De rechter oordeelde op 22 januari dat de Nederlandse Staat het stikstofdoel voor 2030 moet halen, wat inhoudt dat 50% van de stikstof-gevoelige natuur in 2030 onder de Kritische Depositiewaarde (KDW) moet zijn gebracht. De KDW is de hoeveelheid stikstof die in een bepaald natuurgebied neerslaat waarboven negatieve effecten kunnen optreden voor de natuur. Toen de regering dit KDW-doel vastlegde in de wet in 2021, ging het er vanuit dat dit gelijk stond met een emissiereductie van 26% in 2030. Dat staat in de Memorie van Toelichting.

Bewegend doel

Hiermee ging de regering echter een resultaatverplichting aan op basis van een indicator (de KDW) die kan wijzigen en daarmee een bewegend doel wordt. En dat is ook gebeurd. Ten eerste is door recente wetenschappelijke inzichten de KDW-waarde voor veel habitattypen verlaagd en ten tweede bleek uit nieuwe berekeningen dat de berekende depositie 7% hoger is dan eerder werd aangenomen. Beide aanpassingen leiden ertoe dat de stikstofreductie veel groter moet zijn om het KDW-doel te halen. Berekeningen van het RIVM komen uit op reductiepercentages van 55-65%, oplopend tot 80% nabij natuurgebieden.

Onhaalbaar

Kijkend naar de Memorie van Toelichting van de wet, is duidelijk dat de regering niet aan dergelijke reductiepercentages dacht. De uitspraak van de rechter in de zaak Greenpeace houdt de regering echter aan dit vastgestelde doel, waarbij de helft van de stikstofgevoelige natuur in 2030 onder de KDW komt. In praktijk is een reductie van 55-65% binnen 5 jaar zonder een adequaat sturingsinstrument onhaalbaar en zal dit leiden tot grootschalige bedrijfsbeëindiging en veel maatschappelijke kosten en weerstand.

KDW

In 2023 hebben de hoogleraren Erisman, De Vries en Backus al aangegeven dat de KDW de beste indicator is voor het bepalen van stikstofeffecten op de natuur, maar dat de KDW beter gebruikt kan worden om een onderbouwd vast reductiepercentage in de wet te zetten. Dat geeft meer rechtszekerheid en is destijds ook geadviseerd door de commissie Remkes, met gebruik van de KDW als onderliggende verantwoording ervan. Daarnaast wijzen de onderzoekers erop dat de KDW een effectindicator is die uitsluitend de nadruk legt op de huidige toevoer. Het risico voor effecten van stikstof op natuur wordt echter ook sterk bepaald door de stikstoferfenis uit het verleden en deze is hoog in elk natuurgebied. Verlaging van de emissie, en daarmee ook van de depositie, is daarom gunstig voor elk natuurgebied, ongeacht de KDW. Met een depositieverlaging wordt ook voldaan aan de Vogel- en Habitatrichtlijn.

Emissiebeleid

Ze pleiten voor een emissiebeleid, waarbij emissiereducties in de wet worden opgenomen en elk boerenbedrijf een emissieplafond krijgt. Dat laatste is pas mogelijk als er een nationaal emissieplafond in de wet staat. Conform de Commissie Remkes kan worden gedacht aan een halvering van de emissies in 2035 ten opzichte 2018. De onderzoekers wijzen erop dat deze benadering ook volledig past bij de internationale aanpak van de stikstofproblematiek. Elk land krijgt namelijk vanuit de EU emissieplafonds opgelegd.

Uitdagende doelen

Met behulp van doelsturing kunnen veehouders de verplichting krijgen om binnen 5 jaar hun ammoniakemissies te verminderen tot een opgelegd doel, waarbij boeren in de buurt van natuurgebied een extra reductie wordt opgelegd. Tegelijkertijd biedt dit de mogelijkheid om integraal te sturen op verlaging van de broeikasgas- en nitraatemissies. Zo ontstaan er heldere – en uitdagende – doelen per bedrijf en ontstaat perspectief voor bedrijfsontwikkeling.

