Margreet van Zanten spreekt op 1 november haar inaugurele rede uit. In haar onderzoek richt ze zich zowel op de neerslag van stikstof, als op het preciezer in kaart brengen van de uitstoot van broeikasgassen en luchtvervuilende stoffen. Ze is haar buitengewoon hoogleraarschap afgelopen februari begonnen. De leerstoel wordt mede mogelijk gemaakt door het RIVM, waar ze als hoofd van de Emissieregistratie al ruim 15 jaar aan deze onderwerpen werkt.

Wat er in de lucht gebeurt

‘In de atmosfeer zien we een aaneenschakeling van processen,’ vertelt Van Zanten. ‘Broeikasgassen en vervuilende stoffen komen in de lucht terecht, verspreiden zich, en dalen ook altijd weer ergens neer.’ Ze heeft haar rede dan ook de titel What goes up must come down gegeven. ‘Ik wil het inzicht in deze processen vergroten, onder andere om beter te kunnen modelleren. Want niet alleen kennis over deze processen is essentieel bij het maken van beleid, er zijn ook rekenmodellen bij nodig. Daarmee kunnen we bijvoorbeeld in kaart brengen wat het verwachte effect van schonere auto’s zal zijn op de luchtkwaliteit. Hoe preciezer die voorspellingen zijn, hoe meer handvatten beleidsmakers hebben bij het nemen van de juiste beslissingen.’

Concentraties van stoffen die in de atmosfeer terechtkomen, zijn met instrumenten vaak goed te meten of via satellieten te bepalen. ‘Maar er kunnen natuurlijk niet overál meetstations staan,’ legt Van Zanten uit. ‘Daarom zijn rekenmodellen zo belangrijk. Na invoer van de emissies berekenen we er de totale concentraties van stoffen in de lucht mee. Als je weet hoe hoog die zijn, kun je ook inschatten hoe die stoffen zich zullen verspreiden, en hoeveel er zal neerdalen op de grond. Dus bijvoorbeeld hoeveel stikstof er in Natura 2000-gebieden terecht komt.’

Modellen vergelijken met metingen

Het stikstofbeleid – of juist uitstel daarvan – leidt regelmatig tot sociaaleconomische dilemma’s en fel debat. Er leven in de maatschappij ook veel vragen over de manier waarop stikstofdepositie wordt berekend. ‘Ik begrijp die vragen wel,’ zegt Van Zanten. ‘De belangen zijn groot, maar op dit moment zijn dit soort berekeningen de beste methoden die we hebben. Uiteraard kan er nog veel verbeterd en ontwikkeld worden, en daar wil ik aan bijdragen.’

In haar onderzoek vergelijkt ze daarom de uitkomsten van modellen met de werkelijke metingen buiten, zowel voor emissies als voor depositie: ‘We voeren checks uit of de emissies in de Emissieregistratie overeenkomen met wat we uit satellietobservaties afleiden. Of we bijvoorbeeld niet ergens een bron missen, of denken dat er op de verkeerde plek emissies vrijkomen.’ Voor depositie gaat het om halfuurlijkse metingen van droge depositie van ammoniak (ammoniak die direct vanuit de lucht op de grond terechtkomt, dus niet via regenval). Bijvoorbeeld boven het bos op de “Loobos”-meetlocatie van Wageningen University & Research. Die metingen worden vergeleken met modeluitkomsten. ‘Als de uitkomsten hetzelfde zijn, begrijpen we hoe het werkt. Maar bij grote verschillen moeten we uitzoeken waarom het proces dat we in de metingen zien, nog niet goed in de modellen te “vangen” is. Zo vergroten we zowel onze kennis over de fysieke processen in de lucht, als de nauwkeurigheid van de voorspellingen van modellen.’

Van Zanten hoopt met de leerstoel een verbindende schakel te zijn tussen de nieuwe technieken en inzichten die universiteiten ontwikkelen, en de toepassingen door het RIVM. Ze spreekt haar inaugurele rede uit op vrijdag 1 november (16.00 uur) in gebouw Omnia, Wageningen Campus.

Gerelateerd nieuws

Industrie onmisbaar voor toekomst maar staat onder zware druk

De industrie in Nederland staat onder grote druk. De eerste massaontslagen zijn een feit, duurzame fabrieken worden gesloten of niet afgebouwd en steeds vaker vinden investeringen buiten Nederland plaats. Terwijl we nu en in de toekomst een duurzame industrie nodig hebben voor onze producten, welvaart en weerbaarheid. VNO-NCW roept de politiek dan ook op om er de komende jaren samen met de industrie voor te zorgen dat bedrijven hier behouden blijven. En om obstakels weg te halen zo dat bedrijven de investeringen voor de broodnodige transities kunnen doen. Samen kunnen we dit oplossen. Vandaag sprak de Tweede Kamer over verduurzaming van de industrie.

Klimaat

Zorg voor duurzame energie van eigen bodem, betaalbaar voor iedereen, in een schone economie

Wat moet het nieuwe kabinet als eerste doen voor de energietransitie en duurzaamheidsontwikkeling? We vroegen het aan Olof van der Gaag, voorzitter NVDE.

Klimaat

Nederland wil tijdelijke stikstofdepositie bij duurzame energieprojecten vergunningvrij maken

Op 4 en 5 september 2025 vindt in Kopenhagen een informele bijeenkomst van de ministers van Energie (“informele Energieraad”) plaats. In aanloop naar de informele Energieraad deelde de minister van Klimaat en Groene Groei (“KGG”) op 19 augustus 2025 in een Kamerbrief de geannoteerde agenda en het Nederlandse non-paper “Versnellen van de energietransitie met tijdelijke, beperkte stikstofdepositie”. In deze blog bespreken Erwin Noordover en Chanym Alekperova het non-paper en het verzoek daarin van het kabinet aan de Europese Commissie om tijdelijke, beperkte stikstofdepositie bij hernieuwbare energieprojecten vergunningvrij te maken.

Klimaat

Einde salderingsregeling, wat verandert er voor boeren (en burgers) op 1 januari 2027?

Wat betekent de terugleverheffing en het einde van de salderingsregeling voor boeren (en burgers) met zonnepanelen?

Omgeving