De EPBD IV is nog niet in het Nederlands recht geïmplementeerd. De uiterste implementatiedatum is 29 mei 2026. De huidige stand van zaken is dat Nederland op schema ligt met het schrijven van een implementatievoorstel, maar exacte wijze van implementatie is nog niet bekend. De strekking van de EPBD IV blijft uiteraard na implementatie gelijk. In aanloop naar de implementatiedatum schrijven wij diverse blogs ter voorbereiding op de EPBD IV.

In dit eerste blog gaan wij in op de doelstellingen van de EPBD IV en introduceren wij “Zero Emission Buildings”. Ook zal kort de “grondige renovatie” worden geïntroduceerd.

Doelstellingen

Deze richtlijn is opgesteld ten behoeve van de Green Deal. In één zin houdt deze deal in dat de Unie zich ertoe heeft verbonden tegen 2030 “de netto broeikasgasemissies van de gehele economie van de Unie met ten minste 55% te reduceren ten opzichte van 1990.” Het achterliggende doel is het beperken van de wereldwijde gemiddelde temperatuurstijging tot ruim onder de 2 ̊C. Een belangrijk onderdeel van deze bredere doelstelling, is het verduurzamen van de gebouwde omgeving. Zo is de ‘renovatiegolf-strategie’ gepresenteerd, waar de EPPB IV deel van uitmaakt. Het doel van de renovatiegolf-strategie is:

  • Groenere gebouwen,

  • meer banen, en

  • een hogere levenskwaliteit.

Deze strategie bevat een actieplan met onder andere concrete regelgeving om de energieprestaties van gebouwen te verbeteren. De EPBD IV beoogt te bewerkstelligen dat het jaarlijkse energierenovatiepercentage van gebouwen tegen 2030 op zijn minst is verdubbeld en dat ‘grondige renovatie’ wordt bevorderd. Hierover later meer.

Het uiteindelijke doel is dat de gebouwensector in 2050 volledig koolstofvrij is. Om dit te bereiken wordt het gebruik van fossiele brandstoffen langzaam maar zeker uitgefaseerd. De EPBD IV speelt daar op in. Zo mogen in 2025 bijvoorbeeld geen financiële stimulansen meer worden gegeven aan installaties van op zichzelf staande verwarmingsketels die werken op fossiele brandstoffen.

Wat zijn Zero Emission Buildings?

Een nieuw geïntroduceerd begrip zijn de ‘Zero Emission Buildings’ (ZEB’s). Gebouwen zijn zowel voor, tijdens en na hun levensduur verantwoordelijk voor de uitstoot van broeikasgassen. Daarom ziet deze richtlijn niet enkel op nieuwbouw, maar ook op het renoveren van bestaande gebouwen. ZEB’s zijn gebouwen met een zeer lage energievraag, zonder koolstofuitstoot door fossiele brandstoffen en zonder of met zeer weinig broeikasgasemissies. Tegen 2030 moeten alle nieuwe gebouwen emissievrij zijn en bestaande gebouwen moeten tegen 2050 zijn gerenoveerd tot ZEB’s.

Van lidstaten wordt ten eerste verwacht dat zij minimumeisen voor de energieprestaties van gebouwen en onderdelen van gebouwen opstellen en vastleggen. Hierbij moet ook aandacht worden besteed aan een kostenoptimaal evenwicht tussen de gedane investeringen en de energiekosten die tijdens de levensduur van een gebouw worden bespaard. De invoering van deze minimumeisen voor de energieprestaties van gebouwen moeten leiden tot geleidelijke uitfasering van de 16% slechtst presterende gebouwen voor 2030 en de slechtste 26% voor 2033.

Daarnaast moeten lidstaten voor de berekening van de energieprestatie van gebouwen een berekeningsmethodiek vaststellen die voldoet aan het door de EU gestelde kader. De energieprestaties van gebouwen worden bijvoorbeeld berekend, en ten behoeve van energieprestatiecertificering en conformiteit met de minimumeisen inzake energieprestatie wordt de energieprestatie van een gebouw uitgedrukt, in een numerieke indicator van het primaire energieverbruik per eenheid referentievloeroppervlakte per jaar, in kWh/m2 per jaar. Belangrijk is dat voor de berekening uitgegaan wordt van jaarlijkse prestaties en niet enkel gebaseerd wordt op het meest gunstige seizoen.

