Waterstof wordt gezien als belangrijke schakel in de energietransitie, omdat het kan dienen als duurzame energiedrager in sectoren die moeilijk te elektrificeren zijn. Toch komt de markt voor waterstof door verschillende oorzaken maar langzaam op gang. Eén van de oorzaken is de onzekerheid over de tarieven voor het transport van waterstof via een netwerk van leidingen. Doordat volumes waterstof achterblijven en investeringskosten hoger uitvallen, kunnen zonder aanvullende maatregelen de tarieven voor het waterstoftransportnetwerk aanzienlijk stijgen. Voor de komende jaren stelt het ministerie van Klimaat en Groene Groei de tarieven vast die gebruikers van het waterstofnetwerk moeten betalen. Vanaf uiterlijk 2033 stelt de Autoriteit Consument & Markt (ACM) deze tarieven vast op basis van de gemaakte kosten. De ACM heeft in een marktrapportage verkend hoe zij kan bijdragen aan de ontwikkeling van de waterstofmarkt en betaalbare waterstofnettarieven.
Manon Leijten, bestuurslid van de ACM: “De ACM wil graag bijdragen aan de ontwikkeling van de waterstofmarkt. Door te doen wat binnen onze mogelijkheden ligt om de tarieven voor waterstoftransport zo laag mogelijk te houden. We zien ook dat de uitdagingen breder zijn dan alleen de regulering van het waterstoftransportnet. Er is een samenhangend pakket aan maatregelen nodig waarbij alle betrokken partijen - overheid, netbeheerders en marktpartijen - hun bijdrage leveren."
Volumes waterstof cruciaal ook voor betaalbare transporttarieven waterstof
Uit recente ramingen van Gasunie blijkt dat de kosten voor de uitrol van het waterstoftransportnet waarschijnlijk meer dan verdubbelen ten opzichte van de eerdere raming. Tegelijkertijd blijven de verwachte volumes waterstof die via het netwerk getransporteerd worden sterk achter: 1 tot 1,5 GW in plaats van de eerder verwachte 4 GW in 2030. De hogere kosten voor de aanleg van het netwerk en de daling van de verwachte volumes leiden er toe dat bedrijven vanaf 2033 mogelijk veel hogere tarieven moeten betalen voor het transport van waterstof.
De ACM wijst er in de marktrapportage op dat beleidsmaatregelen gericht op het verhogen van via het netwerk te transporteren volumes waterstof cruciaal zijn. Niet alleen om de waterstofketen van de grond te krijgen, maar ook voor een betaalbaar waterstoftransportnet. Het helpt daarbij als de kosten voor de aanleg van het waterstofnet en de ontwikkeling van volumes niet teveel uit de pas lopen. Binnen deze context vindt de ACM het ook redelijk dat Gasunie/Hynetwork, verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de waterstoftransportinfrastructuur in Nederland, toezeggingen van (toekomstige) gebruikers van het waterstofnetwerk kan vragen voordat zij finale investeringsbeslissingen neemt voor de aanleg van delen van het waterstoftransportnet.
Tarieven in opstartfase dempen door kosten over langere periode te verdelen
De ACM heeft een aantal mogelijkheden om de hoogte van de tarieven in de opstartfase van de marktontwikkeling betaalbaar te houden. De ACM zal deze mogelijkheden maximaal benutten, maar kan daarmee een tariefstijging niet voorkomen. Hiervoor zijn aanvullende maatregelen nodig. Zo biedt de Europese regelgeving op waterstof lidstaten de mogelijkheid voor een zogeheten intertemporele kostentoerekening. Dit houdt in dat lidstaten waterstofnetbeheerders kunnen toestaan om het terugverdienen van de kosten van de aanleg van waterstoftransportnetten via nettoegangstarieven in de tijd te spreiden. Als de wetgever dit mogelijk maakt, zal de ACM een dergelijk mechanisme in haar regulering implementeren. Dit draagt bij aan het op gang brengen van de markt in een opstartfase, en aan een eerlijkere verdeling van de initiële kosten van de uitrol van het netwerk tussen de eerste gebruikers en toekomstige gebruikers.
De overheid heeft daarnaast andere mogelijkheden als ze in de opstartfase de hoogte van de tarieven betaalbaar wil houden. Zo kan zij directe subsidie verstrekken aan Gasunie/Hynetwork. De overheid kan ook indirecte steun bieden in de vorm van bijvoorbeeld garantstellingen op leningen.