Te doorlopen stappen

Als een werkgever vermoedt dat een werknemer betrokken is bij frauduleuze activiteiten is het belangrijk om een aantal stappen te doorlopen. Begin ten eerste met het verzamelen van bewijs. Het heeft geen zin een werknemer te betichten van fraude als je dit als werkgever niet hard kan maken. Vervolgens is het belangrijk om in gesprek te gaan met de werknemer in kwestie om die te confronteren met het vermoeden. Dit gesprek moet open en eerlijk zijn en bij voorkeur wordt de werknemer uitgenodigd op kantoor.

Afhankelijk van de uitkomst van dit gesprek kan een werkgever verschillende maatregelen overwegen. Dit kan variëren van een officiële waarschuwing tot in het ergste geval een ontslag op staande voet. Hierbij is het van belang om de juiste afweging te maken aangezien een verkeerde beslissing aanzienlijke nadelige financiële gevolgen kan hebben.

De schade

Indien een werkgever vervolgens de werknemer aansprakelijk wil stellen is het van belang om te onthouden dat opzet of bewuste roekeloosheid hiervoor noodzakelijk is. Een van beide bewijzen kan voor een werkgever een behoorlijk lastige opgave zijn.

Preventie

Het is altijd, maar ook zeker in het geval van fraude, het beste om te voorkomen in plaats van te genezen. Dit begint met het versterken van de integriteitscultuur binnen het bedrijf waarbij heldere richtlijnen en controlesystemen essentieel zijn. Overweeg bijvoorbeeld ook om referenties na te trekken bij nieuwe medewerkers of standaard een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) aan te vragen.

Tot slot, elke situatie is uniek. Wat werkt voor het ene bedrijf, kan voor het andere minder effectief zijn. Blijf alert en voorbereid, en onthoud: in de strijd tegen fraude is kennis van de wet onmisbaar. Bij vermoedens van fraude door een werknemer is het zaak tijdig juridisch advies in te winnen.

Over de auteurs

  • Tim van Riel

    Het was vanaf jongs af aan duidelijk dat Tim advocaat wilde worden en gedurende zijn studie werd de passie voor het arbeidsrecht echt aangewakkerd. Deze passie voor het vakgebied en het willen bijstaan van cliënten in het woud van juridische regelgeving heeft ertoe geleid dat Tim in 2024 de master arbeidsrecht aan de Universiteit Leiden heeft volbracht. De diploma’s Fiscaal Recht en Rechtsgeleerdheid had Tim behaald aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Vrijwel direct na het afronden van de master is Tim begonnen bij De Haij & Van der Wende als juridisch medewerker met de intentie om in 2025 te beginnen met de Beroepsopleiding. Binnen De Haij & Van der Wende Advocaten focust Tim zich op het Arbeidsrecht.

Gerelateerd nieuws

Geen inclusie zonder leiderschap: van checklist naar cultuurverandering

Inclusie is tegenwoordig bij weinig organisaties nog een onbekend thema. En toch wordt er nog veel mee geworsteld in de praktijk. Hoe zorg je ervoor dat inclusie meer wordt dan mooie woorden op papier? Volgens inclusie-expert Madhu Mathoera – auteur van het boek De inclusieve organisatie en binnenkort van De inclusieroute – draait inclusie om werkelijke verbinding; niet als een eenmalige actie, maar als een voortdurend proces.

Slaagt het beroep op geheimhouding in KYC-onderzoek?

Hieronder volgt een blog van Eva Jagt en Julian den Hertog (beiden advocaat bij Kennedy Van der Laan). Zij zijn gespecialiseerd in geschillen en procedures op het grensgebied van financieel recht en privaatrecht.

Wat mogen burgers weten van interne beleidsopvattingen?

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft staatsraad advocaat-generaal Peter Wattel gevraagd om een juridische conclusie over de uitleg van een belangrijke bepaling uit de Wet open overheid (Woo). Het gaat om artikel 5.2, derde lid, dat bestuursorganen verplicht om persoonlijke beleidsopvattingen openbaar te maken – mits deze niet tot personen herleidbaar zijn – wanneer het gaat om documenten die zijn opgesteld voor formele bestuurlijke besluitvorming.

Kabinet grijpt in: poortwachters moeten stoppen met doorslaan in witwasbestrijding

De poortwachtersrol in Nederland heeft de afgelopen jaren niet goed gefunctioneerd, met name bij banken. Dat schrijven minister van Financiën Eelco Heinen en minister van Justitie en Veiligheid David van Weel in een gezamenlijke Kamerbrief aan de Tweede Kamer. In de brief presenteren zij een nieuwe aanpak in de strijd tegen witwassen. Hun centrale boodschap: “We moeten als maatschappij gezamenlijk optreden om crimineel misbruik van onze systemen te voorkomen en het financiële stelsel schoon te houden. Tegelijkertijd mogen bonafide ondernemers en burgers niet de dupe worden van maatregelen die dat misbruik moeten tegengaan.”