Een stevige aanpak van criminaliteit en terreur

Een van de pijlers van het hoofdlijnenakkoord betreft: “Nederlanders veilig houden door een stevige aanpak van criminaliteit en terreur.” Een belangrijk onderdeel van deze stevige aanpak is de verhogende inzet op confiscatie van vermogen, waarbij de Europese aanpak wordt overgenomen. Aandacht voor confiscatie van vermogen is geen nieuwe trend – “misdaad mag niet lonen” is een door criminaliteit bestrijders veel en graag gebruikt adagium – maar zal nu voortborduren op de recent in werking getreden EU-Richtlijn betreffende ontneming en confiscatie van vermogensbestanddelen (waar in een recente blog van JahaeRaymakers nader op is ingegaan). Aangekondigd is dat het eerder ingediende ‘Wetsvoorstel confiscatie crimineel vermogen’ zal worden aangepast conform deze EU-Richtlijn.

Een ander essentieel onderdeel van de voorgenomen stevige aanpak van criminaliteit en terreur is de ‘versterkte’ anti-witwasaanpak. Op welke wijze de ‘versterking’ van de anti-witwasaanpak vorm zal krijgen is nog onduidelijk. Voor de anti-witwasaanpak wordt niet specifiek verwezen naar de Europese aanpak, terwijl ook ten aanzien van de anti-witwasaanpak sprake is van zeer relevante ontwikkelingen op Europees niveau. Zo is op 30 mei 2024 de definitieve tekst aangenomen van een nieuwe anti-witwasverordening (AMLR) en van de zesde anti-witwasrichtlijn (AMLD6) (zie de eerdere blog van JahaeRaymakers hierover).

Het verdient onzes inziens aanbeveling dat bij de ‘versterking’ van de anti-witwasaanpak in ieder geval aandacht wordt besteed aan de rol van de overheid alsmede aan knelpunten en belemmeringen die (onder meer) poortwachters ervaren in de uitvoering van de anti-witwasaanpak.

Dat al langere tijd geluiden hoorbaar zijn dat poortwachters ondersteuning, duidelijke sturing en prioritering vanuit de overheid missen, volgt onder meer uit een rapport van augustus 2023 van KPMG alsmede uit een studie van DNB. Uit het onderzoek van KPMG volgt onder meer dat poortwachters kampen met conflicterende wet- en regelgeving en het risico lopen hard te worden aangepakt als ze volgens diezelfde overheid hun rol niet goed genoeg vervullen. Daardoor zouden poortwachters zich in sommige situaties gedwongen voelen meer te doen dan nodig is. Daar hebben deze klanten, zowel ondernemingen als burgers, steeds meer last van. Dit is onder andere in de vorm van herhaalde, disproportionele verzoeken om informatie en documentatie en het onnodig weigeren, beperken of uitsluiten (‘de-risking’) van klanten.

Fraude in de zorg wordt aangepakt

De aandacht voor fraude met zorggelden is geen nieuw fenomeen. Zo is de bestrijding van zorgfraude één van de huidige prioriteiten van het Openbaar Ministerie. Twee jaar geleden is een kritisch rapport verschenen van de Algemene Rekenkamer waaruit volgde dat de bestrijding van fraude met publiek zorggeld in de praktijk niet of nauwelijks werkt. Hoewel dat toezichthouders en opsporingsinstanties veel overleg hebben met zorgverzekeraars en gemeenten over vermeende gevallen van zorgfraude, zou de pakkans voor fraudeurs laag zijn. Ondanks voornoemd kritisch rapport en de toegenomen aandacht, zou de aanpak van zorgfraude nog steeds niet op orde zijn.

De bescherming van klokkenluiders wordt versterkt

Ten aanzien van de versterking van de bescherming van klokkenluiders lijkt aansluiting te worden gezocht bij de initiatiefnota die Omtzigt in april 2022 heeft ingediend ter verbetering van de Wet bescherming klokkenluiders. Zo verwees NSC in haar verkiezingsprogramma naar voornoemde initiatiefnota. In deze nota zijn 15 concrete verbetervoorstellen gedaan, waaronder: (1) stel een fonds in voor klokkenluiders voor onder andere psychosociale ondersteuning en juridische bijstand voor de melders, (2) stel afschrikwekkende sancties in tegen werkgevers die melders benadelen, (3) maak anonieme meldingen mogelijk, en (4) garandeer de vertrouwelijkheid van de melding.

De initiatiefnota dateert van voor de definitieve vaststelling van de Wet bescherming klokkenluiders; deze wet is inmiddels (in 2023) grotendeels in werking getreden. Daarbij komt dat een aantal van de verbetervoorstellen momenteel (deels) wordt onderzocht, waaronder door middel van de pilot psychosociale ondersteuning van klokkenluiders bij Slachtofferhulp Nederland en consultatie van het (concept) Besluit anoniem melden vermoedens van misstanden. Het is dan ook nog onduidelijk hoe de (verdere) versterking precies vorm zal krijgen.

De Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 wordt zo snel mogelijk geactualiseerd

Volgens het hoofdlijnenakkoord dienen de bevoegdheden van de veiligheidsdiensten in verband met de digitale ontwikkelingen in de wetgeving te worden aangepast. Wat hiermee precies wordt bedoeld is nog onduidelijk.

