Een week geleden was ik op een congres over huiselijk geweld waar Eric Scherder, hoogleraar neurologie, de vraag stelde: is complexiteit in de hersenen positief of negatief? Negatief, was het oordeel van de zaal. Voor Eric Scherder een teken dat hij voor een zaal zorgprofessionals stond, want in de neurologie is complexiteit juist positief. Hoe meer verbindingen, hoe beter de hersenen functioneren. Heel anders dan in de zorg, waar complexiteit vaak als probleem wordt ervaren. En als het gaat om huiselijk geweld, is de problematiek bijna altijd complex. Maar dit is geen reden om als hulpverlening in de kramp te schieten. In deze column vertel ik hoe we juist door complexiteit te omarmen, gezinnen beter kunnen helpen.
Zoals ik al zei, is de problematiek in het geval van huiselijk geweld bijna altijd complex. Deze complexiteit heeft echter niet alleen te maken met de cliënt, maar ook met hoe we onze zorg hebben georganiseerd. Gezinnen hebben niet alleen te maken met hun verschillende problemen, zij hebben ook te maken met tientallen professionals. Professionals die zich veelal beperken tot hun eigen specialisme, waardoor er geen sprake is van samenwerking of afstemming. Als we het hebben over complexiteit, bedoelen we niet simpelweg een verzameling afzonderlijke problemen. Integendeel, het gaat om problemen op verschillende domeinen die elkaar onderling beïnvloeden en versterken. De gefragmenteerde zorg, waarin professionals zich beperken tot hun specialisme, maakt dat er gebrek aan kennis is over de onderlinge samenhang tussen de problemen. Samenwerking is juist essentieel bij complexe problematiek. Zoals een professional het verwoordde: “Als we onze expertise niet delen, missen we stukjes van de puzzel.”
Denken in gezinssystemen
Een fundamentele fout die nog steeds wordt gemaakt, is dat we denken in individuen, in plaats van gezinssystemen. Te vaak wordt de aanpak of behandeling gericht op een enkel individu, terwijl het gezinssysteem waarin de persoon functioneert om aandacht vraagt. Zo zijn moeders vaak het aanspreekpunt voor hulpverleners om de veiligheid in het gezin te waarborgen, terwijl zijzelf juist meestal de slachtoffers van geweld zijn.
Vertragen
Zeker bij onveiligheid in gezinnen handelen hulpverleners vaak snel, zonder een degelijke analyse van wat er werkelijk speelt. Ik zou er juist voor willen pleiten dat hulpverleners eerst vertragen, voordat ze in actie komen. Neem de tijd om gezamenlijk een gedeelde analyse te maken van de problemen in het gezin. Als je inzicht krijgt in de samenhang van de problemen en hoe deze elkaar beïnvloeden en versterken, kan je de complexiteit beter aanpakken en vicieuze cirkels doorbreken. Dit vraagt om een fundamenteel andere manier van samenwerken. Er is een netwerksamenwerking nodig waarin professionals samen met het gezinssysteem de tijd nemen om een goede analyse te maken van de problemen en patronen die daaraan ten grondslag liggen. Tegelijkertijd vraagt complexe problematiek om prioritering. Niet alles kan tegelijk worden aangepakt. Dit betekent dat er keuzes moeten worden gemaakt: wat heeft nu prioriteit, wat kan wachten en wie doet wat?
Steeds nieuwe systemen
Dit vergt, zoals ik al zei, een andere wijze van samenwerken. In het verleden zijn er verschillende instituties opgezet om ervoor te zorgen dat professionals uit verschillende sectoren in de jeugdzorg binnen één instelling konden samenwerken en een integrale aanpak konden bieden. Dat was het doel van de Bureaus Jeugdzorg, de Centra voor Jeugd en Gezin, de lokale wijkteams en sinds kort de regionale Veiligheidsteams. Telkens worden er nieuwe systemen opgezet om deze samenwerking te bevorderen. Maar als we niet goed onderzoeken waarom het niet lukt om de gewenste integrale aanpak te realiseren, zullen we aan de gang blijven met het verzinnen van nieuwe systemen die een oplossing moeten bieden.
Ik ben ervan overtuigd dat de oplossing niet ligt in het creëren van nieuwe bestuurlijke systemen. De oplossing ligt in hoe we samenwerken. Momenteel onderzoeken we met collega’s van het Verwey-Jonker Instituut de proeftuinen toekomstscenario’s kind en gezinsbescherming. In de regionale veiligheidsteams zitten de verschillende instellingen zoals de jeugdbescherming, veilig thuis en de jeugdhulp die nauw samenwerken met de lokale wijkteams. Hier zien we dat het soms flink kan schuren als het gaat om de opvattingen over wat een gezin nodig heeft. Vanuit de eigen expertise hebben professionals een andere visie op problemen. Er is geen sprake van een gezamenlijke taal, zeker niet als het gaat om begrippen als veiligheid en onveiligheid. Het is belangrijk dat professionals elkaar leren kennen, en leren vertrouwen op elkaars expertise en kennis.
Onderzoek naar gezinsgerichte benadering van ouders met psychiatrische problemen toont aan dat het delen van verschillende visies in multidisciplinaire overleggen professionals een gevoel van controle geeft en hen beter laat omgaan met de complexiteit van de problematiek. Controle vermindert de drang om direct in te grijpen, en dat geeft tijd om te vertragen en een adequate analyse te maken.
