Hoe het klimaat het gebruik van onze buitenruimte beïnvloed

De fysieke opbouw van onze dorpen en steden maakt ze kwetsbaar voor de gevolgen van klimaatverandering. Verstening en minder groen zorgen dat temperaturen sneller stijgen en trager dalen, regenwater minder goed weg kan en periodes van droogte harder toeslaan. Gebrek aan schaduw, water en groen vermindert het verkoelend vermogen van een omgeving en maakt buiten verblijven minder aantrekkelijk, zeker voor kwetsbare groepen zoals ouderen en jonge kinderen [1]. Klimaatverandering raakt dus niet alleen de leefbaarheid voor bewoners, het vermindert ook de recreatieve waarde van onze buitenruimte.

Van uitdaging naar kans: recreatie en klimaat hand in hand

Door slimme koppelingen te maken tussen klimaatverandering en recreatie, ontstaan multifunctionele plekken die verkoelen én verbinden. Het toevoegen van toegankelijk groen en water helpt daarbij. Het onderzoek van De Hittebestendige Stad van de Hogeschool van Amsterdam [2] laat bijvoorbeeld zien dat 10% meer groen tot een halve graad minder hitte in de stad leidt. Daarnaast zet toegankelijk groen in de omgeving mensen aan tot meer beweging en stimuleert om elkaar te ontmoeten [3].

Er zijn verschillende manieren om toegankelijk groen en water toe te voegen en daarmee klimaatadaptatie en recreatie te koppelen:

  • Waterpleinen: vangen regenwater op tijdens hevige buien en bieden bij droogte ruimte voor sport, spel en ontmoeting. Een voorbeeld is het Benthemplein in Rotterdam, dat bij een hevige regenbui onderloopt en bij droogte een sportplein en plek voor ontmoeting is. Nog een voorbeeld is het waterplein in Spoorpark Tilburg waar het in het gebied opgevangen regenwater wordt rondgepompt en gereinigd tot een recreatief plein met fonteintjes.

  • Koele routes: stimuleren om naar buiten te gaan en zorgen ervoor dat we comfortabel naar koele plekken toe kunnen komen. Groene, koele routes zijn kenmerkend door voldoende schaduw van bomen en koelende beplanting. Een voorbeeld is de Groene Route Malburgen in Arnhem, die regenwater opvangt, bijdraagt aan biodiversiteit door inheemse beplanting en belangrijke voorzieningen in de wijk verbindt. Het stappenplan van Wageningen University & Research helpt om versteende gebieden en routes met groenblauwe oplossingen te verkoelen en aantrekkelijker te maken voor recreatie.

  • Groene pleinen: zorgen voor natuurlijke verkoeling door beplanting, wind en schaduw en zijn recreatief aantrekkelijk. Een voorbeeld hiervan is het Bospolderplein in Rotterdam dat wordt getransformeerd van een plein met veel steen en asfalt naar een koeler en groener plein dat uitnodigt om te spelen, ontmoeten en relaxen. Het Bospolderplein is een pilotproject uit het Europese Interreg NSR project Cool Cities waarin 11 partners uit Nederland, België, Duitsland, Frankrijk en Zweden wetenschappelijk onderzoek en procesgerichte aanpakken combineren met concrete pilotprojecten waarin maatregelen worden getest. Bureau BUITEN begeleidde en schreef mee aan de aanvraag, en voert nu samen met de gemeente Arnhem (Lead Partner) en Jan-Joris van Kampen (De Subsidievakman) het projectmanagement uit.

  • Wadi’s: vangen regenwater op, zuiveren het, en infiltreren het in de bodem. Tegelijkertijd zorgen ze voor verkoeling en zijn ze aantrekkelijk en uitnodigend voor mensen om te wandelen en de natuur te beleven in een vaak stedelijke omgeving. Zo ook de wadi in het centrum van Utrecht, direct achter ons kantoor. Binnen een jaar is het stenen plein hier getransformeerd in een groen-blauwe stadsoase.

