Op papier ziet het er mooi uit, de afspraken die zijn gemaakt tussen ruim zeventig partijen over het bereiken van een gezondere levensstijl in 2040. Ruim vijf jaar geleden kwam het Nationale Preventieakkoord tot stand waarin tot doel werd gesteld om het alcoholverbruik, het roken en te weinig bewegen grondig aan te pakken.

Onvoldoende impact

Het RIVM deed, in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, onderzoek naar de effecten van het Preventieakkoord (1). En wat blijkt: de afspraken hebben naar verwachting onvoldoende impact, laten de modellen zien die voor de drie afzonderlijke gebieden – problematische drinkers, mensen met overgewicht en rokers – zijn opgetuigd.

De ambities voor 2040 worden bij alle drie de thema’s niet gehaald. Het RIVM berekende hoe de situatie in 2040 zal zijn met én zonder de afspraken. Het is voor de onderzoekers zonneklaar dat er extra en stevigere maatregelen nodig zijn om de ambities te halen. Ook “het intensiveren van de huidige maatregelen” kan bijdragen.

Alleen verbetering onder de rokers

Eigenlijk is alleen onder de rokers een positief signaal te zien. In 2040 zal een kleiner aantal mensen een sigaret opsteken. Het is slechts een geringe verbetering. Want ga maar na: de ambitie is dat 5 procent van de volwassen Nederland in 2040 nog rookt, terwijl dat volgens de berekeningen van het RIVM 10 procent zal zijn. Zonder de afspraken is dat 13 procent, dus in die zin een verbetering van 3 procent.

Preventie is hard nodig om de stijgende zorgkosten enigszins in toom te houden. Immers zetten die oplopende kosten ook de solidariteit in het zorgstelsel onder druk. Willen straks gezonde mensen nog wel hoge premies betalen als anderen in de samenleving – ondanks alle aansporingen – ongezond blijven leven?

  1. https://www.rivm.nl/nieuws/impact-nationaal-preventieakkoord-op-roken-overgewicht-en-problematisch-alcoholgebruik-nog

Over de auteurs

  • Tom Reijner

    Tom Reijner is Freelance journalist, onderzoeker en podcastmaker.

Gerelateerd nieuws

“Dit kan en moet minder” in jeugdzorg niet geloofwaardig

In het regeerprogramma van het kabinet Schoof staan een aantal behartigenswaardige zaken opgetekend over de jeugdzorg. Zo staat er dat nu één op de zeven jongeren een beroep op jeugdzorg doet, waar dit in 2000 nog één op de 27 was. Volgens hetzelfde programma “kan en moet dat minder, want dit is (ook financieel en qua arbeidsmarkt) niet houdbaar”. Om dit beroep te verminderen is het nodig dat er een wet over de inperking van de toegang tot de jeugdzorg in het Staatsblad komt. Het kabinet geeft aan dit te gaan opstellen. Maar hoe geloofwaardig is dit als het Rijk en de VNG dit al in 2021 hebben afgesproken? Het woord wetsvoorstel staat maar liefst 91 keer in het regeerprogramma. Opvallend is dat in tegenstelling tot de meeste wetsvoorstellen er voor deze geen tijdspad is opgenomen. Recent zien we de financiële tekorten in de jeugdzorg verder oplopen. Daarom moet er gekozen worden voor inperking én een inkomensafhankelijke ouderbijdrage.

Zorg & Sociaal

Contracteren integere zorgaanbieders: Begin bij het begin!

Publieke gelden bestemd voor de zorg, horen ook aan zorg te worden besteed. Helaas is dat lang niet altijd het geval. Dat blijkt onder meer uit een interessant onderzoek door de Algemene Rekenkamer in 2022 naar de effectiviteit van zorgfraudebestrijding ‘Een zorgelijk gebrek aan daadkracht’. Ook verschijnen hierover regelmatig berichten in de media.

Zorg & Sociaal

Fondsen zijn een gelijkwaardig alternatief voor financiering kwaliteitsimpulsen

Gemeenten of zorgverzekeraars financieren de levering van zorg via diverse vergoedingen als zorgprestaties, indicaties of zorgzwaartepakketten. Naast het bekostigen van zorg financieren zij ook veel andere taken voor meer kwaliteit zoals de organisatie van aanspreekbare teams in de wijkverpleging, passende zorg binnen de medisch specialistische zorg of het opleiden van nieuwe zorgmedewerkers. Hiervoor maken deze financiers gebruik van verschillende financieringswijzen, zoals een opslag op het tarief, een reservering op het integrale tarief, een taakgerichte lumpsumfinanciering of transformatiegelden.

Zorg & Sociaal

Wet Verbetering beschikbaarheid jeugdzorg: normaliseren in plaats van problematiseren

Zoals iedereen vast nog weet is de jeugdzorg in 2015 op zijn kop gezet door de verantwoordelijkheid bij de gemeenten te beleggen. De decentralisatie is tot stand gebracht met de gedachte dat de gemeente zelf het beste in staat is om op lokaal niveau maatwerk te leveren en domeinoverstijgend te werken. Dit heeft veel ten goede veranderd, maar heeft helaas niet opgeleverd waar op gehoopt was.

Zorg & Sociaal