om hun rechten te beschermen, zelfs wanneer de CSDDD van toepassing is.

Aanbevelingen voor een inclusieve implementatie

WO=MEN pleit ervoor GRDD expliciet in de Nederlandse wet op te nemen. Concrete aanbevelingen zijn onder andere:

  • GRDD expliciet opnemen in de wettekst

  • Vrouwenrechtenverdragen als CEDAW en ILO C190 opnemen

  • Gebruik van gender-gedesaggregeerde data bevorderen

  • Duidelijke richtlijnen voor betekenisvolle betrokkenheid van stakeholders, met speciale aandacht voor kwetsbare groepen

  • Maatregelen versterken om de toegang tot recht te verbeteren, met aandacht voor de obstakels die vrouwen ondervinden

De CSDDD biedt de kans om gendergelijkheid in internationale waardeketens te bevorderen. Door GRDD met een intersectionele genderlens te implementeren, kan de Nederlandse regering zorgen voor een wet die daadwerkelijk bijdraagt aan een rechtvaardige en duurzame wereld waarin de rechten van alle vrouwen wordt beschermd.

Klik hier voor het rapport ‘Gendergelijkheid in waardeketens: Suggesties voor de implementatie van de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD)’

Gerelateerd nieuws

Welke maatschappelijke veranderingen beïnvloeden beleid in het sociaal domein het meest?

Het sociaal domein staat onder druk door verschillende maatschappelijke veranderingen die het beleid fundamenteel beïnvloeden. Demografische verschuivingen, digitalisering, stijgende kosten, arbeidsmarkttekorten en nieuwe wetgeving dwingen gemeenten tot een andere aanpak. Deze veranderingen vragen om datagedreven beleid, integrale samenwerking en preventieve strategieën die aansluiten bij de werkelijkheid van inwoners.

Zorg & Sociaal

Werkgevers investeren in diversiteit en inclusie, doorstroom en sociale veiligheid blijven uitdaging

Brede inzet op diversiteit en inclusie groeit; organisaties willen verder investeren in sociale veiligheid. De Monitor Charter Diversiteit 2023-2024 laat zien dat organisaties hun D&I-beleid verbreden en inclusie versterken, met toenemende aandacht voor ervaringen van medewerkers.

Groot tekort aan eigen regie bij Nederlandse werkenden

Een grote meerderheid van de Nederlandse werkenden heeft onvoldoende grip op de eigen inzetbaarheid en ontwikkeling. Slechts 29 procent van de werknemers scoort gunstig op persoonlijk leiderschap, terwijl 69 procent inzetbaarheid wél belangrijk vindt. Dat blijkt uit het nieuwe rapport Duurzame inzetbaarheid: Wat leren we van de DIX-benchmark 2022–2025, opgesteld door Berenschot, TNO, NPDI en Johan.nl. Het gebrek aan eigen regie is zorgwekkend, omdat dit een cruciale voorspeller is van duurzame inzetbaarheid op lange termijn.

Zorg & Sociaal

Uitstel wet loontransparantie: wat betekent dit voor uw organisatie?

De invoering van de Wet implementatie Richtlijn loontransparantie mannen en vrouwen laat langer op zich wachten dan gepland. Het oorspronkelijke tijdpad voor behandeling en inwerkingtreding blijkt niet haalbaar en de wetgever heeft aangegeven dat er meer tijd nodig is om de regels zorgvuldig uit te werken. De invoering in Nederland schuift daarmee op: waar Europa eist dat de regels uiterlijk 7 juni 2026 zijn ingevoerd, mikt de wetgever nu op een nationale inwerkingtreding per 1 januari 2027.