Ondanks dat de uitspraak niet juridisch bindend is, heeft deze wel gewicht: het ICJ is het hoogste gerechtelijke orgaan binnen de Verenigde Naties. Het Hof onderstreept dat klimaatverandering niet alleen een ecologische of politieke uitdaging is, maar ook een mensenrechtenkwestie, en een zaak van internationaal recht. De uitspraak draagt bij aan de verdere ontwikkeling van het internationaal recht op het gebied van milieu, mensenrechten en de verplichtingen van staten.

Waar ging de adviesvraag over?

De adviesprocedure is gestart op initiatief van de eilandengroep Vanuatu en andere eilandstaten die extra kwetsbaar zijn voor de gevolgen van klimaatverandering, zoals zeespiegelstijging en extreme weersomstandigheden. De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties vroeg het IGH welke verplichtingen staten hebben om huidige en toekomstige generaties tegen klimaatverandering te beschermen en wat de (juridische) gevolgen zijn als zij daarin tekortschieten. De adviesvraag werd ondersteund door meer dan 130 landen.

Twee vragen lagen voor bij het Hof:  

  1. Wat zijn de verplichtingen van staten onder internationaal recht met betrekking tot klimaatverandering? 

  2. Wat zijn de juridische gevolgen voor staten die aanzienlijke schade hebben toegebracht aan het klimaat en andere delen van het milieu?

  3. Wat zegt het Internationaal Gerechtshof?

    Het Hof benadrukt dat klimaatverandering grote risico’s oplevert voor mensenrechten. Het gaat onder andere over het recht op leven, het recht op gezondheid, het recht op privacy en gezinsleven, en het recht op een toereikende levenstandaard, waaronder toegang tot water, voedsel en huisvesting.

    Volgens het Hof is een schoon, gezond en duurzaam leefmilieu een noodzakelijke voorwaarde voor het daadwerkelijk uitoefenen van mensenrechten. Omdat mensenrechten en milieubescherming met elkaar samenhangen, kunnen staten hun mensenrechtenverplichtingen niet nakomen zonder ook het leefmilieu als mensenrecht te beschermen. Het Hof concludeert daarom dat het recht op een schoon, gezond en duurzaam leefmilieu onder internationaal recht een mensenrecht is dat essentieel is voor het waarborgen van andere mensenrechten. Staten zijn daarom verplicht om: 

    • De uitstoot van broeikasgassen te beperken om verdere schade aan klimaat en milieu te voorkomen (mitigatie); 

    • Maatregelen te nemen om mensen te beschermen tegen de gevolgen van klimaatverandering die zich nu al voordoen, zoals hittegolven, zeespiegelstijging, overstromingen of watertekorten (adaptatie); 

    • Samen te werken met andere landen en internationale afspraken na te komen; 

    • Extra aandacht te hebben voor kwetsbare groepen en toekomstige generaties;  

    • Mensenrechten te beschermen.

    De precieze invulling van deze verplichtingen verschilt per land, maar de richting is duidelijk: staten mogen niet stilzitten.

    Wat als staten te weinig doen?

    Het Hof maakt duidelijk dat staten aansprakelijk kunnen worden gehouden als zij hun internationaalrechtelijke verplichtingen niet nakomen. Volgens het Hof kunnen hierin verschillende wegen worden bewandeld. Die aansprakelijkheid geldt bijvoorbeeld wanneer een land geen serieuze maatregelen neemt om de uitstoot te beperken, mensen onvoldoende beschermt tegen de gevolgen van klimaatverandering en mensenrechten in het geding komen. Dan kan sprake zijn van een schending van internationaal recht. In zulke gevallen moet een staat stoppen met het schadelijke handelen of nalaten, en herhaling daarvan voorkomen. Als er schade is, kan een staat ook worden verplicht die te herstellen, bijvoorbeeld via compensatie. Het Hof benadrukt dat dit per geval moet worden beoordeeld.

    Wat betekent dit voor Nederland?

    De uitspraak van het IGH bevestigt dat ook Nederland duidelijke verplichtingen heeft om het klimaat te beschermen en mensen te behoeden tegen de gevolgen van klimaatverandering. Die verplichtingen volgen uit internationale verdragen zoals het Klimaatakkoord van Parijs en mensenrechtenverdragen, én uit internationaal gewoonterecht.  

    Voor Nederland betekent dit:  

    • De uitstoot van broeikasgassen moet verder omlaag. Nederland moet alles in het werk stellen om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5°C, zoals afgesproken in het Klimaatakkoord van Parijs en de Europese Klimaatwet. Daarbij moet het beleid zijn gebaseerd op de best beschikbare wetenschappelijke inzichten (bijvoorbeeld van het IPCC en de Europese Wetenschappelijke Klimaatadviesraad).  

    • Klimaatbeleid moet mensenrechten beschermen. Het gaat dan onder meer om het recht op leven, gezondheid, een toereikende levensstandaard, en toegang tot water, voedsel en huisvesting. Ook moet Nederland extra aandacht hebben voor mensen in kwetsbare situaties en toekomstige generaties. 

