Verschillende experts betrokken

De duurzaamheid van de zorg staat onder druk. In het zoeken naar oplossingen zijn er voor de ggz twee strekkingen: ‘rechtsom’ probeert met kwaliteitsbeleid, optimale (precisie of gepersonaliseerde) diagnostiek de verwijzing te verbeteren. Om de effectiviteit te verbeteren worden verschillende experts in het oordeel betrokken. Een scherpe triage wentelt ggz problematiek af, bijvoorbeeld naar het sociale domein. Kosten in de ggz worden vermeden. Maar deze strategie biedt geen oplossing voor de uitdagingen van de sector: de vraag neemt dramatisch toe, naar 50% van de jongeren. De ‘ideale’ verwijzing plaatst je geregeld op een wachtlijst omdat het aanbod (niet enkel financieel, maar ook in mankracht en expertise) schaars is. En ook in het sociale domein zijn de middelen beperkt en ontstaan wachtlijsten. De ‘linksom’ strekking stelt daarom dat voor alle burgers de ontwikkeling van psychische weerbaarheid een iteratief leerproces is. Uit onderzoek blijkt, dat wat bijdraagt aan weerbaarheid veel breder is dan door optimale diagnostiek en sector-triagering wordt gerealiseerd. Cruciaal is dat de ‘framing’ (paradigma verandering) dat hetgeen kan bijdragen aan de ontwikkeling van weerbaarheid (en waarvoor burgers motivatie kunnen opbrengen) breed en divers is.

Meer en beter van hetzelfde

Het VkG en haar betaaltitel is een klassieke ‘rechtsom’ strategie (meer en beter van hetzelfde), doordat het VkG gebeurt op indicatie van de huisarts als poortwachter van de ggz. Noden worden geplaatst in het medische domein en het VkG krijgt de connotatie van een triage waarbij de ene ‘wel expertzorg krijgt’ terwijl de ander ‘afgescheept’ wordt in het maatschappelijk domein. Initiatieven als ‘wasverzachters’ managen (goed bedoeld) mensen op de wachtlijst, maar communiceren niet dat ze waardige alternatieven zijn voor de nood van mensen. Terwijl ze dat wel zijn. Waarom ze dan voorstellen als pijnverzachters in afwachting van de ‘echte oplossing’ (behandeling op het eindpunt van de wachtrij)? Zelden wordt erbij gezegd dat voor de ‘ideale’ oplossing, waar lijdende mensen naar hunkeren, ook 7 of meer mensen behandeld moeten worden om 1 persoon extra te helpen. Specialisten aan het einde van de tunnel zijn geen tovenaars. We kijken in onze over-gespecialiseerde zorg met een kokervisie naar oplossingen die ons verblinden. Dit geldt voor de wanhopige burger, maar ook voor de zichzelf profilerende professionals. In deze wereld van schaarste is het onacceptabel om zinvolle en ‘ruim passende’ hulp geen evenwaardige plaats te geven. Het in betaaltitels gebetonneerde VkG richt ons kijken in de verkeerde richting. En omdat alternatieven geen financiering krijgen, komen ze niet tot ontwikkeling.

Goedkopere alternatieven uitgesloten

Het goede idee van een open verkennend gesprek dreigt te verstikken in de systemische complexiteit van de zorg. De zorgverzekeringswet is beperkt tot genezen van ziektes op basis van een limitatieve lijst handelingen. Begrijpelijk dat in een markt hierover scherp onderhandeld wordt. Andere, vaak goedkopere maar evenzeer werkzame alternatieven worden uitgesloten. Dit is niet billijk. Het goede idee van het VkG is om mensen in ernstige psychische nood, te helpen met een brede waaier aan strategieën. Het VkG is een dialoog met partners die creatieve input in de afweging van opties inbrengen. Niet de definitieve fit op de vraag, maar een waardevol idee om te verkennen, met blijvende open toegang voor alternatie keuzes in de toekomst.

‘Pseudo-optimalisering’

Een relevante strategie triageert kwetsbare mensen niet naar een silo waar zorgopties uit een andere silo niet beschikbaar zijn. Deze ‘pseudo-optimalisering’ is bijzonder problematisch voor mensen met complexe noden (de zgn. ernstige psychische aandoeningen of ‘epa’-zorgindicatie). Deze doelgroep heeft behoefte aan geïntegreerde zorg van professionals uit verschillende domeinen. In een specialistisch verzuild zorglandschap - zoals in Nederland - komen mensen aan het einde van het ernst-spectrum daarom moeilijker aan de noodzakelijke zorg. De extra diagnostische siloïsering in de ggz maakt paradoxaal dat zorgspecialisten voornamelijk met mensen met lage tot gemiddelde ernst (en minder comorbiditeit) werken.

