Daarbij gaat het voor ons nooit alleen om nieuwe plannen en aanplant. Minstens zo belangrijk is hoe we omgaan met wat er al staat. Bestaande bomen, hagen, struweelranden en oude plantvakken vormen het groene kapitaal van een gebied.

Een grote boom vervang je niet zomaar. In de eerste decennia investeert een boom vooral in groei: wortels, stam en kroonopbouw. De échte meerwaarde voor klimaat en gezondheid groeit mee met zijn leeftijd. Hoe ouder en groter de boom, hoe meer bladoppervlak hij heeft om CO₂ op te nemen, zuurstof te produceren, schaduw te geven en water te verdampen.

Juist de oude bomen zijn onze groene longen – levende zuurstofmotoren in stad en landschap.

Daarom is zorgvuldig omgaan met bestaande bomen en groenstructuren geen luxe, maar een randvoorwaarde voor een toekomstbestendige leefomgeving. Nieuw groen is waardevol, maar bestaand groen is onbetaalbaar.

Zorgvuldig omgaan met bestaand groen

Alle beplanting in de openbare ruimte is ooit door mensen aangeplant. Daarmee hebben we er ook verantwoordelijkheid voor: bomen, heesters en vaste planten zijn geen decor, maar levende structuren die aandacht en zorg nodig hebben. In onze benadering kijken we daarom eerst naar het bestaande groen: welke bomen zijn vitaal, welke structuren geven identiteit en schaduw, welke groenvormen hebben al een sociale of ecologische waarde?

Waar mogelijk bouwen we daarop voort. Soms betekent dat: een oud bomenlint behouden en de onderbeplanting vernieuwen. Soms gaat het om het herstellen van een verwaarloosde groenzone of het verfijnen van een ruwe strook struikgewas. Door te koesteren wat er al is en dat zorgvuldig aan te vullen, ontstaat een gelaagd en volwassen groenbeeld dat je met nieuwe aanplant alleen niet snel bereikt. 

Beplantingsplannen gaan niet alleen over nieuwe aanplant, maar ook over hoe we met ons bestaande groen omgaan.

De kracht van planten

Elke plant heeft zijn eigen kracht. Sommige soorten kunnen verontreiniging uit bodem of water opnemen, andere vangen fijnstof af, zorgen voor verkoeling of trekken bestuivers aan. Door de juiste soorten te combineren, benutten we die eigenschappen doelgericht.

Een boom of struik staat nooit op zichzelf. Wortels, bodemleven, vochtbalans en microklimaat vormen samen een levend netwerk waarin planten een actieve rol spelen. Ze slaan koolstof op, zuiveren water, dempen piekbuien, bieden schaduw en versterken de bodemstructuur. Door bestaande structuren te behouden én nieuwe soorten zorgvuldig toe te voegen, bouwen we aan systemen die in de tijd alleen maar krachtiger worden.

Daarom kijken we in onze plannen niet alleen naar kleur of hoogte, maar vooral naar de functie van planten in hun omgeving: wat kan hier groeien én bijdragen aan een gezonde, klimaatbestendige leefomgeving?

Een gezonde bodem als basis

Een vitale bodem is de sleutel tot sterke beplanting – nieuw én bestaand. Waar de bodem verarmd of vervuild is, zoeken we naar oplossingen die verder gaan dan alleen grond vervangen. Soorten als els en gele kornoelje kunnen de bodemstructuur verbeteren en stikstof binden, terwijl rode klaver de doorworteling en het bodemleven stimuleert. Op sommige locaties kunnen planten zelfs helpen om verontreinigde bodems stap voor stap te herstellen.

Deze “groene herstelstrategieën” zijn niet overal toepasbaar, maar juist in overgangsgebieden, op oude bedrijventerreinen of bij de herinrichting van oevers bieden ze onverwachte kansen. Door groen slim te ontwerpen én de ontwikkeling te volgen, kan een plek letterlijk gezonder worden – voor bodem, water én gebruiker

Groen en gezondheid: wat het met mensen doet

Groen doet iets met ons als mens. Dat zien we in onderzoeken én in de praktijk. In buurten met veel en gevarieerde beplanting bewegen mensen meer, ervaren ze minder stress en voelen ze zich veiliger. Goed onderhouden groen blijkt een stille bondgenoot van gezondheid en welzijn: het nodigt uit om naar buiten te gaan, even om de wijk te lopen, op een bankje te zitten of elkaar te ontmoeten.

Bomen als linde en berk staan bekend om hun vermogen om fijnstof af te vangen, terwijl bloemrijke soorten als knoopkruid en wilde marjolein kleur en geur toevoegen en tegelijkertijd vlinders en bijen aantrekken. Een zorgvuldig ontworpen plantvak, park of groenzone oogt niet alleen verzorgd, maar prikkelt de zintuigen en geeft mensen letterlijk lucht.

Dat is merkbaar in zorgomgevingen, op schoolpleinen en in woonwijken: kinderen ontdekken en spelen, bewoners wandelen of ontmoeten elkaar, medewerkers tanken even bij.

