De Grote Daling, noemt bijzonder hoogleraar Jeugd- en adolescentencriminaliteit André van der Laan, het. ‘De geregistreerde jeugdcriminaliteit, is de afgelopen twintig jaar meer dan gehalveerd.’ legt hij uit. ‘Minder jongeren plegen hun eerste delict, het aantal jongeren met zogenaamde risicofactoren is afgenomen en beschermende factoren zoals goede communicatie met ouders zijn juist toegenomen. Bovendien is de vrijetijdsinvulling van jongeren met de komst van de digitalisering veranderd.’ Zou het toeval zijn dat het aantal minderjarige verdachten drastisch is afgenomen sinds de introductie van de eerste iPhone in 2007?

Focus op bepaalde groepen jongeren

Die daling is uiteraard goed nieuws, maar Van der Laan signaleert ook twee andere trends die hem zorgen baren: ‘Onze collectieve aandacht is verbreed van jeugdige plegers naar ook jeugdigen die het risico lopen om plegers te worden. Daarnaast is er een concentratie van de geregistreerde jeugdcriminaliteit; er zijn specifieke buurten waarin het aantal jeugdige verdachten oververtegenwoordigd is. Als de focus van politie en justitie op bepaalde buurten en groepen jongeren is, lopen die automatisch een grotere kans om met politie in aanraking te komen.’

Van der Laan waarschuwt voor de gevolgen van deze combinatie van aandacht voor risicofactoren en de zogenaamde ‘hotspots’ van jeugdcriminaliteit: ‘Doordat individuen of gebieden worden aangeduid als risico waarbij men stevig ingrijpen nodig acht, brengt dat stigmatisering met zich mee. Alleen door blootstelling aan risicofactoren worden jongeren als potentieel gevaarlijk aangemerkt, zonder dat ze iets verkeerd gedaan hebben. Dat kan schade met zich meebrengen.’

Gevoel van wantrouwen

Bovendien, zegt Van der Laan, lopen die jongeren juist door de aandacht voor hun buurt een grotere kans om met politie en justitie in aanraking te komen áls ze een keer over de schreef gaan. ‘Dat kan het gevoel van wantrouwen, discriminatie en weerspannigheid met zich meebrengen, zeker als de manier waarop politie en justitie met jongeren omgaan als onrechtvaardig wordt ervaren. Natuurlijk, als iemand een delict pleegt, moet er een reactie volgen. Maar reageren we wel op een rechtvaardige manier?’

Een rechtvaardige reactie past bij de verplichtingen die Nederland sowieso heeft volgens het Internationale Verdrag inzake de Rechten van het Kind, zegt Van der Laan. ‘Het gaat erom dat jeugdigen die met politie of justitie in aanraking komen de ervaring krijgen rechtvaardig te worden behandeld; met respect. Dat ze zijn gehoord in het proces, dat ze hun kant van het verhaal kunnen vertellen en dat ze klachten kunnen uiten. Niet alleen is dat het juiste om te doen, maar jongeren die zich rechtvaardig behandeld voelen, zijn ook nog eerder geneigd de legitimiteit van de professional te erkennen en zich volgens de regels te gedragen.’

Onderzoek naar werking van straffen

Daarom stelt Van der Laan voor dat reacties op jeugdcriminaliteit worden geëvalueerd aan de hand van onder meer het naleven van de rechten van jeugdigen. ‘In Nederland hebben we veel sancties om te reageren op jeugdcriminaliteit, maar een groot deel daarvan is niet goed onderzocht op hun werking en de gevolgen die ze hebben. Het is belangrijk daar meer inzicht in te krijgen. We moeten niet vergeten dat we te maken hebben met jongeren die nog een hele toekomst voor zich hebben. Als we ons alleen richten op zo zwaar mogelijk straffen en niet op rehabilitatie, dan hebben niet alleen jongeren daar niets aan, maar wij als maatschappij ook niet.’

Gerelateerd nieuws

Digitale toegankelijkheid schiet tekort voor mensen met een beperking: overheid moet extra stappen zetten

Voor mensen met een beperking is het zelfstandig digitaal regelen van overheidszaken, zorg, onderwijs en bankzaken nog steeds vaak moeilijk of zelfs onmogelijk. Mensen kunnen bijvoorbeeld informatie niet tot zich nemen omdat er bij filmpjes geen ondertiteling is, een formulier niet invullen omdat een site niet zonder muis te gebruiken is en geen afspraak maken met hun zorgverlener omdat een patiëntenomgeving niet toegankelijk is. Dit blijkt uit de jaarlijkse monitor van het College over het VN-verdrag handicap, waarin het College de overheid oproept om meer concrete doelstellingen te formuleren voor digitale toegankelijkheid en dienstverlening.

Zorg & Sociaal

Dataverzameling over gendergerelateerd geweld onvoldoende in Nederland: hardnekkig probleem dat om structurele verandering vraagt

Internationale mensenrechtencomités constateren al tientallen jaren dat Nederland onvoldoende data verzamelt over geweld tegen vrouwen en andere vormen van gendergerelateerd geweld. Ondanks de aanhoudende kritiek en talloze aanbevelingen is de situatie nauwelijks verbeterd. Het College publiceert op deze Internationale Dag voor de Uitbanning van Geweld tegen Vrouwen een verkenning waarin we uiteenzetten wat er precies misgaat en wat is er nodig is om dit te verbeteren.

Zorg & Sociaal

‘Polarisatie is goed. Veel beter dan ongemakkelijk zwijgen’

Beklimt een jongere met een migratieachtergrond ondanks stagediscriminatie de sociale ladder, dan wordt de uitsluiting vaak nog erger. Pas als we deze problemen erkennen, kunnen we ze oplossen, zeggen (ervarings)deskundigen universitair docent Nadia Bouras en Tikho Ong (RADAR). ‘Racisme en discriminatie klotsen tegen de plinten van de samenleving en dat wordt hartstochtelijk ontkend.’

Zorg & Sociaal

Hoe denken Nederlanders over sociale zekerheid en het basisinkomen?

Hoe denken Nederlanders over sociale zekerheid? Dat bracht socioloog Thijs Lindner in kaart in zijn proefschrift. Mensen zijn wel voor een betere herverdeling van de welvaart, maar er is weinig draagvlak voor een basisinkomen, zo toont hij aan. Lindner onderzocht ook hoe mensen reageren als je ze voorhoudt dat er relatief veel mensen met een migratieachtergrond in de bijstand zitten. En hij dook in het fenomeen 'verzorgingsstaatchauvinisme'.

Zorg & Sociaal