Het andere VkG

Het is geen oplossing om alle mogelijk-relevante specialisten aan de triagetafel uit te nodigen om op die manier een optimaal afgewogen indicatie te stellen. De lijst professionals heeft immers geen limiet (ggz en sociaal domein, ervaringsdeskundige, verslavingsspecialist en LVB, huisarts en wijkverpleging, ouderen en jeugd…) en iedereen kan legitiem stellen niet alleen deskundig te zijn voor de complexiteit van de problematiek. Deze strategie ‘kannibaliseert’ de resources van de rest van de zorg en verschraalt deze nog verder. Het andere VkG vraagt om kennis uit de leefwereld van de betrokkene en proceskennis over patient-journeys in een eco-systeem.

Brede dialoog en positionering

Dit doorbreekt het koker-denken. Deze oplossing biedt geen gegarandeerd succes, maar dat is OK omdat in de ggz geen enkele indicatie (hoe professioneel ook) de zekerheid van een definitieve oplossing biedt. Een verkokerde en limitatieve blik op oplossingen is nefast voor de cliënt, maar ook voor professionals. Elke strategie die de opties voor mensen beperkt (bijvoorbeeld door een technisch-opgeschroefde maximalisatie van de best mogelijke verwijzing of triage) is potentieel ziekmakend. Het VkG verdient een bredere dialoog en positionering.

Over de auteurs

  • Philippe Delespaul

    Prof.Dr. Ph.A.E.G. (Philippe) Delespaul is Hoogleraar Innovatie in de Geestelijke Gezondheidszorg aan de Universiteit van Maastricht (vakgroep Psychiatrie en Neuropsychologie). Hij is bij Mondriaan in Maastricht/Heerlen werkzaam als psycholoog en adviseert de instelling en regio over zorginnovatie. Hij is bestuurslid van het CCAF, (F)ACT-Nederland, GIP-Benelux, Hersteltalent en de Stichting Nieuwe GGZ. Hij ontwikkelde de PsyMate™ methodiek om het dagelijkse leven van mensen in kaart te brengen. Hij is mede initiatiefnemer van de Nieuwe GGZ beweging.

Gerelateerd nieuws

Welzijn en sociale cohesie cruciaal voor weerbaarheid bij toekomstige crisis

Welzijn en sociale cohesie zijn belangrijke pijlers voor hoe de samenleving bestand is tegen een crisis, zoals een pandemie. Het is daarom belangrijk om hier voortdurend aandacht voor te hebben, zowel voor, tijdens als na een crisis. Ook draagt het (h)erkennen van leed door crises bij aan de veerkracht van de samenleving. Dat concludeert het Netwerk Gezondheidsonderzoek na Rampen (Netwerk GOR) bij het afronden van de Integrale Gezondheidsmonitor COVID-19, het onderzoeksprogramma (2021-2025) over de impact van de coronapandemie op de gezondheid.

Zorg & Sociaal

‘Kijk niet toe’: waarom geweld tegen vrouwen een mensenrechtenkwestie is

“Het begint zelden met een klap,” zegt Ineke Boerefijn. “Maar met controle, klein maken, grenzen verschuiven.” Geweld tegen vrouwen blijft een hardnekkig en groeiend mensenrechtenprobleem, ook in Nederland. Tussen 25 november en 10 december vindt wereldwijd de campagne Orange the World plaats, van de Internationale Dag tegen Geweld tegen Vrouwen en Meisjes tot de Internationale Mensenrechtendag. Beleidsadviseur Ineke Boerefijn en voorzitter Rick Lawson van het College voor de Rechten van de Mens leggen uit wat de oorzaken van dit geweld zijn, bespreken de nieuwste evaluatie van GREVIO en benadrukken de verantwoordelijkheid van overheid en samenleving om niet weg te kijken.

Onderzoek toont minder woondiscriminatie bij woningbezichtiging

Woningzoekenden krijgen steeds meer gelijke kansen in de particuliere huursector. Dat blijkt uit de vierde Landelijke monitor discriminatie bij woningverhuur. Voor het eerst wordt geen hard bewijs meer gevonden van discriminatie op basis van afkomst, seksuele voorkeur of geslacht van geïnteresseerden voor een woningbezichtiging. Wel gaat meer dan de helft van de verhuurbemiddelaars in op verzoeken om bepaalde groepen huurders uit te sluiten, ondanks toegenomen bewustzijn dat dit discriminerend is.

Omgeving

SCP: overheid, verwacht niet teveel van zelfredzaamheid en participatie van ouderen

Veel ouderen doen volop mee aan de samenleving. Ze zetten in op hun zelfstandigheid en gezondheid, doen vrijwilligerswerk, zorgen voor (klein)kinderen en sluiten aan bij ouderengroepen voor sociaal contact. Uit het onderzoek Doe je mee?! – Perspectieven op 'zinvolle' participatie van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) blijkt dat beleid uit moet gaan van realistische verwachtingen als het gaat over het stimuleren van ouderen om langer zelfstandig te blijven en mee te doen aan de samenleving. Het is belangrijk rekening te houden met het feit dat ouder worden niet volledig maakbaar is en dat er grenzen zitten aan meedoen.

Zorg & Sociaal