Grondige renovatie: een inleiding

Bestaande gebouwen die nog niet voldoen aan de ZEB status moeten grondig worden gerenoveerd. Om te voorkomen dat alle bestaande gebouwen in één keer moeten worden gerenoveerd kan worden gekozen een “grondige renovatie” op te delen. Een grondige renovatie is een renovatie die in overeenstemming is met het ‘energie-efficiëntie-eerstbeginsel’, gericht op essentiële onderdelen van een gebouw. Gebouwen die grondig worden gerenoveerd krijgen een ‘renovatiepaspoort’. Deze renovatiepaspoorten bieden een duidelijke routekaart voor gefaseerde grondige renovaties en helpen eigenaren en investeerders de timing en reikwijdte van de gedeeltelijke renovaties zo goed mogelijk te plannen. In een volgende blog zoomen wij hier dieper op in.

Conclusie

Nederland moet een grote stap zetten, voordat o.a. investeerders, ondernemers en particulieren concreet met de EPBD IV aan de slag moeten. Immers, de EPBD IV moet nog worden geïmplementeerd. De uiterlijke deadline hiervoor is 29 mei 2026. Het is nog niet exact zeker hoe Nederland de richtlijn implementeert: welke berekeningsmethodiek wordt bijvoorbeeld vastgesteld? Desondanks biedt de richtlijn alvast handvatten aan vastgoedprofessionals om zich voor te bereiden. In het volgende blog gaan wij dieper in op de ‘grondige renovatie’ en de gevolgen voor de praktijk.

Over de auteurs

  • Ties Pranger

    Sinds februari 2021 werkt Ties bij Holla in de teams Vastgoed en Overheid. Hij is gespecialiseerd in bestuursrecht, omgevingsrecht, onteigeningsrecht en de Omgevingswet. Binnen deze expertises adviseert Ties onder meer bij wetgevingsvraagstukken, bestemmingsplanvraagstukken en onteigeningsprocedures.

Gerelateerd nieuws

Van klimaatverandering tot overgewicht: ‘De voedseltransitie is een oplossing voor veel problemen’

Ons voedselsysteem heeft een grote impact op zowel onze gezondheid als de planeet en is op lange termijn niet houdbaar. Gelukkig worden in Nederland al stappen gezet richting een duurzaam en gezond voedselsysteem, waarbij gemeenten een sleutelrol vervullen als schakel tussen beleid en lokale behoeften. PONT | Klimaat interviewde Tessel Kans, strategisch adviseur bij adviesbureau Schuttelaar & Partners. De voedseltransitie is urgenter dan ooit. Hoe kunnen gemeenten bijdragen aan verandering?

Stikstofvrije bouw van duurzame energieprojecten kan sneller

Om te voorkomen dat duurzame energieprojecten vertraging oplopen of helemaal stilvallen, werken aannemers, initiatiefnemers en opdrachtgever hard om te bouwen zonder uitstoot van stikstof. Zo worden problemen met vergunningen voorkomen en worden projecten gerealiseerd die juist een bijdrage leveren aan het terugdringen van uitstoot. Klein en middelgroot bouw- en transportmaterieel wordt al volop geëlektrificeerd. Zwaar en specialistisch materieel en zware vrachtwagens zijn nog niet altijd in een elektrische variant beschikbaar. APPM maakte in opdracht van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie en Energie-Nederland de actuele stand van zaken op en doet aanbevelingen om schoon en emissieloos bouwen te versnellen en mainstream te maken. Ook Bouwend Nederland steunt de aanbevelingen van het rapport. “We laten zien dat stikstofvrij bouwen aan schone energieprojecten geen toekomstbeeld is, maar praktijk die nu al werkt,” zegt Cora van Nieuwenhuizen, voorzitter van Energie-Nederland. NVDE voorzitter Olof van der Gaag: “Wij doen wat we kunnen om projecten te realiseren die de stikstofuitstoot verminderen. Met een beetje hulp, doen we dat ook nog zonder stikstofuitstoot tijdens de bouw”.

Zo vergroot je het draagvlak voor zonneparken

Bewoners worden vaak niet genoeg betrokken bij de plannen voor nieuwe zonneparken, ontdekte promovendus Merel Enserink. Dit kan leiden tot weerstand, vooral als mensen het gevoel hebben dat er alleen naar technische en economische voordelen wordt gekeken, en niet naar hun zorgen en wensen. Ze benadrukt dat de energietransitie in gevaar komt als beleidsmakers zich alleen richten op cijfers en technologie, zonder de mensen die in de buurt wonen erbij te betrekken.

Huurders zijn onmisbaar in succes van warmtenetten

Warmtenetten die bewoners in eigen beheer aanleggen in hun wijk, kunnen het vertrouwen herstellen in warmtenetten. Deze coöperatieve warmtenetten op initiatief van buurtbewoners zijn een goed voorbeeld van de organisatie van draagvlak voor een warmtenet. Huurders zijn hierin een onmisbare schakel. Dit blijkt uit onderzoek van de Woonbond, Buurtwarmte en Energie Samen.

Klimaat