    • Mensen die nu al geraakt worden, moeten beschermd worden. Dat betekent onder meer het treffen van aanpassingsmaatregelen (adaptatie), zoals bescherming tegen hittegolven, overstromingen en watertekorten.  

    • Nederland moet internationaal samenwerken. Dat betekent onder andere: bijdragen aan klimaatfinanciering, het delen van kennis en technologie, en samenwerken met andere landen om klimaatverandering aan te pakken. Vooral landen die extra kwetsbaar zijn, zoals eilandstaten, moeten daarbij ondersteund worden. 

    Extra betekenis voor Caribisch Nederland

    De uitspraak van het IGH is ook van belang voor inwoners van Caribisch Nederland. Op Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn de gevolgen van klimaatverandering al duidelijk te merken. Tegelijkertijd zijn de regels en beschermingsmaatregelen tegen klimaatverandering voor deze eilanden nog in ontwikkeling. In zijn werk vraagt het College daarom steeds aandacht voor de noodzaak van een volwaardig klimaatplan voor Caribisch Nederland en een gelijkwaardige bescherming van mensenrechten.

    In oktober 2025 buigt de Nederlandse rechter zich over de rechtszaak die inwoners van Bonaire en Greenpeace hebben aangespannen tegen de Nederlandse Staat. Daarin staat de vraag centraal of Nederland genoeg doet om ook de inwoners van Caribisch Nederland te beschermen tegen de gevolgen van klimaatverandering.

    Wat doet het College?

    Het College heeft in zijn jaarlijkse rapportage over 2023 aandacht besteed aan het recht op een schoon, gezond en duurzaam leefmilieu. Daarbij is ook stilgestaan bij wat de verplichtingen zijn van de Nederlandse overheid op basis van mensenrechten als het gaat om klimaatverandering.    

    • In deel 1 (Juridisch kader) zijn de internationale en nationale (juridische) verplichtingen uitgewerkt die voortvloeien uit het recht op een schoon, gezond en duurzaam leefmilieu. 

    • In deel 2 (Klimaatverandering en mensenrechten) wordt ingezoomd op de vraag of het Nederlandse klimaatbeleid voldoet aan de eisen van artikel 8 EVRM. Daarbij wordt benadrukt dat mensenrechten kunnen helpen om klimaatbeleid beter te richten op bescherming, rechtvaardigheid en effectieve uitvoering. 

Voor meer verdieping PONT | Klimaat , opent in nieuw tabblad

Gerelateerd nieuws

NIS2: risicoanalyse van eigen organisatie helpt om grip te krijgen op leveranciersmanagement

De Europese NIS2-richtlijn heeft als doel de digitale weerbaarheid van organisaties én hun toeleveranciers te versterken. Dat betekent dat bedrijven niet alleen hun eigen cyberrisico’s moeten begrijpen, maar ook die van hun toeleveranciers. Dit roept bij veel organisaties een belangrijke vraag op: wat betekent dit nu voor ons leveranciersmanagement?

Data & Privacy

Wetsvoorstel: meer bevoegdheden voor burgemeester bij online ordeverstoring

Op 4 juli is een wetsvoorstel in consultatie gebracht dat twee nieuwe bevoegdheden aan de burgemeesters toekent. Hiermee kan de politie onder zijn gezag persoonsgegevens uit publiek toegankelijke bronnen vergaren over de dreiging van een ernstige verstoring van de openbare orde. Het doel van het wetsvoorstel is dat de burgemeester en de politie meer zicht krijgen op ernstige verstoringen van de openbare orde en zij op basis daarvan adequater maatregelen kunnen treffen om deze te voorkomen, beletten of te beëindigen.

Data & Privacy

Asielcrisis? Nee, inburgering biedt juist kansen voor arbeidsmarkt en integratie

Dat Nederland niet in een asielcrisis verkeert, is al door wetenschappers aangetoond en door de Raad van State wettelijk getoetst. Toch vindt een significant deel van de Nederlanders dat ons land niet de juiste koers vaart als het gaat om migratie en vreemdelingen. Waar ligt dat dan aan? Een van de oorzaken is de gang van zaken rond inburgering en integratie.

Zorg & Sociaal

Wonen of zorg? De juridische scheidslijn in woonzorgvastgoed

De vergrijzing zet onze samenleving op scherp: de vraag naar innovatieve woonzorgconcepten stijgt explosief. Beleggers en ontwikkelaars storten zich massaal op woonzorgvastgoed. Maar juist op het snijvlak van wonen en zorg ontstaan interessante juridische vraagstukken, want wie bepaalt of een woning vooral een thuis is, of toch vooral een zorginstelling? Die scheidslijn is allesbepalend voor de wet- en regelgeving die geldt. Zodra zorg de boventoon voert en wonen ondergeschikt is, veranderen de spelregels drastisch – met grote gevolgen voor huurbescherming en contractuele afspraken. Wat betekent dat concreet voor huurders, verhuurders en zorgaanbieders? En waarom is het cruciaal om de afspraken over huur en zorg glashelder vast te leggen? In deze blog wordt die vraag beantwoord en wordt door Nika Niels en Isa Horstik uiteengezet welke regels van toepassing zijn wanneer wonen en zorg nauw met elkaar verweven zijn.

Omgeving