Samenvattend denken De Vries, Wamelink en Ros dat een emissiebeleid nodig is om uit het stikstofmoeras te komen, met concrete doelen voor landbouwbedrijven, industrie en verkeer, met een bijbehorend tijdpad die leidt tot een reductie van stikstofemissies tot het nationaal plafond in 2035. De KDW’s gaan uit de wet maar worden gebruikt om emissieplafonds te bepalen die ter vervanging in de wet komen. KDW’s blijven ook nodig om het effect van stikstof op de natuur te bepalen. Voor de kwaliteit van de natuur en de toekomst van de landbouw is het belangrijk dat we in beweging komen en blijven, stellen de onderzoekers.

Een uitgebreide verhandeling van de drie auteurs vind je hier.

Gerelateerd nieuws

ACM: aanvullende maatregelen nodig voor betaalbare nettarieven waterstoftransport

Waterstof wordt gezien als belangrijke schakel in de energietransitie, omdat het kan dienen als duurzame energiedrager in sectoren die moeilijk te elektrificeren zijn. Toch komt de markt voor waterstof door verschillende oorzaken maar langzaam op gang. Eén van de oorzaken is de onzekerheid over de tarieven voor het transport van waterstof via een netwerk van leidingen. Doordat volumes waterstof achterblijven en investeringskosten hoger uitvallen, kunnen zonder aanvullende maatregelen de tarieven voor het waterstoftransportnetwerk aanzienlijk stijgen. Voor de komende jaren stelt het ministerie van Klimaat en Groene Groei de tarieven vast die gebruikers van het waterstofnetwerk moeten betalen. Vanaf uiterlijk 2033 stelt de Autoriteit Consument & Markt (ACM) deze tarieven vast op basis van de gemaakte kosten. De ACM heeft in een marktrapportage verkend hoe zij kan bijdragen aan de ontwikkeling van de waterstofmarkt en betaalbare waterstofnettarieven.

Klimaatverandering versnelt de waterkringloop

De aarde warmt op – en dat verandert de waterkringloop. Er verdampt meer water, de lucht bevat meer waterdamp, en dat leidt uiteindelijk tot intensere neerslag. Volgens klimaatmodellen neemt per graad opwarming de hoeveelheid waterdamp in de atmosfeer met zo’n 7 procent toe, terwijl neerslag en verdamping elk met ongeveer 2 procent stijgen. Dit leidt ertoe dat het minder vaak, maar wel heftiger regent. De veranderingen die we tot nu toe waarnemen zijn hiermee in overeenstemming.

AI en Energie: een spanningsveld met potentie

De afgelopen tijd is er steeds meer aandacht geweest voor het energieverbruik van AI. Dit verbruik is enorm en door de sterk toenemende toepassing van AI is de verwachting dat het totale energieverbruik alleen maar zal stijgen. Anderzijds kan AI ook een cruciale rol spelen in de energietransitie. Met de inzet van AI kan bijvoorbeeld het energieverbruik in de samenleving worden geoptimaliseerd en daardoor verminderd en AI kan er voor zorgen dat het elektriciteitsnet efficiënter wordt benut, waardoor netcongestie tegengegaan kan worden en verduurzamingsprojecten minder vertraging zullen oplopen.[1] In deze blog zal dieper worden ingegaan op de enigszins paradoxale verhouding tussen AI en energie.

'Europese bankensector moet meer doen om klimaatrisico's te beheersen'

De Europese Bankautoriteit (EBA) heeft een nieuw ESG-dashboard gelanceerd om beter inzicht te geven in de klimaatgerelateerde risico’s binnen de bankensector van de Europese Unie en de Europese Economische Ruimte (EER). Dit dashboard bevat belangrijke indicatoren die banken en toezichthouders helpen om klimaatrisico’s te monitoren en onderling te vergelijken.