Verdragen
Naast vertragen moeten professionals ook verdragen dat ze niet altijd weten wat er gebeurt als ze niet meteen ingrijpen. Incidenten, zoals het 10-jarige meisje uit Vlaardingen, dat zwaargewond raakte doordat ze zodanig mishandeld werd door haar pleegouders dat zij in coma raakte, maken dat professionals zekerheid willen dat er niets fout kan gaan. Dat leidt tot een terugval op protocollen, richtlijnen en wet- en regelgeving. Terwijl we weten dat dit niet bijdraagt aan reductie van complexiteit en het oplossen van de problemen.
Vertragen en verdragen betekent ook dat we elkaar moeten steunen als professionals. Samen verantwoordelijkheid nemen om te doen wat nodig is, zonder de verantwoordelijkheid bij een ander te leggen als het mis gaat. Dus: niet meer gefragmenteerd werken vanuit de eigen professie of instelling, maar daadwerkelijk samenwerken en overleggen wat er nodig is. Een gelijkwaardige samenwerking waarin iedereen vanuit zijn of haar perspectief zijn eigen visie mag inbrengen zodat er een gezamenlijk en een gedragen perspectief ontstaat. Dit kan niet zonder de cliënt of gezinsleden.
Ouders en kinderen betrekken
Ouders en kinderen moeten betrokken worden bij de analyse, want juist de complexiteit kan ervoor zorgen dat zij de problemen anders ervaren en benoemen. Er moet overeenstemming zijn over wat de meest urgente klachten binnen een gezin. Alleen als gezinsleden het gevoel hebben dat zij gehoord en gezien worden in hun problemen, is er bereidheid om te veranderen. Dit kost tijd, tijd om daadwerkelijk te praten met gezinsleden en een band met hen op te bouwen. Als we ons die tijd gunnen, blijken de problemen veel minder complex te zijn.
Loslaten en verantwoordelijkheid
Een hulpverlener vroeg mij: “kunnen we de keuzevrijheid bij de gezinsleden laten, zeker als er sprake is van onveiligheid? Wie beoordeelt uiteindelijk of het onveilig is?” Een hulpverlener uit de proeftuinen verwoordde het treffend: “Er ontstaat ongemak wanneer je loslaat van je eigen werkwijze rondom veiligheid en je je aanpast op het gezin en hun idee van veiligheid.” Vertragen en verdragen betekent niet dat je niets doet. Als hulpverlener blijf je verantwoordelijk voor de veiligheid. Maar hoe verhoudt deze verantwoordelijkheid zich tot samenwerken met gezinnen?
Dit thema kwam aan de orde tijdens een sessie met leraren in het voortgezet onderwijs en jongeren die te maken hadden gehad met kindermishandeling. Docenten vroegen zich af of zij het vertrouwen van de jongeren schenden als zij een melding maken bij Veilig Thuis. De jongeren maakten duidelijk dat het de professionele verantwoordelijkheid van de docent is om te melden als hij/zij vindt dat het te onveilig is. Jongeren gaven aan dat ze zelf niet altijd goed inzien hoe ernstig de situatie is. Maar, zeiden ze: het is cruciaal om transparant te zijn. Je moet het niet achter hun rug om doen. Leg uit waarom je vindt dat het nodig is om te melden.
Een brede blik scheelt tijd
Ik hoor je denken, waar halen we de tijd vandaan om samen te werken, visies uit te wisselen, verklarende analyses te maken en te luisteren naar gezinnen? Dat is inderdaad lastig, en de aankomende bezuinigingen in de zorg stemmen niet bepaald vrolijk wat dit betreft. Maar ik ben ervan overtuigd dat als je gezamenlijk met professionals en cliënten met een brede blik kijkt naar wat er werkelijk speelt, dit de basis vormt om de complexiteit aan te pakken. Het helpt om prioriteiten te stellen, aan te sluiten bij wat er werkelijk speelt in het gezin en je eigen focus te houden als professional. Uiteindelijk zal dit tijd opleveren.
Terugkomend op de complexiteit van de hersenen. Eergisteren sprak professor Anna-Laura van Hamelen op een congres over de invloed van jeugdtrauma’s op het brein en de mentale gezondheid van kinderen. Zij benadrukte dat hoe meer beschermende mechanismen, zoals vriendschap, betrokken ouders, of een goede opleiding, met elkaar verbonden zijn, hoe beter dat is voor het brein en de mentale gezondheid van kinderen die jeugdtrauma’s meemaken zoals huiselijk geweld. Door complexiteit te omarmen en te erkennen dat elke verbinding waardevol is, kunnen we een omgeving creëren waarin kinderen zich veilig en gesteund voelen, ondanks de uitdagingen die ze hebben meegemaakt. Laten we dus niet bang zijn voor complexiteit, maar het zien als een kans om sterker en veerkrachtiger te worden.
Column uitgesproken door Majone Steketee op het IVO-symposium: ‘Complexiteit? Dat zoeken we op!’
Gerelateerd nieuws
Digitale inclusie: gedeelde ambitie overheid en samenleving
Zorg & Sociaal
De vercommercialisering van zorg vraagt ónze zorg
Zorg & Sociaal
Digitale toegankelijkheid schiet tekort voor mensen met een beperking: overheid moet extra stappen zetten
Zorg & Sociaal
Verder kijken dan straf en vergelding bij jeugdcriminaliteit
Zorg & Sociaal