En dat verschil maakt uit: want alleen een echt digitaal ontwerp kan wendbaarheid, schaal en intelligentie bieden in een datagedreven samenleving. Een bestaand proces digitaliseren is iets heel anders dan het herontwerpen naar een digitaal proces.

Digitaliseren betekent in te veel gevallen: het bestaande proces optimaliseren met digitale middelen. De denkmodellen blijven hetzelfde. Management stuurt op efficiency en quick wins — niet op fundamenteel herontwerp. Architectuur is afwezig, datagedreven innovatie ontbreekt. Het onderliggende procesdenken blijft analoog en lineair. Digitaliseren is een pragmatische vertaling van het verleden — geen ontwerp voor de toekomst.

Digitaal: denken vanuit data

Echt digitaal werken betekent: denken vanuit data en bouwen op architectuur. Niet het proces staat centraal, maar de dataflow. Processen zijn modulair, adaptief en ondersteunend. In mijn eerdere blog De databloem: de schoonheid van datacentrisch denken beschreef ik dit met een metafoor: de kern is data, de bloemblaadjes zijn processen die data creëren, bewerken of verrijken. Elk proces begint met data, gebruikt data en eindigt met nieuwe data.

Zoals een self-service portaal dat automatisch identiteitsgegevens verifieert. Of event-driven infrastructuren waarin processen starten op basis van datamutaties of API-gedreven besluitvorming zonder menselijke tussenkomst. Het zijn voorbeelden van digitale processen die niet slechts geoptimaliseerd, maar fundamenteel anders zijn ontworpen.

Van analoog naar digitaal — en wanneer dat (niet) kan

Toch is niet alles digitaliseerbaar. Sommige processen zijn onvermijdelijk fysiek: goederen leveren, zorg verlenen, onderhoud uitvoeren. Die kun je niet volledig digitaliseren. Maar je kunt ze wel omringen met digitale lagen: tracking, planning, documentatie, communicatie. De kernvraag is dan: ben je procesgecentreerd of datacentrisch? Zodra je met data werkt, kun je een proces digitaal (her)ontwerpen.

En dan is er nog de mens. Die is en blijft analoog. Denken, voelen, besluiten — dat gebeurt niet binair. Digitale systemen registreren, analyseren, optimaliseren. De uitdaging zit in het ontwerp van de interactie: niet automatiseren in plaats van, maar naast de mens. Augmented intelligence in plaats van artificial intelligence.

De bestuurlijke erfenis: waarom we niet durven

Veel overheidsprojecten dragen de erfenis van het verleden. Slim bedachte processen uit de jaren ’90 — ooit modern, gebouwd onder architectuur — zijn technisch verouderd, maar nog steeds leidend. De bestuurlijke realiteit is risicomijdend, gericht op controle. En vaak is de architect verdwenen. De ruimte voor herontwerp is verkleind.

Een ‘groene weide’-aanpak, waarin je parallel aan het bestaande een echt digitaal proces opzet, vraagt bestuurlijk lef. En geduld. En de bereidheid om tijdelijk inefficiënt te zijn. Maar die ruimte wordt zelden gecreëerd. Dus digitaliseren we het oude. En blijven gevangen in het verleden. Zonder lef geen digitale toekomst. Zonder architectuur geen fundament.

AI als spiegel: zijn we écht digitaal?

Juist hier komt AI om de hoek kijken. Want AI functioneert uitsluitend in een digitale context — en maakt pijnlijk zichtbaar waar processen dat nog niet zijn. AI is de ultieme test: het maakt zichtbaar waar onze systemen nog analoog of procesgericht zijn.

Een AI die voorspelt, analyseert of adviseert, heeft toegang nodig tot schone, actuele, gestandaardiseerde data. Geen half gescande PDF’s of ingebedde Excel-sheets. En tegelijk herinnert AI ons eraan dat de mens nodig blijft: voor interpretatie, ethiek en afweging. De toekomst zit in de balans. Hoe ontwerp je processen waarin mens en machine samenwerken?

Van procesmodel naar systeemdenken

We denken te vaak alleen in processen, maar zelden in systemen. Digitaliseren is procesdenken met digitale middelen. Digitaal ontwerpen betekent systeemdenken: data én processen, analoog én digitaal. Niet óf-óf, maar én-én.

Daar hoort een ander type modeldenken bij. Niet alleen een procesmodel (wie doet wat in welke volgorde), maar vooral een data- en informatiemodel: wie maakt welke informatie, is daar eigenaar van, wie zijn de gebruikers, wie mag wat, wanneer en waarom? Informatiemanagement is hierbij de brug: het verbindt de logica van processen met de structuur van de informatie en het onderliggende datamodel.

