Waarom is een nieuwe wet nodig?

De energiemarkt is sinds de inwerkingtreding van de Elektriciteitswet 1998 en Gaswet drastisch veranderd. Op juridisch, technisch en maatschappelijk vlak zijn er veel ontwikkelingen geweest. De wetgever heeft daarom in het verleden steeds de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet aangepast, maar hierdoor is, volgens de wetgever, de ‘inzichtelijkheid, structuur en consistentie van de wetgeving deels verloren gegaan’. Deze veranderingen, en de wirwar aan wijzigingen, maakten dat het nodig was een nieuwe wet te schrijven.

Zo is inmiddels een heel bouwwerk aan Europese regelgeving ontstaan. Bovendien grijpt de Europese rechtspraak in het bestaande energierecht in. Naast dat de wens bestaat om al deze wijzigingen netjes te verwerken in het nationale energierecht, zijn door deze ontwikkelingen ook onnodig verschillen ontstaan tussen de regels die gelden voor de gasmarkt en voor de elektriciteitsmarkt. De wetgever wil deze verschillen herzien.

Ten tweede is de technische inrichting van de energiemarkt veranderd. Waar we, als voorbeeld, eerst grootschalige, regelbare, fossiele elektriciteitscentrales hadden, vindt de opwekking van elektriciteit steeds vaker decentraal plaats in bijvoorbeeld zonneweides en windparken. Daar komt nog bij dat deze opwekking steeds vaker afhankelijk is van de weersomstandigheden. De wetgever vond dat deze nieuwe technische realiteit onvoldoende werd ondervangen in de bestaande wetgeving, dus ook hierom was een wijziging nodig.

Ten slotte zag de wetgever de noodzaak tot een nieuwe wet in maatschappelijke veranderingen. Zo is de samenleving in transitie naar een klimaatneutrale samenleving, naar een digitale samenleving en naar een samenleving waarin zelfbeschikking voorop staat. De bestaande Elektriciteitswet 1998 en Gaswet boden nog onvoldoende ruimte voor deze veranderingen.

Wat verandert er dan?

De noodzaak voor een nieuwe wet is dus duidelijk, maar wat verandert de Energiewet nu precies? Het valt direct op dat we van twee wetten naar één wet gaan; de regels over elektriciteit en over gas voegt de wetgever in de Energiewet samen. Dat bekent dan ook dat de Energiewet meer ‘neutrale’ begrippen gebruikt dan wat we voorheen gewend waren.

Verder versterkt de Energiewet de bescherming van eindafnemers aanzienlijk. Het is daardoor straks, met name, duidelijker of een bepaalde bescherming geldt voor álle eindafnemers, alleen huishoudelijke afnemers of juist voor micro-ondernemingen. De bescherming wordt overigens ook deels uitgebreid, bijvoorbeeld in de vorm van strengere eisen voor vergunningsplichtige leveranciers. Dat zijn leveranciers die aan kleinverbruikers mogen leveren.

De Energiewet gaat straks ook meer en meer uit van een, zogenoemde, ‘actieve afnemer’. De wetgever wil namelijk dat afnemers rechtstreeks kunnen deelnemen aan de energiemarkten en zo beter kunnen profiteren van de voordelen die daaruit volgen. Een dergelijke afnemer kan dan bijvoorbeeld zelfopgewekte elektriciteit gaan gebruiken, verkopen of opslaan en deelnemen aan flexibiliteits- of vraagresponsregelingen. Dit betekent dat de Energiewet ook voorziet in een aantal nieuwe marktrollen en nieuwe contractsvormen mogelijk maakt. Zo voorziet de Energiewet in de mogelijkheid voor het ontplooien van activiteiten door meerdere marktdeelnemers op één aansluiting (artikel 2.2), de mogelijkheid van (onafhankelijke) aggregatie, waaronder vraagrespons (artikel 2.32 en 2.39), het recht van eindafnemers om zelfopgewekte elektriciteit te verkopen zonder te worden onderworpen aan onevenredige eisen of voorschriften (artikel 2.4), en het aanbieden van leveringsovereenkomsten op basis van een dynamische elektriciteitsprijs (artikel 2.9). We vermelden hierbij dat niet elke afnemer een actieve afnemer hoeft te zijn! Deze nieuw mogelijkheden zijn precies dat: mogelijkheden.

Verder wordt het regelgevende kader voor het netbeheer (straks: ‘systeembeheer’) herzien. Zo krijgen netbeheerders meer ruimte bij netcongestie, moeten zij transparanter zijn en krijgen netbeheerder meer ruimte voor variabele transportrechten. Ook heeft de minister straks meer invloed op de uitbreidings- en verzwaringswerkzaamheden van netbeheerders. De minister mag namelijk een prioritering aanbrengen in die werkzaamheden.

