We verkenden deze vragen met drie themaleiders van het Erasmus Initiative Vital Cities and Citizens (VCC) dr. Annabel Vreeker, dr. Julia Wittmayer en dr. Jan Fransen van Erasmus Universiteit Rotterdam.

Hoe VCC steden helpt transformeren

De bevlogenheid van de onderzoekers was aan het begin van het gesprek meteen zichtbaar. De sociale structuur en cultuur van steden is momenteel uiterst complex – en de vele uitdagingen maken de thematiek urgent.

Het doel van VCC is de kwaliteit van leven in steden te versterken door met gemeenten, maatschappelijke organisaties, bedrijven en de creative industry netwerken te vormen en op basis van wetenschappelijk onderzoek kennis met elkaar te delen.

Ruim dertig onderzoekers werken samen vanuit diverse wetenschapsgebieden, waaronder psychologie, sociologie, bestuurskunde, pedagogische wetenschappen, communicatie, kunst en cultuur, geschiedenis en antropologie – in vier centrale thema’s:

  1. Inclusieve Steden en Diversiteit

  2. Veerkrachtige Steden en Stedelingen

  3. Slimme Steden en Gemeenschappen

  4. Duurzame en Rechtvaardige Steden

  5. Mede dankzij het sectorplan Sociale Wetenschappen en de extra middelen die daarbij komen kijken, lukt het de onderzoekers om impact te maken op deze thema’s.

    Impact maken door te agenderen

    Dr. Julia Wittmayer: “…steden zijn als organismes met diverse actoren, waaronder ook wijzelf als onderzoekers. Het is niet vanzelfsprekend dat we een positieve impact maken, daar reflecteren we regelmatig op.” VCC heeft dan ook eerst en vooral een agenderende functie. De onderzoekers onderhouden een netwerk gericht op duurzaamheid en rechtvaardigheid in steden.

    Ze blijven in beeld bij diverse actoren, waaronder ambtenaren en professionals in wijkteams. Ze gebruiken symposia om specifieke thema’s onder de aandacht te brengen, waaronder klimaatverandering en groeiende ongelijkheid – thema’s die niet altijd even goed zichtbaar zijn in een drukke stedelijke omgeving.

    (Re)mapping Rotterdam

    (Re)mapping Rotterdam is een voorbeeld van een VCC-project met een agenderende werking. Het belangrijkste doel van dit onderzoeksprogramma is om een inventarisatie te maken van organisaties die werken aan diversiteit en inclusie in Rotterdam, de verbanden tussen deze organisaties in kaart te brengen en de dynamiek van hun interacties en relaties te analyseren. Een deelproject bestaat uit de organisatie van stadswandelingen op het gebied van diversiteit en inclusie, om maatschappelijke actoren en onderzoekers van de universiteit met elkaar in contact te brengen.

    Waarom bewoners ook zélf onderzoek moeten doen

    Dr. Jan Fransen doet onder andere onderzoek naar snelgroeiende steden in het Globale Zuiden, waaronder de hoofdstad van Kenia, Nairobi. In Nairobi maakte hij van dichtbij mee hoe nuttig het kan zijn om inwoners te betrekken bij wetenschappelijk onderzoek. Na de covid-pandemie interviewde hij een vrouw die een groot deel van het interview moest huilen, omdat ze tijdens de pandemie was ontslagen. Er was niet meer genoeg geld voor school en voedsel. Haar zoon verliet de stad, zodat er minder voedsel nodig was en haar kleinkinderen moesten van school af. De lokale community-researchers van dit onderzoek hebben haar na het interview in contact gebracht met partijen die haar verder konden helpen, waarna haar levenssituatie verbeterde. Door inwoners te betrekken bij het uitvoeren van onderzoek, breng je ze in een positie om te helpen.

    Fransen: “…wetenschappelijke onderzoeken maken vaak nog te weinig impact. Het is van belang dat we dichtbij de onderzoekspopulatie blijven.” Welke problemen ervaren zij? Hoe kunnen we ze betrekken bij het onderzoeksproces? Dit geldt voor Nairobi, maar ook voor Rotterdam.

    In dit licht is het transdisciplinaire programma Wijkwijs een goed voorbeeld. Wijkwijs is een programma waarin Rotterdammers en wetenschappers samen onderzoeken opzetten en doen naar vraagstukken in Rotterdamse wijken over thema’s die bewoners zelf belangrijk vinden. Dit kan gaan over de kwaliteit van de leefomgeving, omgang met armoede en toegang tot zorg- en hulpdiensten. De impact is hier directer dan wanneer VCC agendeert of beleidsadvies geeft. De reflectievraag van dr. Wittmayer is hier nog belangrijker: wat is de invloed van de onderzoekers als actoren in het ecosysteem?