Ontwerpen met natuurlijke baten

In elk beplantingsplan zoeken we naar een balans tussen beleving, ecologie, beheer en de omgang met bestaand groen. De extra baten – schonere bodem, meer biodiversiteit, gezondere leefomgeving – komen pas echt tot hun recht als deze aspecten in evenwicht zijn.
Dat betekent niet dat elk plan een ecologisch experiment moet worden. Vaak zit de winst in een reeks doordachte keuzes: het behoud van volwassen bomen die schaduw en verkoeling geven, het toevoegen van diepwortelende soorten die de bodem luchtiger maken, een bloemrijke zoom die bijen en vlinders aantrekt, of het beperken van verharding zodat regenwater in de bodem kan zakken in plaats van het riool in te stromen. 

Duurzaam groen ontstaat waar bestaande structuren worden gerespecteerd en nieuwe beplanting daar logisch op aansluit. 

Van kennis naar praktijk: groen dat doet wat het belooft

De kracht van beplanting komt pas echt tot uiting als kennis en praktijk elkaar blijven voeden. Planten die de bodem verbeteren of hitte dempen, hebben tijd nodig. Een gezond bodemleven en een volwassen groenstructuur bouw je niet in één seizoen op. Dat vraagt om geduld, monitoring en bijsturing – zeker in de eerste jaren na aanleg of herinrichting.

We blijven daarom leren van wat we buiten zien: welke soorten het goed doen, welke bodemaanpak werkt, hoe bewoners en gebruikers het groen ervaren. Die ervaringen nemen we mee naar nieuwe plannen, zodat elke volgende inrichting weer een stap verder bouwt op wat in onze bodems en ons klimaat aantoonbaar werkt.

Beplanting is voor ons meer dan esthetiek. Het is een investering in de kwaliteit van een plek – in gezondheid, biodiversiteit, klimaatbestendigheid én in hoe mensen zich met hun omgeving verbonden voelen. Door die waarde bewust mee te nemen in ontwerpkeuzes, ontstaan plannen die verder gaan dan “mooi groen”: plannen waarin bestaand en nieuw groen samen een veerkrachtig geheel vormen.

Benieuwd hoe je met slimme keuzes en samenwerking een duurzaam beplantingsplan maakt dat écht werkt? Lees onze aanpak.

Over de auteurs

  • Sophie Huis in ’t Veld

    Sophie Huis in ’t Veld is landschapsontwerper bij BügelHajema adviseurs

  • Gabriëlle Bartelse

    Landschapsarchitectuur is voor Gabriëlle het mooist denkbare vak. Ze houdt ervan om door landschappen te dwalen, te luisteren en te onderzoeken naar wat zich in het landschap voordoet of afspeelt. Ieder landschap is uniek en vertelt zijn eigen verhaal. Gabriëlle heeft zich ontwikkeld tot een expert om die verhalen zichtbaar te maken in een landschappelijk ontwerp. Dit doet ze met ambitie, durf en met een contrastrijke inslag. Voor Gabriëlle is het ambacht van het vak landschapsarchitectuur het tonen van de ‘Genius Loci’, de ‘Geest van de Plek’. Dat doet ze op basis van enerzijds een vakinhoudelijke intuïtie en anderzijds door een grondige landschapsanalyse, op basis van een expertise van de wortels van het vakgebied.

Gerelateerd nieuws

De toenemende druk op de grond in Nederland

Als je het mij vraagt staat Nederland al jarenlang bekend als dat kleine kikkerlandje waar geen vierkante meter onbenut blijft. Waar we ooit land wonnen op de zee, lijkt de ruimte ons nu langzaam door de vingers te glippen. Van woningbouw tot natuurherstel, van infrastructuur tot energietransitie – de strijd om de vierkante meter is hevig. Ruimtegebrek en grondhonger zijn termen die vandaag de dag heel actueel zijn.

Omgeving

Open normen: meer vrijheid met grenzen

Het opnemen van open normen in de planregels van het omgevingsplan biedt een goede mogelijkheid voor de gemeenteraad om globaal het ruimtelijk kader vast te leggen, zonder dat gelijk volledig duidelijk moet zijn hoe het plan (in detail) moet worden uitgewerkt. Daardoor kan in een vroege fase het kader vastgesteld worden, en kan dit kader later ingevuld worden. Maar, open normen kunnen voor minder rechtszekerheid zorgen. In deze blog leg ik uit aan welke eisen een open norm moet voldoen, en welke gevolgen daaraan zitten.

Omgeving

Voorrang voor woningzoekenden met maatschappelijke of economische binding

Wie krijgt er voorrang op de woningmarkt? Een hot item in deze verkiezingsperiode. Met de wijziging van de Huisvestingswet 2014 per 1 januari 2024, beschikken gemeenten over meer instrumenten om te sturen op de verdeling van woonruimte. De wet biedt onder meer de mogelijkheid om woningen met voorrang toe te wijzen aan woningzoekenden die een sociale of economische binding hebben met een woningmarktregio, de gemeente of een deel van de gemeente. Deze verruiming geeft gemeenten meer regie op de lokale woningmarkt.

Omgeving

Verkiezingsprogramma’s: bouwen, bouwen, bouwen?

De politieke partijen schreven ruim 1.600 pagina’s aan verkiezingsprogramma’s: genoeg om een lade van onze dossierkast te vullen. Maar als omgevingsjuristen van de toekomst zijn wij vooral benieuwd naar één thema: het versnellen van de woningbouw. Hoe willen de zes (vooralsnog) grootste partijen dat aanpakken en is dat wat ons betreft juridisch haalbaar?

Omgeving