Aan de slag

We kunnen allemaal bijdragen aan een groene, gezonde en aantrekkelijke omgeving voor iedereen. Het Kennisportaal Klimaatadaptatie helpt ons om klimaatadaptatie in de praktijk te brengen met informatie en hulpmiddelen. Een aantal van deze hulpmiddelen die de klimaateffecten in jouw omgeving inzichtelijk kunnen maken zijn:

  • Het Buurtdashboard in de Klimaateffectatlas geeft inzicht in welke klimaateffecten er op een buurt van toepassing zijn, zoals gevoelstemperatuurstijging op een hete zomerdag, schaduwpercentage op wandel- en fietspaden, en hitte in combinatie met sociale kwetsbaarheid.

  • Door verschillende overheden worden klimaatstresstesten om de kwetsbaarheid van gebieden voor de extreme gevolgen van klimaatverandering in beeld te brengen. De klimaatstresstest (DRPA-stresstest) komt voort uit het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie om Nederland voor 2050 waterrobuust en klimaatbestendig in te richten.

  • De Toolbox Klimaatbestendige Stad laat zien hoe effectief verschillende maatregelen zijn in een bepaalde omgeving. De tool laat bijvoorbeeld zien hoeveel extra waterberging een bepaalde maatregel oplevert of hoe sterk de waterkwaliteit verbetert.

Gerelateerd nieuws

'Hittestress met dodelijke gevolgen vraagt om meer aandacht en voorzorgsmaatregelen'

Het Openbaar Ministerie heeft een boete van 25.000 euro geëist tegen een zorginstelling waar een 40-jarige hulpbehoevende cliënt overleed tijdens een hittegolf. De hittegolven in Nederland nemen toe en daarmee de gevaren. Tien miljoen Nederlanders lopen risico op hittestress en hittegerelateerde ziekten en de gevolgen voor kwetsbare groepen kunnen zelfs dodelijk zijn. Dit vraagt meer aandacht.

Klimaat

Hitte-aanpak 2025: groenere en koelere leefomgeving

Door klimaatverandering wordt het droger en warmer in de zomers. In het Regeerprogramma 2024 wordt daarom onder meer een kabinetsbrede actieagenda hitte (2025) aangekondigd. Op 2 juni 2025 is deze ‘Hitte aanpak 2025’ aan de Tweede Kamer aangeboden door drie departementen. Hierin is gekozen voor vier themalijnen, waaronder de Themalijn Gebied. Hierbij ligt de focus op onder meer het realiseren van een groenblauwe inrichting om schaduw en verkoeling te bieden. Wat zijn de belangrijkste uitdagingen in de ruimtelijke omgeving?

Omgeving

PBL: urgente opgaven rond wonen, landbouw en klimaatverandering vragen om keuzes van de politiek

Het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving op het vlak van wonen, klimaat, energie, natuur en landbouw stagneert. Dit zijn urgente leefomgevingsopgaven voor het nieuwe kabinet. In twee gelijktijdig uitgebrachte publicaties, de ‘Balans van de Leefomgeving’ en ‘Keuzes voor de Leefomgeving’, schetst het PBL de grote leefomgevingsdossiers én geeft het verschillende keuzes voor beleid.

Omgeving

Emissievrije gebouwen worden verplicht

De Europese Commissie heeft, in verband met de energietransitie en de ambitie om een volledige circulaire economie in 2050 tot stand te brengen, regels vastgesteld voor de verduurzaming van gebouwen. Deze regels zijn vastgelegd in de Energy Performance of Buildings Directive, afgekort “EPBD”. Inmiddels is de EPBD op 24 april 2024 weer verder aangescherpt en is er een vierde versie tot stand gekomen, oftewel de “EPBD IV”. Deze regels staan voor de lidstaten van de Europese Unie in rang boven regels van de nationaal recht. De Nederlandse overheid voert de EPBD door in de nationale wetgeving, hoofdzakelijk door het Besluit bouwwerken leefomgeving en het Besluit kwaliteit leefomgeving aan de EPBD IV aan te passen. In deze blog zullen enkele aspecten van deze EPBD IV in grote lijnen nader worden belicht. Voor de praktijk zijn uiteraard ook de details van de EPBD en natuurlijk ook de uitzonderingen van belang, waarvoor de EPBD zelf zal moeten worden geraadpleegd.

Omgeving