Neerslag en verdamping in balans
Wereldgemiddeld is de hoeveelheid verdamping vrijwel gelijk aan de neerslag. Dat komt doordat de hoeveelheid waterdamp in de lucht relatief klein is: als je álle waterdamp zou laten uitregenen, levert dat slechts een laagje van 2,5 cm op. Ter vergelijking: per jaar valt er gemiddeld 1 meter regen. Bij die intensiteit is de atmosfeer in slechts 9 à 10 dagen helemaal “leeggeregend”.
In een warmere wereld stijgt de hoeveelheid waterdamp sterker dan de hoeveelheid neerslag. Daardoor blijft waterdamp langer in de atmosfeer (meer dan 10 dagen) en legt het grotere afstanden af voordat het uitregent. De gebieden waar veel verdampt en waar veel regent vallen in het algemeen niet samen. Het transport van waterdamp tussen deze gebieden neemt toe.
Minder vaak regen, maar wel harder
Meer waterdamp in de lucht zorgt ervoor dat buien intenser worden: het regent wereldwijd minder vaak, maar als het regent, komt er meer water in korte tijd naar beneden. Tegelijkertijd vergroot de toegenomen verdamping de kans op langere droge periodes en droogte. Ook in Nederland zijn deze trends al zichtbaar.
Hoe groot zijn de veranderingen tot nu toe?
Metingen laten zien dat de aarde gemiddeld 1,3 graden warmer is dan tijdens het begin van de vorige eeuw. Er zijn voldoende metingen beschikbaar om dit met grote zekerheid vast te kunnen stellen.
Voor luchtvochtigheid, regen en verdamping is het vaststellen van het wereldgemiddelde echter een stuk lastiger. Dit is eigenlijk pas goed mogelijk sinds de komst van satellieten en de ontwikkeling van weermodellen die alle beschikbare waarnemingen optimaal met elkaar kunnen combineren. Bedenk dat 70 procent van het aardoppervlak uit oceanen bestaat en dat daar nauwelijks metingen worden gedaan van regen en verdamping.
Onderzoekers hebben satellietmetingen en modellen gecombineerd en de verandering in luchtvochtigheid, regen en verdamping afgeleid sinds eind jaren tachtig van de vorige eeuw. Het blijkt dat de verandering in neerslag en verdamping erg onzeker zijn. Er zijn vrij grote schommelingen zichtbaar van jaar tot jaar, maar de lange termijn trend is een toename en komt in de buurt van wat de klimaatmodellen laten zien: +2 procent per graad opwarming. De verandering in de hoeveelheid waterdamp in de lucht zit ook rond de verwachting van +7 procent per graad opwarming.
Wereldwijde herverdeling van water
De effecten van klimaatverandering én menselijke ingrepen, zoals grondwaterwinning en irrigatie, zorgen voor verschuivingen in de waterkringloop. Grofweg geldt dat droge gebieden droger worden en natte natter (zie afbeelding). Ook de oceanen merken deze veranderingen. Het oppervlaktewater van de oceanen wordt zoeter in de natte en zouter in de droge gebieden. En dit beinvloedt oceaanstromingen, want zoet water is lichter dan zout water. Een verandering in oceaanstromingen heeft grote gevolgen voor het klimaat, want de oceaan transporteert veel warmte vanuit de tropen poolwaarts. Een sterke verzwakking van de Golfstroom bijvoorbeeld zou het klimaat in Europa flink afkoelen.
Conclusie
De waterkringloop is nauw verbonden met klimaatverandering. Dankzij satellieten en klimaatmodellen begrijpen we deze veranderingen steeds beter. In een warmere wereld wordt het beheer van water – voor landbouw, natuur en samenleving – steeds belangrijker. De uitdaging is tweeledig: voldoende water beschikbaar houden voor tijdens droge periodes en voldoende water afvoeren tijdens natte periodes om wateroverlast te voorkomen.