Doorbouwfaciliteit: meer tempo in de nieuwbouw

Bij veranderende economische omstandigheden, met een stijgende rente en hogere bouwkosten, is het voor ontwikkelaars moeilijker om 70 procent van de woningen te verkopen vóór de start van een nieuwbouwproject. Voor kredietverstrekkers en verzekeraars is dit voorverkooppercentage zeer belangrijk. Als hieraan niet wordt voldaan, kunnen projecten vaak niet van start.

Volgens het Capital Value-onderzoek kan een doorbouwfaciliteit uitkomst bieden. Hiermee kan de overheid een hypothecaire lening, tegen marktconforme rente, verstrekken aan ontwikkelaars die nog niet 70 procent van de woningen hebben verkocht. Deze lening start bij de bouw en eindigt bij de oplevering van de nieuwbouwwoningen. Als onderpand wordt een recht van hypotheek gevestigd op de niet verkochte woningen of appartementsrechten. De Tweede Kamer heeft hier met een amendement van de leden Grinwis en Nijboer 175 miljoen euro voor gereserveerd.

Doorbouwfaciliteit effectiever dan opkoopfonds

Capital Value heeft ook de effectiviteit van een variant op de doorbouwfaciliteit onderzocht: een in 2020 door Brink ontwikkelde doorbouwgarantie. Dit is een fonds waarmee de overheid niet verkochte woningen kan opkopen. Een opkoopfonds is volgens Capital Value in de huidige markt niet meer haalbaar. Zo moet het fonds een aanzienlijk vermogen hebben. Daarnaast zijn de financiële risico’s rondom het verhuren en verkopen van de opgekochte woningen hoog en liggen deze volledig bij het Rijk.

Een effectiever alternatief is de doorbouwfaciliteit. Hiermee wordt invulling gegeven aan het amendement van Grinwis en Nijboer. Als kredietverstrekkers 75% bijdragen en het Rijk 25% – de eerdergenoemde gereserveerde 175 miljoen euro – kan de doorbouwfaciliteit de bouw van circa 4.600 woningen tegelijk ondersteunen. Omdat de woningen als onderpand dienen voor de financiering, is het risico relatief laag. Capital Value verwacht daarom dat kredietverstrekkers bereid zijn bij te dragen.

Verdere uitwerking voor de zomer

De komende tijd werkt minister Hugo de Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening de doorbouwfaciliteit verder uit. Hierbij gaat hij in gesprek met de bouwsector, afbouwverzekeraars en kredietverstrekkers. Vóór de zomer informeert de minister de Tweede Kamer over de uitkomsten van deze gesprekken.

Voor meer verdieping PONT | Omgeving , opent in nieuw tabblad

Gerelateerd nieuws

NIS2: risicoanalyse van eigen organisatie helpt om grip te krijgen op leveranciersmanagement

De Europese NIS2-richtlijn heeft als doel de digitale weerbaarheid van organisaties én hun toeleveranciers te versterken. Dat betekent dat bedrijven niet alleen hun eigen cyberrisico’s moeten begrijpen, maar ook die van hun toeleveranciers. Dit roept bij veel organisaties een belangrijke vraag op: wat betekent dit nu voor ons leveranciersmanagement?

Data & Privacy

Wetsvoorstel: meer bevoegdheden voor burgemeester bij online ordeverstoring

Op 4 juli is een wetsvoorstel in consultatie gebracht dat twee nieuwe bevoegdheden aan de burgemeesters toekent. Hiermee kan de politie onder zijn gezag persoonsgegevens uit publiek toegankelijke bronnen vergaren over de dreiging van een ernstige verstoring van de openbare orde. Het doel van het wetsvoorstel is dat de burgemeester en de politie meer zicht krijgen op ernstige verstoringen van de openbare orde en zij op basis daarvan adequater maatregelen kunnen treffen om deze te voorkomen, beletten of te beëindigen.

Data & Privacy

Asielcrisis? Nee, inburgering biedt juist kansen voor arbeidsmarkt en integratie

Dat Nederland niet in een asielcrisis verkeert, is al door wetenschappers aangetoond en door de Raad van State wettelijk getoetst. Toch vindt een significant deel van de Nederlanders dat ons land niet de juiste koers vaart als het gaat om migratie en vreemdelingen. Waar ligt dat dan aan? Een van de oorzaken is de gang van zaken rond inburgering en integratie.

Zorg & Sociaal

Wonen of zorg? De juridische scheidslijn in woonzorgvastgoed

De vergrijzing zet onze samenleving op scherp: de vraag naar innovatieve woonzorgconcepten stijgt explosief. Beleggers en ontwikkelaars storten zich massaal op woonzorgvastgoed. Maar juist op het snijvlak van wonen en zorg ontstaan interessante juridische vraagstukken, want wie bepaalt of een woning vooral een thuis is, of toch vooral een zorginstelling? Die scheidslijn is allesbepalend voor de wet- en regelgeving die geldt. Zodra zorg de boventoon voert en wonen ondergeschikt is, veranderen de spelregels drastisch – met grote gevolgen voor huurbescherming en contractuele afspraken. Wat betekent dat concreet voor huurders, verhuurders en zorgaanbieders? En waarom is het cruciaal om de afspraken over huur en zorg glashelder vast te leggen? In deze blog wordt die vraag beantwoord en wordt door Nika Niels en Isa Horstik uiteengezet welke regels van toepassing zijn wanneer wonen en zorg nauw met elkaar verweven zijn.

Omgeving