Informatie en geheimhouding

De ondernemingsraad kan zijn taak alleen goed uitvoeren als hij op tijd volledige informatie krijgt. In advies- en instemmingstrajecten gaat het dan al snel om ingrijpende gegevens: financiële analyses, reorganisatieplannen, investeringen, fusies en overnames, of zelfs sluitingen. De ondernemer moet alle informatie verstrekken die de ondernemingsraad redelijkerwijs nodig heeft voor de taakvervulling.

Daar staat tegenover dat de ondernemingsraad die informatie niet openbaar mag maken. De geheimhoudingsplicht uit artikel 20 WOR geldt voor alle informatie die wordt ontvangen in de hoedanigheid van ondernemingsraadslid, en voor alle informatie waarvoor de ondernemer uitdrukkelijk geheimhouding oplegt. Overtreding van die geheimhoudingsplicht kan leiden tot ontslag, zelfs op staande voet.

Achterbanraadpleging

Tegenover die geheimhoudingsplicht staat artikel 17 WOR: het recht van de ondernemingsraad om werknemers te raadplegen als dat redelijkerwijs noodzakelijk is. De wetgever vond het belangrijk dat werknemers weten wat de ondernemingsraad doet en dat de ondernemingsraad weet wat leeft bij de werknemers. De invulling van de achterbanraadpleging is bewust opengelaten, omdat iedere onderneming anders is. De ondernemingsraad mag zich niet volledig laten leiden door de uitkomsten en moet een eigen afweging blijven maken.

Zolang geheimhouding geldt, mag de ondernemingsraad geen informatie delen die daaronder valt. Toch kan niet zomaar elk achterbanoverleg tegengehouden worden. De ondernemer moet afwegen of volledige geheimhouding noodzakelijk is, of dat ruimte bestaat om achterbanoverleg mogelijk te maken. De ondernemer moet meedenken over werkbare alternatieven. Beperkte informatie delen, een afgestemde presentatie, of een gezamenlijke bijeenkomst met de directie en ondernemingsraad zijn soms mogelijk zonder schade voor de onderneming.

Van de ondernemingsraad wordt verwacht dat hij zich redelijk opstelt. Achterbanraadpleging is geen doel op zich. De ondernemingsraad moet kunnen uitleggen waarom raadpleging noodzakelijk is en in welke vorm dat kan zonder schade voor de onderneming. Een ondernemingsraad die alleen volledige openbaarheid accepteert, handelt niet redelijk. De ondernemingsraad mag de achterban ook niet alleen de mogelijke nadelen van het voorgenomen besluit voorhouden, maar moet eerlijk en volledig de beweegredenen van de ondernemer toelichten. De ondernemingsraad vertegenwoordigt tenslotte zowel het personeel als het belang van de onderneming.

Afweging afhankelijk van het onderwerp van het voorgenomen besluit

De ruimte voor achterbanoverleg hangt sterk af van het onderwerp van het voorgenomen besluit. Bij grote strategische besluiten zoals investeringen, fusie, verkoop van activiteiten, sluiting of andere artikel 25 WOR-besluiten mag de ondernemer de ondernemingsraad in het algemeen aan geheimhouding houden. De ondernemingsraad kan dan geen vertrouwelijke informatie met werknemers delen, ook wanneer de gevolgen voor werknemers ingrijpend kunnen zijn. Anders ligt het bij besluiten die gaan over arbeidsvoorwaarden en regelingen waarop artikel 27 WOR ziet. Deze onderwerpen raken de werknemers directer en hebben minder snel externe gevolgen, waardoor achterbanoverleg verbieden minder snel aan de orde is.

Goede afspraken voor een werkbare praktijk

Aan de start van een advies- of instemmingstraject kunnen de ondernemingsraad en ondernemer afspreken hoe zij omgaan met informatie en achterbanoverleg. Dit vergt een afweging per geval, en een redelijke opstelling van beide kanten. In de meeste gevallen ontstaat een oplossing die recht doet aan ieders belangen: informeren waar nodig, beschermen wat moet. Met een zorgvuldige afweging en een redelijke opstelling zorgen ondernemingsraad en ondernemer samen voor een succesvol medezeggenschapstraject.

Meer weten? Neem dan contact op met de sectie Arbeidsrecht van Ploum Rotterdam Law Firm.

Over de auteurs

  • Bo Leeuwestein

    Bo Leeuwestein is advocaat op de sectie Arbeidsrecht bij Ploum Rotterdam Law Firm.

Gerelateerd nieuws

Waarom de waakhonden van de rechtsstaat kwetsbaar zijn

Het Instituut voor de Publieke Economie heeft in opdracht van Stichting Weerbare Democratie een rapport over de kwetsbaarheden van rechtsstatelijke waakhonden in Nederland opgesteld. De onderzoekers namen 19 organisaties onder de loep die financieel voor 75% afhankelijk zijn van de overheid en analyseerde mogelijke kwetsbaarheden. De publicatie van het onderzoek was 12 november 2025 en Transparency International Nederland was aanwezig bij de lancering.

Vrouwelijke klokkenluiders lopen groter risico op benadeling na melden

In Ierland blijkt dat vrouwelijke klokkenluiders als gevolg van het melden van misstanden een groter risico lopen op benadeling dan mannen. Dat blijkt uit het Speak Up Report 2025 van Transparency International Ireland. Werknemers die misstanden aankaarten lopen nog altijd een aanzienlijk risico op nadelige gevolgen, maar voor vrouwen is dit duidelijk hoger. Bij Transparency International Nederland maken wij ons zorgen over de maatschappelijke gevolgen van deze trend.

Remedies tegen niet tijdig beslissen

Met enige regelmaat krijgen wij de vraag wat een burger of een bedrijf kan doen als een bestuursorgaan niet binnen de wettelijke beslistermijn een besluit neemt. Zo kan het voorkomen dat een bestuursorgaan niet tijdig beslist op een vergunningaanvraag voor een bepaald project, zoals de bouw van woningen, een zonnepark of een datacenter. Ook komt het geregeld voor dat een bestuursorgaan niet tijdig beslist op een bezwaar dat tegen een vergunning is gemaakt. Als gevolg van dit alles kan een project aanzienlijke vertraging oplopen.

Omgeving

SER: ‘Stabiele koers en samenwerking essentieel voor toekomst Nederland’

Stabiel beleid en brede samenwerking zijn onmisbaar om Nederland door de grote transities van deze tijd te loodsen. Dit vormt de kern van de brief van de Sociaal-Economische Raad aan de informateur en het nieuw te vormen kabinet. Ook bij een volgend kabinet staat de SER graag klaar om als bondgenoot van de politiek samen een brede welvaarteconomie op te bouwen die toekomstbestendig is en waar iedereen in Nederland van profiteert.