Op 1 juli 2024 is de “Tijdelijke wet onderzoeken AIVD en MIVD naar landen met een offensief cyberprogramma, bulkdatasets en overige specifieke voorzieningen” in werking getreden. Met deze wet hebben de inlichtingen- en veiligheidsdiensten meer mogelijkheden gekregen om onderzoek te doen naar landen met een offensief cyberprogramma tegen Nederland of Nederlandse belangen. Normaal is de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 (Wiv 2017) van toepassing, maar als de inlichtingen- en veiligheidsdiensten vermoeden dat het gaat om een land met een offensief cyberprogramma, kunnen zij zich beroepen op deze nieuwe wet. Hierdoor worden hun bevoegdheden vergroot. Volgens de AIVD kunnen de diensten door het dynamische toezicht in een lopend onderzoek, waarbij een cyberaanvaller bijvoorbeeld overstapt naar een nieuwe server of apparaat, deze blijven volgen zonder dat de operatie moet worden stilgelegd voor het opnieuw indienen van een toestemmingsaanvraag. De strafbaarstelling van overtreding van de medewerkingsverplichtingen in de Wiv 2017 blijft ongewijzigd.

Aanpak van digitale dreigingen door statelijke actoren en cybercriminelen wordt versterkt

De regering wil voorts de aanpak van digitale dreigingen door statelijke actoren en cybercriminelen versterken door in te zetten op een intensieve samenwerking tussen de overheid, veiligheidsdiensten, wetenschap en het bedrijfsleven. Daarnaast wil ze de maximumstraffen voor cybercriminaliteit verhogen en spionage strenger bestraffen. Ook zullen de bevoegdheden en middelen van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten uitgebreid worden voor het tegengaan van economische spionage (economische spionage is een middel om bedrijfsgeheimen, specifieke kennis of technologie te stelen). Tot slot denkt de regering de aanpak van digitale dreigingen te versterken door het afbouwen van elektronica, zoals scanapparatuur, in strategisch belangrijke sectoren en diensten vanuit landen met verhoogde spionagerisico’s.

Wat betekent dit voor u en/of uw onderneming?

Het hoofdlijnenakkoord bevat op het gebied van compliance en financieel-economisch strafrecht nog weinig concrete plannen. Desalniettemin kan het hoofdlijnenakkoord wel al iets zijn om rekening mee te houden bij uw bedrijfsvoering, aangezien het de richting van het kabinetsbeleid aangeeft. Het is dan ook te verwachten dat de hierboven genoemde onderwerpen de komende jaren meer aandacht zullen krijgen vanuit zowel de politiek als de opsporingsinstanties.

Over de auteurs

  • Miranda de Mik

    Miranda de Mik is advocaat bij JahaeRaymakers Advocaten. Miranda verleent bijstand aan zowel natuurlijke personen als ondernemingen op het gebied van het financieel-economisch strafrecht. Daarnaast adviseert Miranda over compliance-vraagstukken, bijvoorbeeld met betrekking tot de verplichtingen van ondernemingen die voortvloeien uit de Wwft.

Gerelateerd nieuws

‘Verduurzaming moet en kan eerlijker’

De verduurzaming van Nederland stokt. Een belangrijke oorzaak is dat veel mensen het beleid oneerlijk vinden. Veel mensen en kleine bedrijven worden buitengesloten en de lusten en lasten van verduurzaming zijn oneerlijk verdeeld. Om de verduurzaming vlot te trekken, is eerlijker en rechtvaardiger beleid nodig. Eerlijk verduurzamen betekent dat iedereen mee kan doen en dat iedereen die mee kan doen, dat ook doet. Dit stelt de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) in zijn advies ‘Eerlijk verduurzamen: randvoorwaarden voor rechtvaardig beleid’ dat vandaag is aangeboden aan minister Sophie Hermans van Klimaat en Groene Groei (KGG) en staatssecretaris Participatie en Integratie Jurgen Nobel van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW).

Leve de integrale visie, of blijven politiek en praktijk verslaafd aan ‘micro’?

Aan grote, samenhangende ideeën voor een beter systeem geen gebrek. Kijk maar naar de Omgevingswet. De brede(re) en integrale visie op de leefomgeving klonk en klinkt prachtig, maar wat zien we in de praktijk? Eerder een enorme bedrevenheid in het vinden van juridische geitenpaadjes die de grote dilemma’s omzeilen. Het lijkt een breder politiek en maatschappelijk probleem, waardoor grote transities haperen. Gelukkig zijn er lichtpuntjes.

Omgeving

'De ecologische crisis is niets anders dan een obsessie met spullen'

Klaas van Egmond (1946) is hoogleraar Geowetenschappen (in het bijzonder Milieukunde en Duurzaamheid) aan de Universiteit Utrecht. In ruste? Bepaald niet. Van Egmond trekt onder meer ten strijde tegen de afspraak in het Verdrag van Maastricht (1992) om in het Europees financieel bestel de private banken aan te wijzen als geldscheppende instanties. Het richtinggevend vermogen van de overheid, met name wat betreft duurzaamheid, wordt daardoor uitgehold. Valt dat nog terug te draaien?

Klimaat

AI en Auteursrecht: waarom een uitspraak uit München alles verandert

Op 11 november 2025 deed het Landesgericht München uitspraak in een zaak die de juridische wereld én de techsector op scherp zet: GEMA tegen OpenAI (zaaknummer 42 O 14139/24). Het ging om de vraag of het gebruik van auteursrechtelijk beschermde songteksten door generatieve AI-modellen zoals ChatGPT in strijd is met het auteursrecht. Het antwoord van de rechtbank? Ja. En dat is best baanbrekend.