Een krachtig hulpmiddel daarbij is IDEF — Integrated Definition — een methodiek uit de systeemwereld die functies en informatiestromen structureert. Het dwingt ons te denken in termen van systeemfunctionaliteit: wat moet het systeem doen, los van hoe het is geïmplementeerd? Vanuit die functionele specificatie ontwikkel je een systeemdefinitie. Daaruit volgt een productmodel (hoe realiseren we het geïntegreerde geheel), een productiemodel (hoe bouwen we het) en uiteindelijk een lifecyclemodel (hoe het systeem gebruikt, onderhouden en vernieuwd wordt gedurende zijn levenscyclus). Zie ook mijn eerdere artikel: Een pleidooi voor verantwoord digitaliseren.

AI heeft dit systeemdenken hard nodig. Want AI moet zich kunnen voeden met structurele, betrouwbare, betekenisvolle data. AI floreert niet in een wereld van losse procesfragmenten, maar in een goed gedefinieerd systeemlandschap. Daarom moeten we stoppen met het ontwikkelen van ‘intelligente processen’ en beginnen met het ontwerpen van intelligente systemen.

Systemen waarin data vloeit, functies logisch zijn opgebouwd en menselijke interactie bewust is vormgegeven.

Digitaal is geen werkwoord. Het is een wereldbeeld.

Digitaliseren is een werkwoord. Digitaal is een visie.

Wie echt digitaal wil zijn, moet durven herontwerpen. Niet optimaliseren wat er is, maar opnieuw bedenken wat mogelijk is. Vanuit data. Met architectuur. En met ruimte voor de mens.

Een digitale toekomst vraagt om een digitaal begin — niet om een gedigitaliseerd verleden.

Over de auteurs

  • Hans Timmerman

    Hans Timmerman is een echte kenner en trendwatcher op het gebied van IT. Hij heeft veel ervaring opgebouwd als Chief Technology Officer, in eerste instantie voor EMC2, dat later onder de vleugels van Dell Technology kwam. Hans is van huis uit elektrotechnisch ingenieur (TU Delft) en hij begon zijn carrière met het ontwerpen van moderne trams en treinen. Hij werkte vervolgens als toekomstverkenner bij de Stichting Toekomstbeeld der Techniek (STT) waar hij momenteel nog steeds bestuurslid is. Later werkte hij bij Fokker Aerospace als hoofd productieontwikkeling en hoofd CAD/CAM-center, bij Ericsson/NIRA als technisch directeur en bij het software bedrijf PTC als director professional services.

Gerelateerd nieuws

Clare’s Law tegen huiselijk geweld in Nederland: redmiddel of risico?

In het eerste halfjaar ontving Veilig Thuis ruim 66.000 meldingen van huiselijk geweld. Een stijging van 10 procent vergeleken met dezelfde periode in 2022. Terwijl deze cijfers toenemen, groeit ook de roep om slachtoffers beter te beschermen. Steeds vaker valt daarbij de naam Clare’s Law, een Britse wet waarmee politie-informatie over het geweldsverleden van (potentiële) partners kan worden gedeeld, wordt daarom steeds vaker besproken.

Zorg & Sociaal

EU-wetswijzingen 'digitale omnibus' zorgelijk voor grondrechten

Vandaag publiceert de Europese Commissie een voorstel om de digitale EU-regelgeving te versimpelen, de zogenaamde digitale omnibus. De verordeningen over AI en gegevensbescherming vormen daarin een belangrijk onderdeel. Het College voor de Rechten van de Mens signaleert een zorgwekkende afzwakking van de bescherming van grondrechten in het omnibusvoorstel.

NJCM waarschuwt dat Europese digitale ‘vereenvoudiging’ kan leiden tot aantasting mensenrechten

Onlangs zijn er voorstellen van de Europese Commissie om Europese digitale regels aan te passen uitgelekt (‘Digital Omnibus’). De Commissie beoogt met dit Omnibus-pakket een administratieve vereenvoudiging door middel van het wijzigen van bestaande wetgeving, waaronder de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), ePrivacy-richtlijn en de AI-Act.

Gepseudonimiseerde of geanonimiseerde gegevens? Hof van Justitie van de Europese Unie geeft duidelijkheid

In een eerdere blog schreef ik over de uitspraak van het Gerecht van de Europese Unie waarin opheldering werd gegeven over de vraag wanneer een gegeven als voldoende anoniem mag worden beschouwd en daarmee niet langer een persoonsgegeven is. In een recent arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie ('HvJ EU') wordt deze uitspraak van het Gerecht echter herzien. Het HvJ EU oordeelt opnieuw in de discussie rondom pseudonieme en anonieme persoonsgegevens.