Hoeveel nicotine zit er in een vape? 40 procent weet het niet

Jongeren (12 t/m 25 jaar) die maandelijks vapen, geven aan dat ze het blijven doen omdat ze het lekker vinden. Bijna 40 procent van die jongeren weet niet óf en hoeveel nicotine er in hun vape zit. Terwijl jongeren die maandelijks tabakssigaretten roken aangeven dat ze dat blijven doen omdat er nicotine in zit.

Jongeren lijken zich minder bewust van de nicotine die in een vape zit. Echt een probleem, want als je eenmaal verslaafd bent aan nicotine, is het heel lastig om daar weer vanaf te komen. Ook op de langere termijn is nicotine schadelijk omdat het de aanleg van verbindingen in de hersenen verstoort. – Esther Croes

Jongeren voelen zich niet verslaafd aan vapen

Jongeren voelen zich vaker verslaafd aan roken dan aan vapen. Van de jongeren die alléén maandelijks vapen voelt ongeveer een kwart (28%) zich verslaafd, tegenover de helft (50%) van de jongeren die alléén roken. Een groter deel van de jongeren die elke maand roken voelt zich dus verslaafd, dan de jongeren die even vaak vapen. De meeste jongeren zijn dan ook nog niet bezig met stoppen.

Smaakjes zijn de reden om te beginnen met vapen

Er is ook aan jongeren gevraagd waarom ze beginnen met roken of vapen. Sociale invloed en nieuwsgierigheid spelen daarbij een belangrijke rol. Met één belangrijk verschil: jongeren die beginnen met vapen geven aan dit te doen omdat ze de smaakjes lekker vinden. Dit onderzoek vond plaats vóórdat het smaakjesverbod werd ingevoerd.

Om te voorkomen dat jongeren beginnen met vapen is het smaakjesverbod belangrijk. Helaas komen jongeren nog steeds makkelijk aan vapes met smaakjes. Nu is handhaving, waar extra geld voor is gekomen, dus van belang. – Esther Croes

Het Actieplan Tegen Vapen van staatssecretaris Vincent Karremans (Jeugd, Preventie en Sport) wordt op woensdag 12 maart aan de Kamer aangeboden en gepresenteerd.

Over dit onderzoek

Deze monitor is een initiatief van het Trimbos-instituut. In maart 2023 zijn 4732 Nederlandse jongeren van 12 tot en met 25 jaar met behulp van I&O Research ondervraagd over hun gebruik van tabaks- en nicotineproducten.

Gerelateerd nieuws

Deltawerken in de zorg: beschikbaarder, toegankelijker, veiliger en duurzamer

De zorg in Nederland staat op een kantelpunt. Het groeiende personeelstekort, stijgende kosten en toenemende vraag naar zorg zetten het systeem onder druk en duwen ons richting ‘code zwart’. Tegelijkertijd biedt deze crisis een unieke kans om de zorg fundamenteel anders te organiseren.

Hoe ervaren mensen de kansenongelijkheid in Nederland?

Hoe denkt de bevolking van Nederland over actuele thema’s? En hoe beleven ze hun eigen situatie? Deze vragen staan centraal in het onderzoek Belevingen dat het CBS jaarlijks uitvoert. Voorbeelden van onderwerpen die in eerdere onderzoeken aan bod kwamen, zijn klimaatverandering, energietransitie en (on)gezonde leefstijl. Dit jaar is het thema kansenongelijkheid, bijvoorbeeld in het onderwijs, op de arbeidsmarkt, op woongebied en in de zorg. Hebben mensen het gevoel dat iedereen gelijke kansen heeft in Nederland? Hebben zij zelf met kansenongelijkheid te maken gehad? En welke verschillen bestaan er op deze punten tussen bevolkingsgroepen en regio’s? Het onderzoek vormt een aanvulling op bestaande bronnen over kansenongelijkheid in Nederland.

Steeds meer dakloze mensen: een woonprobleem of een zorgvraagstuk?

De afgelopen jaren is het aantal dakloze mensen in Nederland flink gestegen. Uit een recente schatting van het CBS waren er in Nederland op 1 januari 2024 ruim 33.000 mensen dakloos – dat zijn er 2.400 duizend meer dan het jaar ervoor, en zelfs 6.400 duizend meer dan in 2022. In deze serie gaan we in gesprek met deskundigen uit verschillende velden over wat er nodig is om dakloosheid in Nederland terug te dringen. Voor het eerste artikel uit deze reeks sprak PONT met Nanda Lamme, strategisch adviseur sociaal domein bij de gemeente Utrecht.

Zorg & Sociaal

Sociaal en Cultureel Planbureau: ongelijkheid zit in je sociale klasse, niet in je woonplaats

In het publieke debat gaat het regelmatig over ‘de kloof’ tussen stad en platteland. Uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) blijkt dat geografische tegenstellingen niet zo belangrijk zijn als het om ongelijkheid gaat. Wat echt telt voor je positie in de maatschappij is niet of je bijvoorbeeld in de Randstad woont of aan de rand van het land, maar of je voldoende hulpbronnen hebt, zoals geld, een sociaal netwerk en een goede gezondheid.