Volgens VU-onderzoeker Stedelijke Economie Mathieu Steijn heeft het bovenstaande grote gevolgen. "Het verdwijnen van publieke voorzieningen beperkt de nuttige contacten en hulpbronnen voor de kinderen die dat het hardst nodig hebben", zegt hij. "En ironisch genoeg kost dat de maatschappij uiteindelijk meer dan het bespaart."

De ruggengraat van sociale mobiliteit

Steijn onderzoekt de rol van publieke voorzieningen in sociale mobiliteit: de mate waarin iemand zijn sociaaleconomische positie kan verbeteren. "Voorzieningen zoals scholen, bibliotheken en sportverenigingen zijn niet alleen praktische faciliteiten," legt hij uit, "ze zijn plekken waar verschillende groepen elkaar ontmoeten en dingen van elkaar opsteken. Het gezamenlijk ondernemen van een activiteit, zoals voetballen, zorgt ervoor dat barrières op andere vlakken, zoals cultuur en opleidingsniveau, overkomen kunnen worden. De juiste contacten kunnen het verschil maken tussen een kind dat doorstroomt naar een opleiding of dat in de criminaliteit belandt."

Maar de plekken die nuttige contacten faciliteren verdwijnen in rap tempo. Bibliotheken sluiten, scholen worden gecentraliseerd en sportvelden maken plaats voor woningbouw. "Dat heeft een sluipend effect," waarschuwt Steijn. "Minder ontmoetingsplekken om nuttige contacten op te doen betekent uiteindelijk minder vooruitgang voor kinderen uit kwetsbare milieus."

Een groeiende afstand tot kansen

Steijns onderzoek laat zien dat de fysieke afstand tot de meeste basisvoorzieningen in heel Nederland gemiddeld gezien is toegenomen. Met name in dunbevolktere en armere gebieden." Dat betekent dat talent onbenut blijft, alleen vanwege een gebrek aan toegang. In sommige delen van Nederland moet je bijvoorbeeld meer dan 40 kilometer reizen voor een havo/vwo-school," zegt hij. "Voor veel gezinnen is dat simpelweg onhaalbaar."

Hetzelfde geldt voor bibliotheken. Vooral in wijken waar kinderen thuis minder toegang hebben tot studieplekken en boeken, verdwijnen deze publieke ruimtes. "Dat is het schrijnende," zegt Steijn. "De mensen die het meest gebaat zijn bij een toegankelijke bibliotheek, hebben er steeds minder toegang toe."

De verborgen kosten van bezuinigingen

Op het eerste gezicht lijkt het sluiten van een buurtcentrum of bibliotheek een besparing voor de gemeente. Maar wie verder kijkt, ziet dat het uiteindelijk juist duurder uitpakt. "Een recente studie over Londen rekende uit dat elke pond die werd bespaard met het sluiten van jongerencentra, uiteindelijk drie pond aan economische schade opleverde," vertelt Steijn. "Dat komt door factoren als een lagere productiviteit door een lager opleidingsniveau en meer criminaliteit."

Met zijn onderzoek wil Steijn kijken of vergelijkbare trends in Nederland zichtbaar zijn, en of dit effect ook voor andere voorzieningen optreedt. "De gevolgen van de besparingen op voorzieningen zien we pas jaren later terug in de samenleving, maar ze zijn waarschijnlijk goed te meten." waarschuwt Steijn.

Sociale interactie als ontbrekende schakel

Een van de belangrijkste lessen uit Steijns onderzoek is dat sociale menging op zichzelf niet genoeg is om ongelijkheid tegen te gaan. "Je kunt rijke en arme huishoudens in dezelfde buurt plaatsen door woonbeleid, maar zonder gedeelde voorzieningen blijven het gescheiden werelden," zegt hij. "Het draait om sociale interactie: plekken waar mensen elkaar echt ontmoeten en met elkaar in gesprek gaan. Het is maatwerk om te vinden wat daar de juiste voorzieningen en doelgroepen voor zijn."