    Gezonde stad, gezond individu

    De pijl van dr. Wittmayer’s reflectievraag gaat twee kanten op: de actoren beïnvloeden het ecosysteem en het ecosysteem beïnvloedt de actoren.

    Dr. Annabel Vreeker verdiept zich in de dalende mentale gezondheid onder jongeren. “Externe hulpbronnen zoals leraren, de wijk en de stad, het ecosysteem dus, kunnen bijdragen aan de veerkracht van jongeren,” legt Vreeker uit. “De groene transitie in steden draagt indirect bij aan de veerkracht van jongeren,” licht ze toe. En ook een toename in sociale cohesie en kansengelijkheid kan bijdragen aan het mentale welbevinden van jongeren. Vanuit de lens van VCC groeit het contextuele begrip van deze uitdaging. En wanneer we de uitdaging beter begrijpen, kunnen we deze ook beter oplossen.

    De SSH-disciplines – waaronder psychologie, sociologie, bestuurskunde, pedagogische wetenschappen en antropologie – zijn onmisbaar bij het in kaart brengen van deze complexe sociale dynamiek in steden.

    Conclusie

    Hoe zorgen we dat mensen in steden prettig samen kunnen leven? Door massamigratie, digitalisering, toenemende ongelijkheid en klimaatverandering komen de verhoudingen in steden op scherp te staan. Dit is een uitdaging van zo’n grote omvang dat ze meer aandacht verdient.

    De kracht van VCC is gelegen in agenderen en community building, dichtbij burgers en met de inzet van diverse wetenschappelijke disciplines. De complexe stedelijke uitdagingen van vandaag vragen om deze transdisciplinaire aanpak.

    Dr. Annabel Vreeker, dr. Julia Wittmayer en dr. Jan Fransen werken vanuit VCC hard aan een betere stedelijke toekomst voor iedereen. Dr. Jan Fransen: “De stad is er voor haar mensen, zij staan centraal in alles wat we doen.”

Gerelateerd nieuws

Participatie onder de Omgevingswet: welke handvatten hebben we inmiddels?

Onder de Omgevingswet geldt voor elke aanvraag om een omgevingsvergunning een nieuw vereiste: initiatiefnemers moeten aangeven óf en op welke wijze zij participatie hebben georganiseerd (het ‘aanvraagvereiste participatie’). In sommige gevallen is het doorlopen van een daadwerkelijk participatietraject daarnaast verplicht. In dit blog destilleren wij uit de meest recente uitspraken van (voorzieningen)rechters enkele lessen voor initiatiefnemers en decentrale overheden waar het gaat om verplichte en onverplichte participatie in het nieuwe stelsel.

Omgeving

Hoe je met privaatrecht duurzaam bouwen écht kunt borgen

De druk op duurzaam bouwen groeit. Gemeenten willen verder gaan dan het wettelijk minimum en ontwikkelaars zoeken duidelijkheid: wat móet, wat mág en waar is ruimte om samen méér te doen?

Omgeving

Welke maatschappelijke veranderingen beïnvloeden beleid in het sociaal domein het meest?

Het sociaal domein staat onder druk door verschillende maatschappelijke veranderingen die het beleid fundamenteel beïnvloeden. Demografische verschuivingen, digitalisering, stijgende kosten, arbeidsmarkttekorten en nieuwe wetgeving dwingen gemeenten tot een andere aanpak. Deze veranderingen vragen om datagedreven beleid, integrale samenwerking en preventieve strategieën die aansluiten bij de werkelijkheid van inwoners.

Zorg & Sociaal

Een stabiel energiesysteem vraagt om stabiel beleid en structurele financiering

In 30 regio’s werken provincies, gemeenten en waterschappen samen met netbeheerders, inwoners en bedrijven aan het grootschalig opwekken van duurzame elektriciteit. Het gezamenlijke doel van 35 TWh in 2030 is nog niet bereikt, maar ligt wel op koers voor 2030. Tegelijk is meer duurzame opwek nodig voor woningbouw, maatschappelijke functies, bedrijvigheid en mobiliteit. Als continuïteit in beleid en structurele financiering uitblijven, komt die voortgang onder druk te staan.

Klimaat