Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie
De Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Wgiw) bepaalt dat gemeenten iedere 5 jaar een warmteprogramma moeten opstellen. Daarmee maken zij inzichtelijk welke gebieden binnen een bepaalde termijn van het aardgas af gaan en wat de mogelijke warmtealternatieven zijn.
Gemeenten geven daarmee gebouweigenaren, netbeheerders, warmteleveranciers en andere partijen duidelijkheid over de toekomstige warmtevoorziening van wijken. Dit zorgt er mede voor dat alle betrokkenen hun capaciteit en middelen planmatig en efficiënt kunnen inzetten.
De wet biedt gemeenten de bevoegdheid om in het uiterste geval met een raadsbesluit het omgevingsplan te wijzigen en de einddatum voor het gebruik van aardgas in een bepaald gebied vast te stellen. Met deze stok achter de deur kan worden voorkomen dat het gasnetwerk in de toekomst tegen hoge kosten voor een gering aantal aansluitingen in stand moet worden gehouden.
Belangrijke stappen
De VNG vindt dat de Wgiw helpt de haalbaarheid en betaalbaarheid van collectieve warmtenetten te verbeteren, netcongestie tegen te gaan en toe te werken naar een duurzamere, onafhankelijke en rechtvaardige warmtevoorziening. De Wgiw zorgt ook voor een belangrijke eerste stap richting transparante, op kosten gebaseerde tarieven.
Met de aanpassingen in de bevoegdheden van de ACM ontstaat de mogelijkheid voor boekhoudkundige regels en het opvragen van informatie over de kosten van warmtenetten. Dit draagt bij aan betere inzage in die kosten en daarmee aan de betaalbaarheid. Het wetsvoorstel wordt nader uitgewerkt in het onderliggend besluit, de Bgiw. Publicatie hiervan verwachten we begin 2025.
Energiewet
Ook de Energiewet is door de Eerste Kamer aangenomen. Daarmee is een belangrijke stap gezet om ook juridisch het integrale energiesysteem mogelijk te maken. De wet neemt onnodige verschillen tussen regelgeving voor gas en elektriciteit weg.
Ook het VNG-pleidooi om in de Energiewet mogelijk te maken dat bijvoorbeeld inwoners, bedrijven en/of lokale overheden zelf opgewekte energie met elkaar kunnen uitwisselen is nu een feit. De volgende stap is om energie delen, lokaal en gelijktijdig ook zonder tussenkomst van de energieleverancier mogelijk te maken, voor een energietransitie die rechtvaardig, betaalbaar en betrouwbaar is.
Door de consument die zelf energie produceert, en tevens investeerder is in hernieuwbare opwek, een positie te geven, ontstaat een alternatief voor salderen. Energie delen draagt tevens bij aan vermindering van netcongestie en biedt daarmee ruimte voor woningbouw en economische ontwikkeling.
Beoogde data van inwerkingtreding
De Wgiw treedt gefaseerd in werking. De wijziging van de warmtewet treedt per 1 januari 2025 in werking. Dit is ook noodzakelijk om de betaalbaarheid voor de huidige afnemers van collectieve warmte te verbeteren. De rest van de Wgiw treedt naar verwachting op 1 januari 2026 in werking. De beoogde datum waarop de Energiewet in werking treedt, is 1 april 2025.
Gerelateerd nieuws
Randvoorwaarden en mogelijkheden bij groen aanbesteden
Klimaat
Het volgende klimaatrapport verschijnt in 2028 maar de voorbereiding begint nu
Klimaat
Klimaatwetenschap in de rechtszaal
Klimaat