Het CSBN 2025 laat zien dat Nederland te maken heeft met verschillende soorten cyberaanvallen, zoals ransomware, spionagecampagnes, DDoS-aanvallen en gerichte aanvallen op vitale infrastructuur. Opvallend echter is dat een aanzienlijk deel van de incidenten niet ontstaat door geavanceerde hacks, maar door kwetsbaarheden in systemen. Het rapport noemt onder meer softwarefouten, foutieve updates en verouderde systemen. Het zijn juist deze onbedoelde fouten die een ideale ingang voor cyberaanvallen vormen. Cybercriminelen kunnen bijvoorbeeld misconfiguraties of verouderde software misbruiken om vervolgens diep in een netwerk door te dringen. Menselijke fouten dragen hieraan bij. Denk bijvoorbeeld aan medewerkers die op een phishing-link klikken, of documenten die verkeerd worden geüpload.

Cyberveiligheid is dus niet alleen een technisch probleem, maar ook een menselijk en organisatorisch probleem. Veel incidenten komen namelijk voort uit een gebrek aan digitale basishygiëne, en niet zozeer uit een tekort aan technologische capaciteit. Het CSBN benadrukt daarom dat de oplossing niet primair ligt in steeds complexere verdedigingsmechanismen, maar in het versterken van de digitale basisprincipes, zoals opgesteld door het NCSC en DTC. Daaronder valt onder andere het tijdig installeren van updates en het goed beheren van toegang tot data en diensten. Ook het signaleren en melden van fouten en incidenten wordt benoemd, wat direct raakt aan organisatiecultuur.

De link tussen cybersecurity en een veilige meldcultuur

Effectieve cyberveiligheid valt voor een groot deel samen met menselijk gedrag en de cultuur van een organisatie waar incidenten plaatsvinden. Mensen zijn immers de zwakste schakel in digitale veiligheidssystemen: door onoplettendheid, het maken van fouten of de gevoeligheid voor omkoping. Zo blijkt uit onderzoek dat één op de drie Nederlanders wel eens te maken heeft gehad met phishing. In werkelijkheid zouden deze cijfers nog veel hoger kunnen liggen, aangezien niet iedereen altijd zal toegeven dat ze door phishing zijn misleid. Schaamte en angst voor repercussies spelen hierbij een grote rol.

We zien hier een direct verband met integriteitsschendingen. Mensen die zich niet veilig voelen om integriteitsschendingen te melden, zullen zich vrijwel zeker niet veilig voelen wanneer ze een fout maken met cybersecurity. Ook bij integriteitskwesties geldt dat wanneer medewerkers incidenten niet durven te melden, situaties veel groter kunnen worden dan ze al zijn. Wanneer organisaties hun werknemers afstraffen voor het maken van fouten, demotiveert dit werknemers om aan de bel te trekken. Daardoor worden deze organisaties niet alleen gevoeliger voor integriteitsschendingen, maar ook in toenemende mate voor cybercriminaliteit.

Organisatiecultuur speelt daarom een belangrijke rol bij het bevorderen van digitale veiligheid. Zo is het essentieel dat organisaties goed begrijpen welke risico’s voor hen relevant zijn. Dat betekent dat medewerkers moeten worden getraind in het herkennen van mogelijke incidenten, maar ook dat zij incidenten durven te melden wanneer er iets misgaat. Alleen dan kunnen organisaties tijdig ingrijpen en schade beperken.

Veilige meldcultuur als voorwaarde

De inzichten uit het CSBN 2025 laten zien dat technologische maatregelen slechts een deel van de oplossing vormen. Veel incidenten vinden hun oorsprong in menselijke fouten en een gebrek aan basishygiëne. Een veilige meldcultuur is daarom geen bijzaak, maar een absolute voorwaarde voor cybersecurity. Organisaties die medewerkers ruimte geven om fouten te melden, vergroten hun weerbaarheid voor zowel integriteitsschendingen als cyberdreiging.

Eerder dit jaar publiceerde TI-NL een handreiking om organisaties te begeleiden in het opzetten van een effectieve meldregeling en zo te ondersteunen bij het creëren van een veilige meldcultuur. De handreiking kan hier kosteloos worden gedownload.

Gerelateerd nieuws

‘Verduurzaming moet en kan eerlijker’

De verduurzaming van Nederland stokt. Een belangrijke oorzaak is dat veel mensen het beleid oneerlijk vinden. Veel mensen en kleine bedrijven worden buitengesloten en de lusten en lasten van verduurzaming zijn oneerlijk verdeeld. Om de verduurzaming vlot te trekken, is eerlijker en rechtvaardiger beleid nodig. Eerlijk verduurzamen betekent dat iedereen mee kan doen en dat iedereen die mee kan doen, dat ook doet. Dit stelt de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) in zijn advies ‘Eerlijk verduurzamen: randvoorwaarden voor rechtvaardig beleid’ dat vandaag is aangeboden aan minister Sophie Hermans van Klimaat en Groene Groei (KGG) en staatssecretaris Participatie en Integratie Jurgen Nobel van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW).

Leve de integrale visie, of blijven politiek en praktijk verslaafd aan ‘micro’?

Aan grote, samenhangende ideeën voor een beter systeem geen gebrek. Kijk maar naar de Omgevingswet. De brede(re) en integrale visie op de leefomgeving klonk en klinkt prachtig, maar wat zien we in de praktijk? Eerder een enorme bedrevenheid in het vinden van juridische geitenpaadjes die de grote dilemma’s omzeilen. Het lijkt een breder politiek en maatschappelijk probleem, waardoor grote transities haperen. Gelukkig zijn er lichtpuntjes.

Omgeving

'De ecologische crisis is niets anders dan een obsessie met spullen'

Klaas van Egmond (1946) is hoogleraar Geowetenschappen (in het bijzonder Milieukunde en Duurzaamheid) aan de Universiteit Utrecht. In ruste? Bepaald niet. Van Egmond trekt onder meer ten strijde tegen de afspraak in het Verdrag van Maastricht (1992) om in het Europees financieel bestel de private banken aan te wijzen als geldscheppende instanties. Het richtinggevend vermogen van de overheid, met name wat betreft duurzaamheid, wordt daardoor uitgehold. Valt dat nog terug te draaien?

Klimaat

AI en Auteursrecht: waarom een uitspraak uit München alles verandert

Op 11 november 2025 deed het Landesgericht München uitspraak in een zaak die de juridische wereld én de techsector op scherp zet: GEMA tegen OpenAI (zaaknummer 42 O 14139/24). Het ging om de vraag of het gebruik van auteursrechtelijk beschermde songteksten door generatieve AI-modellen zoals ChatGPT in strijd is met het auteursrecht. Het antwoord van de rechtbank? Ja. En dat is best baanbrekend.