Opinie door prof.dr. Martin Buijsen, hoogleraar gezondheidsrecht aan Erasmus School of Law en Erasmus School of Health Policy & Management.

Het wettelijk verplichte eigen risico

Zo’n 6% van de uitgaven aan de gezondheidszorg die wordt vergoed vanuit het basispakket van de Zorgverzekeringswet (Zvw) komt uit het wettelijk verplichte eigen risico (€ 385,-). Volledige afschaffing zou om en nabij € 3,7 miljard kosten. Zou het hierbij blijven, dan zijn de zorgverzekeraars genoodzaakt om voor iedere Zvw-verzekerde van 18 jaar en ouder de nominale premie te verhogen, naar schatting met € 260,- per jaar.

Dit vooruitzicht bracht de regering ertoe om het eigen risico niet af te schaffen maar te verlagen naar € 165,- vanaf 2027. Omdat dit nog steeds een aanzienlijke premieverhoging zou opleveren - óók voor verzekerden die het eigen risico altijd volledig verbruiken - werd door onder andere het Kamerlid Paulusma (D66) op 24 oktober de regering verzocht het eigen risico alléén voor chronisch zieken en gehandicapten met € 220,- te verlagen.

Sympathiek maar ondoordacht

Het wettelijke verplichte eigen risico geldt voor Zvw-verzekeringsplichtigen van 18 jaar en ouder. Verzekeringsplichtigen jonger van 18 jaar kennen geen wettelijk verplicht eigen risico en tevens zijn bepaalde vormen van gezondheidszorg (o.a. huisartsenzorg, verloskundige zorg en wijkverpleging) van dit eigen risico uitgezonderd. De wet trekt scherpe grenzen.

Echter, wie kan gelden als chronisch zieke is helemaal niet duidelijk. Er bestaat geen limitatieve lijst van chronische aandoeningen. Hanteren we de gebruikelijke omschrijving van ‘chronische aandoening’ (iedere aandoening waarbij over het algemeen geen uitzicht is op volledig herstel), dan blijken in Nederland maar liefst 10,4 miljoen mensen (59% van de bevolking) ten minste één door de huisarts geregistreerde chronische aandoening te hebben. Als voor al deze mensen het eigen risico teruggebracht moet worden tot € 165,-, zoals de motie wil, ligt er nog steeds een flinke premieverhoging voor alle premiebetalers in het verschiet. Het is niet aannemelijk dat dit leidt tot opbrengsten die - zoals de indieners willen - gebruikt kunnen worden voor lastenverlichting 'die zorgt dat onder anderen zorgmedewerkers meer overhouden als zij drie dagen of meer werken, om zo de wachtlijsten terug te dringen in plaats van op te drijven'.

En als er dan niet voor deze gehele groep een regeling getroffen wordt, voor welke chronisch zieken dan wel en voor welke niet? Dit levert oeverloze discussies op. Als 96% van de mensen van 75 jaar en ouder ten minste één chronische aandoening heeft, waarom dan niet ook hier gekozen voor een heldere leeftijdsgrens? De motie gaat er bovendien aan voorbij dat volgens de huidige wet- en regelgeving zogenaamde ketenzorg, waarop bijvoorbeeld patiënten met diabetes mellitus type 2 en COPD zijn aangewezen, al van het wettelijk verplichte eigen risico is uitgezonderd. Wat betekent het voorstel van Paulusma c.s. voor verzekerden die lijden aan deze veel voorkomende aandoeningen?

"Verkleining van het basispakket is een onbegaanbaar pad. Toch zal dat moeten" Martin Buijsen

'Rough justice'

De stijging van de Zvw-uitgaven is maar op twee wijzen te temperen. Voor de eerste (hogere eigen bijdragen) voelt men duidelijk weinig. Verkleining van het basispakket - de tweede mogelijkheid - is een onbegaanbaar pad. Het ontbreekt in Nederland aan de structuren om dat zelfs maar bespreekbaar te maken. Toch zal dat moeten. Volwassen politieke besluitvorming zal daarom mogelijk moeten worden gemaakt. ‘Rough justice’ is nu eenmaal de hoogst haalbare vorm van verdelende rechtvaardigheid in een land van collectief gefinancierde gezondheidszorg.

Bron: Erasmus Universiteit Rotterdam

Over de auteurs

  • Martin Buijsen

    Martin Buijsen is hoogleraar gezondheidsrecht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

  • Martin Buijsen

    Martin Buijsen is hoogleraar gezondheidsrecht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Gerelateerd nieuws

Regionale samenwerking: Champions League voor de zorg

Met het Integraal Zorgakkoord (IZA) en zijn voorgangers wil de overheid regionale samenwerking aanjagen om zo de zorg goed, toegankelijk en betaalbaar te houden. Daarvoor worden ook harde deadlines gesteld.

Zorg & Sociaal

"Onderzoek naar welzijn helpt om te begrijpen wat jongeren gelukkig maakt"

Mentale gezondheid van jongeren ligt, zeker sinds de pandemie, onder een vergrootglas. Promovenda Kayla Green (Erasmus School of Social and Behavioural Sciences) kijkt liever naar het welzijn van jongeren. Samen met jongeren ontwikkelde ze een aanpak om welzijn beter te kunnen meten. Jongeren ervaren onder meer veel schoolgerelateerde stress en ook blijkt dat financiële stress een voorspeller is van verminderd welzijn.

Zorg & Sociaal

Landelijke gezondheidsdoelen nodig om zorg toegankelijk en betaalbaar te houden

De kloof tussen de zorgvraag en het zorgaanbod wordt steeds groter. Door de zorg anders te organiseren wordt er al veel bereikt. Maar dit is niet genoeg. De zorgkloof verkleinen we alleen als de samenleving gezonder wordt. Met overkoepelende gezondheidsdoelen kunnen de overheid en de hele samenleving hier gericht aan werken. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) pleit om die reden in de Stand van de zorg 2024 voor het wettelijk vastleggen van niet-vrijblijvende gezondheidsdoelen.

Zorg & Sociaal

“Dit kan en moet minder” in jeugdzorg niet geloofwaardig

In het regeerprogramma van het kabinet Schoof staan een aantal behartigenswaardige zaken opgetekend over de jeugdzorg. Zo staat er dat nu één op de zeven jongeren een beroep op jeugdzorg doet, waar dit in 2000 nog één op de 27 was. Volgens hetzelfde programma “kan en moet dat minder, want dit is (ook financieel en qua arbeidsmarkt) niet houdbaar”. Om dit beroep te verminderen is het nodig dat er een wet over de inperking van de toegang tot de jeugdzorg in het Staatsblad komt. Het kabinet geeft aan dit te gaan opstellen. Maar hoe geloofwaardig is dit als het Rijk en de VNG dit al in 2021 hebben afgesproken? Het woord wetsvoorstel staat maar liefst 91 keer in het regeerprogramma. Opvallend is dat in tegenstelling tot de meeste wetsvoorstellen er voor deze geen tijdspad is opgenomen. Recent zien we de financiële tekorten in de jeugdzorg verder oplopen. Daarom moet er gekozen worden voor inperking én een inkomensafhankelijke ouderbijdrage.

Zorg & Sociaal