Het project Gebiedsgerichte Aanpak Natuurbrandbeheersing draait landelijk, waarin op meerdere niveaus wordt samengewerkt door stakeholders, zoals brandweer, provincie, natuurbeheerders en gemeentes. De uitvoering kan per provincie verschillen, maar het doel is hetzelfde: waar mogelijk voorkomen dat een natuurbrand onbeheersbaar wordt en de effecten op natuur en mens verkleinen. Enkele voorbeelden van uitvoeringsmaatregelen:

  • Het informeren van inwoners, ondernemers en toeristen in risicogebieden over preventiemaatregelen en een handelingsperspectief;

  • Het opstellen van een crisisplan, met daarin een verkeersplan ten behoeve van evacuatie en aanrijroutes voor hulpdiensten;

  • Het nemen van fysieke maatregelen in een natuurgebied, zoals het aanleggen van bluswatervoorzieningen, verbeteren van aanrijroutes voor hulpdiensten, vervangen van naaldbomen voor loofbomen en het aanleggen van compartimenten.

In 2024 maakte de toenmalige minister voor Natuur en Stikstof bekend dat er 70 miljoen euro wordt geïnvesteerd in natuurbrandbeheersing. Met dit geld worden onder andere natuurbeheerders financieel ondersteund om maatregelen te nemen voor preventie en beheersing van natuurbranden. Bijvoorbeeld door compartimentering, vernatting, vegetatiebeheer of het verbeteren van de bereikbaarheid voor hulpdiensten en bluswatervoorzieningen. Ook maakte de minister bekend dat er een nationaal expertisecentrum voor natuurbrandbeheersing wordt opgericht. Het expertisecentrum moet stakeholders met kennis ondersteunen bij de uitvoering van maatregelen.

Op dit moment zit het Landelijk Crisisplan Natuurbranden in de bestuurlijke molen. Dit plan beschrijft de samenwerking bij een of meerdere onbeheersbare natuurbranden, wanneer we te maken krijgen met schaarste bij de hulpdiensten in de bestrijding. Een goed voorbeeld hiervan was in juli 2022 in Engeland, toen meerdere kleine natuurbranden tegelijkertijd woedden. Hoewel de branden relatief klein waren, waren er dusdanig veel gelijktijdig, dat er geen enkele brandweereenheid meer vrij was voor ”reguliere” incidenten, zoals verkeers- of waterongevallen. Er werden in totaal 41 gebouwen vernietigd door deze branden.

Dit ogenschijnlijk worst-case scenario lijkt veel realistischer te worden, ook in Nederland. Het is daarom belangrijk dat nagedacht wordt over inzet van capaciteit bij schaarste. Wat krijgt voorrang? Mens, natuur, woonwijken, industrie? Wie maakt de keuze? Deze uitgangspunten moeten duidelijk en transparant zijn.

Wat in veel gevallen nog onvoldoende aan bod komt, is een integrale en toekomstgerichte benadering. Het belang van voldoende ruimte voor de natuur wordt steeds duidelijker, en het risico op natuurbranden lijkt de komende jaren te gaan toenemen. We moeten dus accepteren dat dit onderwerp onderdeel blijft van onze maatschappij. Het onderwerp moet niet alleen leven bij de afdelingen veiligheid van gemeentes en bij de hulpdiensten. Het moet ook aan bod komen bij ruimtelijke, economische en sociale vraagstukken:

  • Is het verstandig om een verpleeghuis of kinderopvang te vestigen in of aan de rand van een natuurgebied met verhoogd risico?

  • Welke maatregelen kunnen genomen worden om een nieuw te bouwen woonwijk aan de rand van een natuurgebied te beschermen tegen de risico’s van een natuurbrand? Dit geldt ook andersom: welke maatregelen kunnen genomen worden om de natuur te beschermen tegen de bijkomende risico’s van de nieuw te bouwen woonwijk, aangezien het merendeel van de natuurbranden bewust of onbewust wordt veroorzaakt door menselijk handelen?

  • Hoe wordt toekomstige recreatie (campings, sportgelegenheden, horeca) ruimtelijk ingepast in de natuur?

Er wordt hard gewerkt om Nederland bestendiger te maken tegen natuurbranden, maar we hebben nog veel te doen voor we fatsoenlijk kunnen samenleven met dit dreigende natuurverschijnsel.

Over de auteurs

  • Elco Vogt

    Elco Vogt is Adviseur Openbare Orde en Veiligheid bij Public Move.

Gerelateerd nieuws

'Hittestress met dodelijke gevolgen vraagt om meer aandacht en voorzorgsmaatregelen'

Het Openbaar Ministerie heeft een boete van 25.000 euro geëist tegen een zorginstelling waar een 40-jarige hulpbehoevende cliënt overleed tijdens een hittegolf. De hittegolven in Nederland nemen toe en daarmee de gevaren. Tien miljoen Nederlanders lopen risico op hittestress en hittegerelateerde ziekten en de gevolgen voor kwetsbare groepen kunnen zelfs dodelijk zijn. Dit vraagt meer aandacht.

Klimaat

Hitte-aanpak 2025: groenere en koelere leefomgeving

Door klimaatverandering wordt het droger en warmer in de zomers. In het Regeerprogramma 2024 wordt daarom onder meer een kabinetsbrede actieagenda hitte (2025) aangekondigd. Op 2 juni 2025 is deze ‘Hitte aanpak 2025’ aan de Tweede Kamer aangeboden door drie departementen. Hierin is gekozen voor vier themalijnen, waaronder de Themalijn Gebied. Hierbij ligt de focus op onder meer het realiseren van een groenblauwe inrichting om schaduw en verkoeling te bieden. Wat zijn de belangrijkste uitdagingen in de ruimtelijke omgeving?

Omgeving

PBL: urgente opgaven rond wonen, landbouw en klimaatverandering vragen om keuzes van de politiek

Het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving op het vlak van wonen, klimaat, energie, natuur en landbouw stagneert. Dit zijn urgente leefomgevingsopgaven voor het nieuwe kabinet. In twee gelijktijdig uitgebrachte publicaties, de ‘Balans van de Leefomgeving’ en ‘Keuzes voor de Leefomgeving’, schetst het PBL de grote leefomgevingsdossiers én geeft het verschillende keuzes voor beleid.

Omgeving

Emissievrije gebouwen worden verplicht

De Europese Commissie heeft, in verband met de energietransitie en de ambitie om een volledige circulaire economie in 2050 tot stand te brengen, regels vastgesteld voor de verduurzaming van gebouwen. Deze regels zijn vastgelegd in de Energy Performance of Buildings Directive, afgekort “EPBD”. Inmiddels is de EPBD op 24 april 2024 weer verder aangescherpt en is er een vierde versie tot stand gekomen, oftewel de “EPBD IV”. Deze regels staan voor de lidstaten van de Europese Unie in rang boven regels van de nationaal recht. De Nederlandse overheid voert de EPBD door in de nationale wetgeving, hoofdzakelijk door het Besluit bouwwerken leefomgeving en het Besluit kwaliteit leefomgeving aan de EPBD IV aan te passen. In deze blog zullen enkele aspecten van deze EPBD IV in grote lijnen nader worden belicht. Voor de praktijk zijn uiteraard ook de details van de EPBD en natuurlijk ook de uitzonderingen van belang, waarvoor de EPBD zelf zal moeten worden geraadpleegd.

Omgeving