Sinds de invoering van de Wet bescherming klokkenluiders (Wbk) in 2023, mogen mensen die een werkgerelateerde ‘misstand met maatschappelijk belang’ vermoeden rechtstreeks bij een externe instantie melden. Voorheen moesten zij dat eerst intern bij de werkgever doen. In de Wbk zijn negen bevoegde autoriteiten aangewezen waar een klokkenluider terecht kan als hij niet intern bij de eigen werkgever wil melden. Die negen autoriteiten behandelen de klokkenluider en de melding volgens verplichte wettelijke regels van de Wbk. Denk aan de inrichting van de meldkanalen, de vertrouwelijke omgang met meldingen en een wettelijke reactietermijn. Ook overtredingen met betrekking tot de Europese richtlijn (schending van Unierecht) mogen sinds de Wbk worden gemeld bij de toezichthouders.
Negen wettelijk aangewezen autoriteiten
In Nederland zijn, naast het Huis voor Klokkenluiders, de Autoriteit Consument en Markt, de Autoriteit Financiële Markten, de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming, de Autoriteit Persoonsgegevens, De Nederlandsche Bank, de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit en de Nederlandse Zorgautoriteit in de wet aangewezen als toezichthouder. Het Huis voor Klokkenluiders coördineert en rapporteert namens alle autoriteiten, onder meer richting het ministerie van Binnenlandse Zaken. Onderling zijn ook afspraken gemaakt over doorverwijzing naar elkaar, zodat melders geen spoorzoekers worden.
Andere instanties
Melders kunnen ook bij andere instanties een melding doen als dat meer op het terrein van hun werkveld ligt, zoals bij de Onderwijsinspectie, Mores voor de culturele sector of bij een vakbond. Omdat deze instanties niet verplicht zijn om zich aan de regels van de Wbk te houden, zijn zij niet meegenomen in de rapportage.