In deze eerste editie van de Onderzoeksagenda Digitalisering en Welzijn staat welke vragen onderzoekers de komende jaren moeten oppakken. Een belangrijke mijlpaal voor het expertisecentrum dat nu 1 jaar bestaat. Duidelijk is dat elke digitale technologie eigen (onderzoeks)vragen oproept. Maar er zijn ook overkoepelende aandachtspunten die terugkomen bij elke digitale technologie.
Meer aandacht voor hóe digitale technologieën gebruikt worden
Op dit moment richten onderzoeken zich nog te weinig op het hoe en waarom mensen gebruik maken van digitale technologieën. Terwijl juist de manier, de motivatie en het moment waarop je digitale technologie gebruikt mogelijk invloed heeft op je welzijn. Is iemand bijvoorbeeld uren aan het scrollen uit verveling? Of gebruikt iemand een app om in contact te blijven met vrienden? Ook de balans tussen online en offline activiteiten speelt hierin een rol. Daarom is het belangrijk dat toekomstig onderzoek meer aandacht besteedt aan de context en de langetermijneffecten van digitale technologiegebruik.
Betere meetmethoden en bredere blik nodig
Veel onderzoeken vragen mensen om zelf in te schatten hoeveel tijd ze bijvoorbeeld aan sociale media besteden. Maar zo’n vragenlijst is geen objectieve meetmethode en dus niet altijd betrouwbaar of geschikt. Om écht goed te begrijpen wat digitale technologie met ons doet, zijn óók objectieve meetmethodes nodig. Denk aan data over daadwerkelijk gebruik. Die ligt vaak bij tech-bedrijven. Dus samenwerking met deze sector is belangrijk. Tegelijkertijd moet onderzoek financieel onafhankelijk blijven om belangenverstrengeling te voorkomen.
Daarnaast zien we dat veel onderzoeken zich richten op het gedrag van de gebruiker, terwijl ook ontwerpers en ontwikkelaars een grote rol spelen in digitaal welzijn. Hoe zij digitale technologie vormgeven, beïnvloedt het gebruik ervan. Onderzoek naar de verantwoordelijkheden van tech-ontwikkelaars helpt om duidelijke richtlijnen te maken voor verantwoorde digitale technologie.
Meer aandacht voor onderbelichte groepen
In huidige onderzoeken wordt vaak gekeken naar het digitale technologiegebruik van (meestal hoogopgeleide) jongeren. Hoewel dit een belangrijke groep is, blijven andere groepen onderbelicht. Terwijl het ook zinvol is om meer te weten over hun digitale technologiegebruik. Denk aan volwassenen, ouderen of zeer jonge kinderen. Maar ook mensen met een migratieachtergrond, laaggeletterden en mensen met ADHD of autisme. We weten bijvoorbeeld dat leerlingen met autisme of ADHD vaker moeite hebben met het behouden van een gezonde digitale balans.
Bovendien profiteren niet alle groepen evenveel van technologische ontwikkelingen. Ouderen hebben bijvoorbeeld vaak minder digitale vaardigheden, terwijl digitale technologieën juist hun zelfstandigheid en sociale contact kunnen vergroten. Onderzoek naar digitale ongelijkheid kan ervoor zorgen dat digitale technologie mensen verbindt in plaats van uitsluit.
Samenwerken aan een gezonde digitale toekomst
De Onderzoeksagenda Digitalisering en Welzijn legt een goede basis voor onderzoek naar digitale technologieën en welzijn. Maar daar stopt het niet. De digitale wereld ontwikkelt razendsnel. Dit vraagt om blijvend onderzoek vanuit verschillende vakgebieden. Door samen in kaart te brengen wat we nog niet weten én kritisch te blijven kijken naar nieuwe digitale technologieën, kunnen we ervoor zorgen dat digitalisering niet alleen slim en efficiënt is, maar vooral mensgericht en verantwoord.
Gerelateerd nieuws
Effect afspraken tegen agressie en geweld in publieke sector kan groter
Overheid laat burger verdwalen in de jungle van gegevensverwerking
Ruimte voor de Rivier 2.0 officieel gestart
Omgeving
Strenge regels, vage grenzen: zaak OM versus Rabobank legt spanningsveld bloot in witwasstrijd
Data & Privacy