In een brandbrief aan het kabinet uiten de ondertekenaars, waaronder experts op het gebied van cybersecurity, internetproviders, digitale rechtenorganisaties en hoogleraren, hun ernstige zorgen over de verordening. Zij stellen dat de wet “buiten proportie, onduidelijk en onveilig” is. Volgens hen is de technologie waarop de wet is gebaseerd, client-side scanning, een onbetrouwbare manier om encryptie te omzeilen en kan leiden tot onschuldige mensen die ten onrechte worden verdacht.

Een belangrijk punt van kritiek is dat de verordening alle communicatie-apps verplicht om software te installeren die alle foto’s van gebruikers scant, zelfs voordat ze verzonden worden. Dit wordt gezien als een ernstige inbreuk op de privacy, vergelijkbaar met “een politieagent in elke slaapkamer”. Bovendien is het onduidelijk hoe deze technologie zal werken met versleuteling, die juist dient om de privacy van gebruikers te beschermen.

Experts waarschuwen dat de massale surveillance die de wet mogelijk maakt, zal leiden tot een “onveiligere digitale wereld”. Criminelen zullen simpelweg hun toevlucht nemen tot andere kanalen die niet worden gecontroleerd, terwijl onschuldige burgers blootgesteld worden aan onnodige controle en mogelijke fouten. De brief benadrukt de bezorgdheid over de praktische haalbaarheid van de voorgestelde wet. Experts stellen dat de technologie die nodig is voor de scans, met name voor het identificeren van “onbekend” materiaal, nog steeds erg onduidelijk is. De bezorgdheid over client-side scanning werd ook gedeeld door de Juridische Dienst die de Raad van Europa adviseert. Zij noemden het een “buitenproportionele beperking van grondrechten” en “grote juridische onzekerheid”.

De ondertekenaars dringen er bij het kabinet op aan om “ondubbelzinnig tegen de surveillancewet te stemmen” tijdens de stemming in de JBZ-raad (Raad Justitie en Binnenlandse Zaken) op 11 oktober. Zij benadrukken dat Nederland een sleutelrol kan spelen in de Europese besluitvorming en pleiten voor een geheel nieuw voorstel dat zich richt op effectieve en privacy-vriendelijke maatregelen ter bestrijding van online kindermisbruik. De brief wijst erop dat Nederland reeds effectieve methoden heeft om online kindermisbruik te bestrijden, met onafhankelijke autoriteiten, goede samenwerking en een laagdrempelig meldsysteem. De ondertekenaars pleiten voor een Europese aanpak die deze sterke punten benut.

Gerelateerd nieuws

Samenwerking bij industriële woningbouw – bouwstenen voor een nieuwe bouwcultuur

Op 9 november verscheen in ‘NH Bouwstroom Buurtwaarts’ een samenvatting van een artikel van Mariëlle Hoefsloot, directeur van de Federatie, over de totstandkoming van een nieuwe bouwcultuur. Hierin stelt Mariëlle dat samenwerking tussen overheid, gemeenten, ontwikkelaars, bouwers, ontwerpers en maatschappelijke organisaties cruciaal is om kwalitatief hoogwaardige en toekomstbestendige woonomgevingen te realiseren. Het artikel bespreekt het Governance-kader en de bijbehorende Routekaart, die samen de bouwstenen en kwaliteitsingrediënten laten zien voor effectief samenwerken en sturen op ruimtelijke kwaliteit.

Omgeving

Kinderen in een onveilige thuissituatie hebben een grotere kans op ontwikkelingsproblemen

Huiselijk geweld (kindermishandeling en partnergeweld) is een complex en hardnekkig probleem en kan grote gevolgen voor kinderen hebben, zoals ontwikkelingsproblemen en lagere schoolresultaten. Hoe voelen deze kinderen zich op school? En kan de school iets betekenen in het tegengaan van ontwikkelingsproblemen bij deze groep kinderen?

Zorg & Sociaal

Ondernemingsraad en achterbanoverleg: toestaan of niet?

Wanneer een ondernemingsraad wordt betrokken bij een belangrijk voorgenomen besluit, wil de ondernemingsraad vaak weten wat leeft onder de werknemers. De ondernemer wil graag rust op de werkvloer en bescherming van vertrouwelijke informatie. De Wet op de ondernemingsraden (WOR) heeft geen duidelijke oplossing voor dit spanningsveld. Dit roept de vraag op wanneer de ondernemingsraad werknemers mag raadplegen, en wanneer niet?

Topbestuurders zien AI als oplossing voor klimaatambities, niet als bedreiging

Topbestuurders zien Kunstmatige Intelligentie (AI) als belangrijk hulpmiddel voor het behalen van klimaatdoelen. Dat blijkt uit een wereldwijd onderzoek van KPMG onder ruim 1.200 CEO’s en bestuursvoorzitters in twintig landen. De meeste ondervraagde topbestuurders (87 procent) geven aan dat AI-toepassingen bijdragen aan het realiseren van net-zero-doelen. Hoewel slechts 30 procent van de organisaties op korte termijn prioriteit geeft aan het verbeteren van het energieverbruik door AI, is 96 procent ervan overtuigd dat er in de toekomst voldoende duurzame energie beschikbaar zal zijn om aan de energievraag van AI te voldoen.