Internationaal onderzoek toont namelijk aan dat kinderen uit kansarme gezinnen die opgroeien in buurten waar ze regelmatig in contact komen met kinderen uit andere sociaaleconomische groepen, later meer verdienen en betere kansen krijgen. "Maar dat gebeurt niet vanzelf," benadrukt Steijn. "Het vraagt van stedelijk beleid om sociale infrastructuur net zo serieus te nemen als woningbouw."

Een oproep tot herwaardering

Wat is de oplossing? Volgens Steijn begint het met een herwaardering van publieke voorzieningen. "Beleidsmakers moeten beseffen dat het behouden van bibliotheken, sportvelden en jongerencentra geen luxe is, maar een noodzakelijke investering in de toekomst," zegt hij. "Kansengelijkheid heeft veel facetten waarvan de buurtvoorzieningen waar kinderen opgroeien een zeer relevante is."

Zijn onderzoek loopt de komende jaren door, waarbij hij zich richt op de langetermijneffecten van voorzieningen. "We hopen beleidsmakers inzicht te geven in welke voorzieningen op welke manier nuttige sociale interactie bevorderen."

Bron: VU

Gerelateerd nieuws

Naar een hogere lat voor langdurige ggz-zorg: kwaliteit en veiligheid als randvoorwaarde

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) luidde recent opnieuw de noodklok: te vaak komen zij kleine zorginstellingen en zelfstandig werkende zorgverleners tegen die niet in staat blijken deskundige en professionele zorg te leveren aan kwetsbare ggz-cliënten binnen de langdurige zorg. Dat brengt risico's met zich mee, zowel voor de kwaliteit van de zorg als voor de veiligheid van patiënten. Deze constatering roept belangrijke vragen op. Hoe worden zij toegelaten tot de Wlz? Welke instrumenten zijn nodig om kwaliteit en veiligheid te borgen? En hoe kunnen recente beleidsontwikkelingen hieraan bijdragen?

Zorg & Sociaal

‘Visie nodig op de toekomst van arbeidsmigratie’

Jarenlang was er nauwelijks oog voor de positie van arbeidsmigranten in Nederland, laat staan beleid. Econome Malgorzata Bos-Karczewska, die onderzoek doet naar EU-arbeidsmigratie in ons land, heeft dat de laatste jaren zien veranderen. Tegelijk ontbreekt een overkoepelende visie op de toekomst van arbeidsmigratie in Nederland. “We moeten van meer naar beter.”

Zorg & Sociaal

Deltawerken in de zorg: beschikbaarder, toegankelijker, veiliger en duurzamer

De zorg in Nederland staat op een kantelpunt. Het groeiende personeelstekort, stijgende kosten en toenemende vraag naar zorg zetten het systeem onder druk en duwen ons richting ‘code zwart’. Tegelijkertijd biedt deze crisis een unieke kans om de zorg fundamenteel anders te organiseren.

Hoe ervaren mensen de kansenongelijkheid in Nederland?

Hoe denkt de bevolking van Nederland over actuele thema’s? En hoe beleven ze hun eigen situatie? Deze vragen staan centraal in het onderzoek Belevingen dat het CBS jaarlijks uitvoert. Voorbeelden van onderwerpen die in eerdere onderzoeken aan bod kwamen, zijn klimaatverandering, energietransitie en (on)gezonde leefstijl. Dit jaar is het thema kansenongelijkheid, bijvoorbeeld in het onderwijs, op de arbeidsmarkt, op woongebied en in de zorg. Hebben mensen het gevoel dat iedereen gelijke kansen heeft in Nederland? Hebben zij zelf met kansenongelijkheid te maken gehad? En welke verschillen bestaan er op deze punten tussen bevolkingsgroepen en regio’s? Het onderzoek vormt een aanvulling op bestaande bronnen over kansenongelijkheid in Nederland.