Inflatie plus een percentage opslag was de laatste jaren een vrij gangbaar uitgangspunt bij het berekenen van de jaarlijkse huurverhoging in de vrije sector.

Maar kantonrechters oordeelden in verschillende uitspraken dat huurverhogingen die zo tot stand komen in strijd zijn met de Europese Richtlijn 93/13/EEG. Die moet Europese consumenten beschermen tegen oneerlijke bedingen en voorwaarden in standaardovereenkomsten voor goederen en diensten die zij kopen. Huurovereenkomsten vallen daar ook onder, waarbij ‘huurgenot’ het goed is.

Vooralsnog betreft het losse uitspraken, waarin elke rechter eigen afwegingen maakt. In de toekomst verandert dat mogelijk: de Rechtbank Amsterdam stelde in januari prejudiciële vragen aan de Hoge Raad over hoe de huurverhogingen zich precies verhouden tot de Europese richtlijn. De antwoorden die de Raad hierop geeft, zijn leidend voor hoe rechters met het vraagstuk om moeten gaan.

De centrale vraag van de Rechtbank Amsterdam: is een opslag van maximaal 3 procent bovenop de inflatie een ‘oneerlijk beding’? Andere vragen gaan over de verdere uitwerking daarvan: als de opslag oneerlijk is, welk deel van de huurverhoging kunnen huurders dan terugvorderen, en tot wanneer gaat dat terug?

Miljarden terugbetalen aan huurders

Institutionele woningbeleggers maken zich grote zorgen en vroegen CBRE om de gevolgen door te rekenen van een mogelijk verbod op huurverhogingsbedingen en het terugdraaien van huurverhogingen. De conclusie van de vastgoedadviseur: als rechters met terugwerkende kracht een streep zetten door de huurverhogingen, lopen de kosten voor verhuurders in de miljarden euro’s.

CBRE rekende twee scenario’s door: één waarbij inflatiecorrectie is toegestaan, maar een opslag niet. Bij een verjaringstermijn van vijftien jaar moeten verhuurders dan 1,7 miljard euro terugbetalen aan hun huurders. Het tweede scenario is rigoureuzer: daarin is ook de inflatiecorrectie niet toegestaan. Dat kost verhuurders tot 6,4 miljard euro.

In de toekomst zou een verbod op inflatiecorrectie en opslag nog ingrijpendere gevolgen hebben, door lagere huurinkomsten en waardedaling van het vastgoed. Daarmee is het mogelijke oordeel van de Hoge Raad een absoluut schrikscenario voor de beleggers. “De mogelijke vernietiging van het huurverhogingsbeding in huurcontracten zal serieuze gevolgen hebben voor de woningmarkt, de verduurzaming van de gebouwde omgeving en voor pensioenen”, schrijft branchevereniging IVBN in een reactie op het rapport van CBRE.

Huurder kan niet verhuizen

Tegenover die zorgen staat dus wel dat de huurverhogingen mogelijk oneerlijk waren. De Rechtbank Amsterdam deelde daar in januari eerste argumenten voor.

Een huuropslag van maximaal 3 procent wordt “vooralsnog” als oneerlijk gekwalificeerd, vond deze rechter, om drie redenen: een opslag bovenop de inflatie kan het evenwicht tussen de huurder en verhuurder verstoren, er is geen redelijke grond voor de opslag, en de huurder heeft “geen reële mogelijkheid” om over te stappen naar een “andere leverancier van huurgenot”. Die laatste overweging impliceert dat het huidige woningtekort de huurverhogingen oneerlijk maakt.

Of de Hoge Raad er ook zo over denkt, moet nog blijken. Wanneer de Raad de vragen beantwoordt, is niet bekend, zegt een woordvoerder.

Over de auteurs

  • Kasper Baggerman

    Kasper Baggerman is Nieuwsredacteur Omgeving bij PONT | Omgeving. Hij is gespecialiseerd in de woningmarkt en leefbaarheid.

Gerelateerd nieuws

Landelijke gezondheidsdoelen nodig om zorg toegankelijk en betaalbaar te houden

De kloof tussen de zorgvraag en het zorgaanbod wordt steeds groter. Door de zorg anders te organiseren wordt er al veel bereikt. Maar dit is niet genoeg. De zorgkloof verkleinen we alleen als de samenleving gezonder wordt. Met overkoepelende gezondheidsdoelen kunnen de overheid en de hele samenleving hier gericht aan werken. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) pleit om die reden in de Stand van de zorg 2024 voor het wettelijk vastleggen van niet-vrijblijvende gezondheidsdoelen.

Zorg & Sociaal

“Dit kan en moet minder” in jeugdzorg niet geloofwaardig

In het regeerprogramma van het kabinet Schoof staan een aantal behartigenswaardige zaken opgetekend over de jeugdzorg. Zo staat er dat nu één op de zeven jongeren een beroep op jeugdzorg doet, waar dit in 2000 nog één op de 27 was. Volgens hetzelfde programma “kan en moet dat minder, want dit is (ook financieel en qua arbeidsmarkt) niet houdbaar”. Om dit beroep te verminderen is het nodig dat er een wet over de inperking van de toegang tot de jeugdzorg in het Staatsblad komt. Het kabinet geeft aan dit te gaan opstellen. Maar hoe geloofwaardig is dit als het Rijk en de VNG dit al in 2021 hebben afgesproken? Het woord wetsvoorstel staat maar liefst 91 keer in het regeerprogramma. Opvallend is dat in tegenstelling tot de meeste wetsvoorstellen er voor deze geen tijdspad is opgenomen. Recent zien we de financiële tekorten in de jeugdzorg verder oplopen. Daarom moet er gekozen worden voor inperking én een inkomensafhankelijke ouderbijdrage.

Zorg & Sociaal

Contracteren integere zorgaanbieders: Begin bij het begin!

Publieke gelden bestemd voor de zorg, horen ook aan zorg te worden besteed. Helaas is dat lang niet altijd het geval. Dat blijkt onder meer uit een interessant onderzoek door de Algemene Rekenkamer in 2022 naar de effectiviteit van zorgfraudebestrijding ‘Een zorgelijk gebrek aan daadkracht’. Ook verschijnen hierover regelmatig berichten in de media.

Zorg & Sociaal

Fondsen zijn een gelijkwaardig alternatief voor financiering kwaliteitsimpulsen

Gemeenten of zorgverzekeraars financieren de levering van zorg via diverse vergoedingen als zorgprestaties, indicaties of zorgzwaartepakketten. Naast het bekostigen van zorg financieren zij ook veel andere taken voor meer kwaliteit zoals de organisatie van aanspreekbare teams in de wijkverpleging, passende zorg binnen de medisch specialistische zorg of het opleiden van nieuwe zorgmedewerkers. Hiervoor maken deze financiers gebruik van verschillende financieringswijzen, zoals een opslag op het tarief, een reservering op het integrale tarief, een taakgerichte lumpsumfinanciering of transformatiegelden.

Zorg & Sociaal