Tot slot

Op detailniveau verandert er nog meer en vallen de veranderingen die we hierboven beschreven ook verder uit te diepen. Dit gaat natuurlijk de omvang van één blogpost te buiten. We zullen daarom in afwachting van de inwerkingtreding van de Energiewet meerdere thema’s en veranderingen van de nieuwe Energiewet nader uitdiepen en toelichten.

Over de auteurs

  • Luc Franssen

    Luc Franssen is advocaat bij Pels Rijcken: ''Luc Franssen werkt sinds 2024 als advocaat op de sectie Ondernemingsrecht. Hij adviseert en procedeert voornamelijk over uiteenlopende energierechtelijke vraagstukken. Hij staat publieke en private cliënten bij in alle schakels van de energieketen. Luc behaalde zijn bachelor rechtsgeleerdheid aan het Utrecht Law College (honoursopleiding). Vervolgens volgde hij de master Burgerlijk recht aan de Radboud Universiteit die hij cum laude afsloot. Tijdens zijn studie deed Luc ervaring op in de advocatuur door diverse stages en als werkstudent bij Pels Rijcken. Luc is lid van de Nederlandse Vereniging voor Energierecht (NeVER) en is co-auteur van de jurisprudentierubriek van het Nederlandse Tijdschrift voor Energierecht.''

  • John Heller

    John Heller is advocaat bij Pels Rijcken: ''John Heller is sinds 2024 verbonden aan Pels Rijcken als advocaat-stagiair op de sectie Ondernemingsrecht, waar hij lid is van de praktijkgroep Litigation and Arbitration en van de praktijkgroep energierecht. Hij staat publieke en private cliënten bij ten aanzien van uiteenlopende ondernemingsrechtelijke vraagstukken en adviseert in alle schakels van de energieketen.''

  • Iman Brinkman

    Iman Brinkman is advocaat/partner bij Pels Rijcken. Hij is gespecialiseerd in het energierecht en aanvoerder van het Energieteam van Pels Rijcken. Zijn adviespraktijk richt zich met name op energiewet- en regelgeving en energiecontracten en -projecten. Ook procedeert hij met regelmaat in civiele en bestuursrechtelijke procedures over energiegerelateerde onderwerpen. In zijn praktijk nemen duurzame energie en klimaatverandering een prominente plaats in. Iman treedt op voor partijen in alle schakels van de energieketen, van upstream (gas- en elektriciteitsproductie, gasopslag; warmteproductie) tot downstream (gas- en elektriciteitstransport, -handel, -levering en -afname; warmtelevering). Tot zijn cliënten behoren onder meer gas- en elektriciteitsproducenten, -leveranciers en -handelaars, projectontwikkelaars, alsook overheden. Iman spreekt vloeiend Engels, Frans en Duits.Iman studeerde Nederlands recht aan de Universiteit Leiden. Ook volgde hij de leergang Bestuursrecht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Gerelateerd nieuws

Hoosbuien, hitte en droogte: veehouders moeten zich aanpassen aan weersextremen

Langdurige droogte, hitte en extreme neerslag: boeren krijgen steeds vaker te maken met weersextremen en zullen zich moeten aanpassen aan een veranderend klimaat. Wageningen University & Research ontwikkelt en deelt praktische innovaties en kennis om de veehouderij klimaatbestendig te maken.

Klimaat

Grondstoffenschaarste maakt circulaire economie noodzakelijk

Net als CEO’s wereldwijd zien ook Nederlandse CEO’s geopolitieke conflicten als een zeer grote bedreiging voor hun bedrijf, zo blijkt uit PwC's 28e CEO Survey. Een terechte zorg. Vooral als het gaat om de beschikbaarheid van (kritieke) grondstoffen is Nederland zeer kwetsbaar. Een krachtige manier om die kwetsbaarheid te beperken, is een meer circulaire economie. De overheid moet een sterke rol pakken om dit te realiseren, menen econoom Jan Willem Velthuijsen en duurzaamheidsexperts Jenny Bruin en Liza van der Neut.

Klimaat

Commissie presenteert haar visie voor landbouw en voedsel

De visie van de Europese Commissie voor landbouw en voedsel omvat een ambitieus stappenplan voor de toekomst van landbouw en voedsel in Europa. Met deze routekaart wordt volgens de Commissie de weg geëffend voor een aantrekkelijk, concurrerend, veerkrachtig, toekomstgericht en eerlijk agrovoedingssysteem voor de huidige en toekomstige generaties landbouwers en agrovoedingsexploitanten

Klimaat

EU-visie slaat nieuwe weg in voor landbouwbeleid, maar uitwerking wordt cruciaal

Woensdag 19 februari presenteerde EU-landbouwcommissaris Christophe Hansen zijn visie voor de toekomst van de Europese landbouw. Daarin stelt hij een nieuwe aanpak voor het landbouwbeleid voor, waarbij voedselzekerheid en het economische en strategische belang van de landbouw centraal staat. LTO Nederland is positief over de nieuwe weg die de wordt ingeslagen, maar benadrukt dat de uitwerking van de voorstellen cruciaal gaat zijn.

Klimaat