Waar goede zorg voorheen gezien werd als het domein van de professional, werd daar vanaf begin huidige eeuw het perspectief van de patiënt aan toegevoegd om persoonsgerichte zorg en samen beslissen vorm te geven en is het idee de afgelopen jaren dat ook maatschappelijke inbedding noodzakelijk is om te spreken van goede zorg.

Voortschrijdend inzicht laat zien dat zorg minder meetbaar en maakbaar is dan we vroeger dachten, dat contextuele factoren een belangrijke rol spelen en dat het gaat om een complex veld waar verschillende belangen, overtuigingen en perspectieven invloed op hebben. Niet erg geschikt voor een one size fits all blauwdruk, veel meer geschikt voor duiding van data en dialoog vanuit vertrouwen.

Meerdere stakeholders betrokken

Bij een transformatieproces zijn altijd meerdere stakeholders betrokken; professionals, brancheorganisaties, patiënten, naasten, betalers en overheidspartijen zoals het ZorgInstituut (ZIN), de Nederlandse Zorgautoriteit (NZA) en de inspectie gezondheidszorg en jeugd (IGJ). Iedereen heeft een eigen rol en samen zijn ze verantwoordelijk voor betaalbare, toegankelijke en kwalitatief goede zorg in Nederland.

Dus als de zorg verandert, moeten ook de verschillende rollen tegen het licht gehouden worden. Het nieuwsbericht over toezicht op suïcides in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) laat zien dat IGJ zich minder gaat richten op het beoordelen van de onderzoeken die gedaan zijn na suïcide meldingen maar meer gaat kijken naar het resultaat van de verbeteracties en de ontwikkeling van het suïcide preventiebeleid in een GGZ-organisatie.

Leren en verbeteren voorop

De IGJ wil een beter beeld krijgen door hierover in gesprek te gaan met organisaties. Dit past helemaal bij een veranderende rol in het transformatieproces maar ook bij het nieuwe kwaliteitsdenken van de kwaliteitsraad van het ZIN waarin leren en verbeteren voorop staat en niet afrekenen of verantwoording afleggen.

Zorg is zoals gezegd complex en niet maakbaar, waarbij toeval en pech ook nog eens een belangrijke rol kunnen spelen en dus niet alles vooraf te voorspellen is. Dat vraagt om een incrementele gezamenlijke aanpak. Waar mensen aan het werk zijn worden fouten gemaakt en natuurlijk moet je een organisatie zo inrichten dat de kans hierop zo klein mogelijk is.

Maar 100% voorkomen dat er dingen misgaan is een illusie. Als calamiteiten, zoals een suïcide(poging), zich voordoen heeft het echter weinig zin ze ‘af te straffen’ door de controledruk op de professionals en de organisatie te verhogen. Ten eerste kun je daarmee de situatie niet ongedaan maken of terugdraaien, ten tweede wordt kwaliteit niet beter maar slechter als er onder te veel druk gewerkt moet worden en ten derde kun je calamiteiten beter zien als een belangrijke bron voor leren.

Toezicht op leer-en verbeterproces

Wat kun je leren van de opeenvolgende gebeurtenissen die hebben geleid tot de slechte uitkomst, wat zouden we een volgende keer anders kunnen doen, hoe kunnen we ons beleid verder verbeteren om deze situatie in de toekomst te voorkomen. Het toezicht houden op een leer- en verbeterproces vraagt om gezamenlijke dialoog, een open gesprek waarin iedereen zich durft uit te spreken over onzekerheden en twijfels zonder het gevoel te hebben daar direct op afgerekend te worden.

Zelden of nooit zijn suïcidepogingen of geslaagde suïcides terug te voeren op 1 enkele fout, persoon of gebeurtenis. Het gaat om een opeenstapeling van factoren die allemaal een meer of mindere rol spelen en elkaar over en weer beïnvloeden en daarom is het belangrijk hier altijd open met elkaar, naasten en toezichthouders op te reflecteren.

Zorg verlenen is teamwerk en daarin moeten alle rollen bijdragen aan de beste kwaliteit. Tegenover elkaar staan verlamt en stagneert goede zorg. Met elkaar vanuit verschillende perspectieven leren en verbeteren is de enige weg voorwaarts en helpt de transformatie de goede kant uit.

Over de auteurs

  • Floortje Scheepers

    Floortje Scheepers is (kinder- en jeugd)psychiater, hoogleraar innovatie in de psychiatrie en afdelingshoofd van de afdeling psychiatrie in het UMC Utrecht. Zij houdt zich bezig met verschillende innovatieprojecten waarmee ze de GGZ hoopt te transformeren naar een netwerkorganisatie waarin kennis en kunde gedeeld worden en behandeldoelen gezien worden als een gezamenlijke verantwoordelijkheid.

Gerelateerd nieuws

Mentale gezondheid jongeren gaat achteruit, bij volwassenen stabiel

De mentale gezondheid van jongeren is achteruit gegaan. Dat blijkt uit het nieuwste kwartaalonderzoek (juni 2025) van het Netwerk Gezondheidsonderzoek bij Rampen. Zo voelden meer jongeren zich eenzaam, ervaarden ze meer stress en dachten meer jongeren serieus aan zelfdoding.

Zorg & Sociaal

Grote versnelling nodig tegen gebrekkige gegevensuitwisseling in de zorg

De gebrekkige gegevensuitwisseling in het Nederlandse zorgsysteem leidt tot onnodige zorg, vermijdbare medische fouten en soms zelfs tot blijvende schade voor patiënten. Dat stelt Patiëntenfederatie Nederland op basis van eigen onderzoek en gesprekken met patiënten en professionals. De federatie roept in aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen op tot grote versnelling om het probleem structureel op te lossen. “Goede zorg begint bij goede informatie,” zegt directeur-bestuurder Arthur Schellekens. “Zolang die informatie niet beschikbaar is waar en wanneer dat nodig is, verspillen we kostbare capaciteit en lopen patiënten onnodig risico.”

Zorg & Sociaal

‘Door elkaar echt te leren kennen, ontdek je dat ‘tegenwerking’ niet voortkomt uit onwil’

Ze zijn feitelijk met weinig, maar kosten de samenleving veel: jongeren die verblijven in residentiële jeugdzorg, bijna achttien jaar worden en waarvan niemand exact weet waar ze na hun 18e kunnen wonen en eventueel zorg kunnen krijgen. Met als gevolg dat een deel van hen verdwaald in de lokettenjungle en dak- of thuisloos wordt. Aan de twee implementatiecoördinatoren van de Landelijke Aanpak 16-27 vragen we daarom: hoe lukt het gemeenten wel deze groep jongeren te ondersteunen naar een duurzame woon- of zorgplek?

Zorg & Sociaal

Stelselsturing in de jeugdzorg: van intentie naar impact

De jeugdzorg kraakt. Niet door gebrek aan inzet of visie, maar door een overdaad aan intenties, rapporten en tijdelijke oplossingen. De Hervormingsagenda Jeugd moet hier verandering in brengen, maar zolang het aan bestuurlijke daadkracht ontbreekt, blijven jongeren en professionals gevangen in een stelsel dat te weinig werkt.

Zorg & Sociaal