Juridisch kader

Volgens artikel 143 Pensioenwet zijn de Nederlandse pensioenfondsen verplicht om een beheerste en integere bedrijfsvoering te waarborgen. Dat betekent dat pensioenfondsen een analyse moeten maken van de risico’s en dat ze hun taakuitvoering daarop moeten inrichten. Ook zijn pensioenfondsen verplicht om in het jaarverslag expliciet te vermelden op welke wijze rekening wordt gehouden met de ESG-factoren in het beleggingsbeleid, aldus artikel 135 lid 4 Pensioenwet.

Artikel 18 Besluit Financieel toetsingskader pensioenfondsen bepaalt dat pensioenfondsen schriftelijk strategieën, processen en rapportageprocedures vast moeten stellen om op individueel niveau de risico’s te onderkennen, meten, bewaken en beheren en hierover te rapporteren. Deze risico’s omvatten ook de activiteiten van het pensioenfonds of van derden die betrekking hebben op milieu en klimaat, mensenrechten en sociale verhoudingen. Door de implementatie van de IORP II-richtlijn zijn pensioenfondsen verplicht om de ESG-risico’s in het risicobeheersingsraamwerk en in de eigen risicobeoordeling op te nemen.

Gids voor de beheersing van klimaat- en milieurisico’s

Voor de beheersing van de klimaatverandering en milieuaantasting heeft de toezichthouder DNB de Gids voor de beheersing van klimaat- en milieurisico’s opgesteld. Deze Gids is onder andere geschreven voor verzekeraars, pensioenfondsen en premiepensioeninstellingen en geeft deze instellingen inzicht in alle materiële risico’s om deze adequaat te beheersen. De Gids bevat handvatten en Good Practices.

Resultaten van het onderzoek

Uit het onderzoek van de toezichthouder is gebleken dat 37% van de gevraagde pensioenfondsen nog niet de impact van de risico’s van ESG heeft geïnventariseerd. Deze pensioenfondsen hebben aangegeven de ESG-risico’s niet onderkend en gemeten te hebben. De toezichthouder komt daarom tot de conclusie dat deze pensioenfondsen niet conform de wettelijke verplichtingen handelen.

Uit het onderzoek blijkt bovendien dat 42% van de pensioenfondsen, die meer dan vijf procent van hun belegd vermogen hebben blootgesteld aan de fossiele sector, geen risicoanalyse heeft uitgevoerd met betrekking tot klimaattransitierisico. Bij 17% van de pensioenfondsen is de verantwoordelijkheid voor duurzaamheidsrisico’s duidelijk verdeeld over verschillende niveaus zoals het bestuur, de sleutelfunctiehouders en het toezicht.

Volgens de toezichthouder kunnen pensioenfondsen de vertaling van de ESG-factoren naar concrete indicatoren verbeteren zodat er betere meetbare indicatoren gerealiseerd kunnen worden. Op dit moment hanteren pensioenfondsen verschillende risico-indicatoren waardoor er geen eenduidigheid is in de gekozen indicatoren. Bij milieurisico’s wordt vaak gekeken naar CO2-gerelateerde indicatoren, zoals de CO2-voetafdruk of WACI (Weighted Average Carbon Intensity). Bij sociale risico’s worden indicatoren gebruikt zoals het percentage bedrijven in de portefeuille dat voldoet aan internationale arbeidsnormen, betrokkenheid bij kinderarbeid of het aantal controversiële incidenten bij bedrijven. Voor governance risico’s worden indicatoren gebruikt zoals het aandeel van bedrijven met een onafhankelijke raad van bestuur of betrokkenheid bij fraudezaken.

Terugkoppeling en actiepunten

De pensioenfondsen hebben naar aanleiding van dit onderzoek van DNB een persoonlijke terugkoppeling ontvangen. In deze terugkoppeling heeft de toezichthouder concrete verbeterpunten aangedragen om de ESG-risico’s beter in kaart te brengen, te beheersen en te verbeteren.

Met de actualisatie van de Gids voor de beheersing van klimaat en milieurisico’s wil DNB pensioenfondsen handvatten bieden ter verbetering van risicobeheersing rondom ESG-factoren, om zo te voldoen aan hun wettelijke verplichtingen.

Lees hier de originele versie van advocatenkantoor Van Doorne

Over de auteurs

  • Yeliz Tintin

    Yeliz Tintin is advocaat bij Van Doorne. Yeliz is verbonden aan het team Arbeidsrecht & Pensioen. Zij is specialist op het gebied van het pensioenrecht en heeft in verschillende hoedanigheden gewerkt binnen de pensioensector. Daardoor is zij nog beter in staat om de juridische uitdagingen vanuit verschillende invalshoeken te bekijken.

Gerelateerd nieuws

De last onder dwangsom in het financieel toezicht

De last onder dwangsom is niet meer weg te denken uit het financieel toezicht. 25 jaar geleden maakte het instrument zijn opwachting in de financiële wetgeving. Met als doel de bestuursrechtelijke handhaving door de financiële toezichthouders naar een hoger plan te tillen. Inmiddels leggen DNB en de AFM jaarlijks een tiental dwangsommen op om overtredingen te beëindigen. Voor de betrokken financiële onderneming kan een dwangsom, ondanks de focus op herstel en niet op straf, grote impact hebben.

'Nonchalant omgaan met regels ondermijnt kwaliteit lokale democratie'

Het gemeenterecht, is dat saai? Zeker niet, zo toont mr. Olaf Schuwer aan in zijn nieuwe boek Gemeenterecht in en om de raadszaal. Met aanstekelijk enthousiasme behandelt de expert in het gemeenterecht 50 praktijksituaties, die elk een verhelderend beeld geven van het (correct) functioneren van de gemeenteraad en alles daaromheen. PONT | Omgeving voelde Schuwer aan de tand over het gemeenterecht, het functioneren van de raad en de stand van de democratie. “Ik strijd ervoor dat het gemeentebestuur zuiver handelt. Dat is belangrijker dan vaak gedacht wordt, want er gaat ontzettend veel mis.”

Omgeving

Kabinet houdt vast aan strenge bonusregels voor bestuurders in financiële sector

Ondanks toenemende zorgen vanuit de financiële sector over het Nederlandse vestigingsklimaat en het aantrekken van specialistisch personeel, houdt het kabinet vast aan de strenge bonusregels voor bestuurders van financiële ondernemingen. Dat blijkt uit een kamerbrief die minister van Financiën E. Heinen op 17 april naar de Tweede Kamer stuurde, samen met het rapport over de nadere evaluatie van de Wet beloningsbeleid financiële ondernemingen (Wbfo).

Richtlijn loontransparantie en Nederlands wetsvoorstel voor gelijke beloning

Er is een wetsvoorstel ingediend ter implementatie van de Richtlijn Loontransparantie ('Richtlijn') in Nederland. De internetconsultatie voor dit voorstel is gestart op 26 maart 2025 en loopt tot 7 mei 2025. Daarna zal worden besloten of, en in welke vorm, het wetsvoorstel bij de Tweede Kamer zal worden ingediend. De beoogde implementatiedatum van het wetsvoorstel is 7 juni 2026. De Nederlandse regering heeft ervoor gekozen om alleen de noodzakelijke maatregelen uit de richtlijn op te nemen voor de implementatie. Hieronder wordt door advocatenkantoor Baker McKenzie enkele van de belangrijkste elementen van het wetsvoorstel uiteengezet. Dit artikel gaat verder in het Engels.