CBS cijfers 2022

Wanneer we verder kijken naar de cijfers zien we dat tienermeisjes stijgers zijn (10 procent) en veel jongens jeugdhulp ontvangen in de basisschoolleeftijd.

Opvallend is (paragraaf 2.3) dat na een half jaar jeugdhulp al weer een derde van de trajecten is afgesloten en na een jaar zelfs 63 procent! Hierbij moet worden vermeld dat 23 procent van de afgesloten trajecten daarna weer jeugdhulp ontvangt en overwegend met verblijf.

Wat vertellen deze cijfers ons?

Als eerste valt het op dat veel trajecten relatief kort duren en dat het waarschijnlijk om lichte gevallen gaat. Over de stijging van vooral tienermeisjes is eerder geschreven en de oververtegenwoordiging van jongens in de basisschoolleeftijd is waarschijnlijk te danken aan toegenomen eisen die de samenleving stelt (Van der Helm en Wienen) (1). Ook opvallend is dat 23 procent van de afgesloten trajecten weer wordt hervat en vaker in de categorie ‘zwaar’ terecht komt. Misschien is de problematiek aanvankelijk onderschat.

Oververtegenwoordiging ‘lichte’ gevallen: jeugdhulp voor het gewone leven?

Het ‘gewone’ leven gaat bij jongeren met ups en downs. Rond het eind van de basisschoolleeftijd voltrekken zich ook grote veranderingen. Kinderen gaan zich in toenemende mate oriënteren op de buitenwereld en leeftijdsgenoten. Ook de eisen die aan kinderen worden gesteld nemen toe, zeker als het gaat om school en competitie tussen jongeren, ook op sociale media. Soms gaan dingen goed en soms niet. En niet iedereen schudt dat zomaar van zich af (differentiële gevoeligheid). Dat hoort bij het gewone leven en het leren omgaan met tegenslagen.

Het is echter de vraag of al deze kinderen jeugdhulp nodig hebben voor het overwinnen van tegenslagen en of ouders of hun netwerk niet beter helpen kunnen. Het massaal een beroep doen op jeugdhulp voor lichte tegenslagen kan wijzen op enerzijds niet kunnen accepteren door ouders dat het even niet zo goed gaat als zij gehoopt hadden. Het is inmiddels ook een beroepsreflex geworden van veel professionals in onderwijs en welzijn om bij opvoedvragen direct te psychologiseren en/of te medicaliseren in plaats van het onderdeel te laten zijn van het dagelijkse en gewone opvoeden met vallen en opstaan.

We noemen dat met een technische term ‘verliesaversie’ en we weten dat we in een samenleving waarin het schijnbaar goed gaat met heel veel mensen die verliesaversie groter wordt omdat we geneigd zijn ons te spiegelen aan vermeende succesvolle anderen. Opscheppen over prestaties of opscheppen over eigen kinderen, ook op sociale media schept een schijnwereld waarin iedereen succes heeft. Dan is er al snel iets mis met je kind maar gelukkig is er jeugdhulp. Het gevolg is een ‘medicalisatie’ van relatief gewone kind problemen (zie ook het eerder genoemde artikel van Van der Helm en Wienen).

Effecten van jeugdhulp

Daarnaast speelt nog dat de meeste jeugdhulpinterventies een beperkt effect hebben (2). Een interventie die nauwelijks effect heeft duurt vaak langer omdat ouders en hulpverleners het moeilijk vinden dat ze geen effect zien. Dat hoeft echter niet aan hen te liggen, maar misschien aan de interventie. En bovendien gaan bij lichte gevallen de problemen in de regel gewoon over, vooral door begrip te tonen en misschien wat advies te geven. Dat hoeft niet te gebeuren door een professional. Het helpt om het ‘gewone leven’ te versterken in plaats van ‘de patiënt’ zieker te maken door het kind te vertellen welke diagnose die heeft. Er is evidentie dat een diagnose als ADHD (jongetjes) of autisme (meisjes) het probleemgedrag kan vergroten (3).

Problematiek onderschatten?

Tot slot is er nog een kleine categorie bij wie de lichte problemen doorgroeien in de zwaardere categorie. Het gaat daar vooral om intergenerationele problemen met soms verwaarlozing, mishandeling en misbruik en daar dient een verwijzer of een wijkteam alert op te zijn. Een verklarende analyse (‘eerst begrijpen dan pas handelen’) kan hierbij een goed hulpmiddel zijn, zegt ook de VNG (4).

Voor de overige kind problemen is jeugdhulp vaak niet de juiste weg.

  1. Peer van der Helm en Dorien Graas zijn beide lector aan respectievelijk de Hogeschool Leiden en Windesheim en werken samen in een ‘Sprong’ groep van hogescholen rond jeugd.

  2. https://www.cbs.nl/nl-nl/longread/rapportages/2023/jeugdhulp-2022?onepage=true

  3. https://www.socialevraagstukken.nl/afname-geestelijke-gezondheid-jongeren-vereist-ander-perspectief/

  4. https://www.socialevraagstukken.nl/effectiviteit-van-interventies-moet-en-kan-beter/

  5. https://www.socialevraagstukken.nl/hoe-moet-je-jezelf-zijn-met-autisme/

  6. https://vng.nl/sites/default/files/2021-02/tool_3.2_-_verklarende_analyse.pdf

Over de auteurs

  • Dorien Graas

    Dorien Graas is lector Jeugd aan de Hogeschool Windesheim. Zij doet onderzoek op het brede terrein van het veilig(er), gezond(er) en kansrijk opgroeien van kinderen en jongeren. Ze werkt daarbij samen met jongeren, ouders, professionals en beleids- en praktijkinstellingen op het gebied van onderwijs, jeugdhulp en de jeugdgezondheidszorg vanuit het perspectief van ontzorgen en normaliseren en het versterken van de sociaalpedagogische context en relatie. Een mooi voorbeeld hiervan is de ontwikkeling van de Regionale Kenniswerkplaats Jeugd Samen normaliseren. Dorien Graas is afgestudeerd historicus en heeft als docent gewerkt in het middelbaar onderwijs. Ze is gepromoveerd op onderzoek naar zorgenkinderen in het (speciaal) onderwijs (Faculteit Psychologie & Pedagogiek VU Amsterdam).Dorien Graas is afgestudeerd historicus en heeft als docent gewerkt in het middelbaar onderwijs. Ze is gepromoveerd op onderzoek naar zorgenkinderen in het (speciaal) onderwijs (Faculteit Psychologie & Pedagogiek VU Amsterdam). Dorien heeft onder andere gewerkt als senior adviseur voor de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (adviescollege van het Kabinet) en als directeur van het interdisciplinair instituut van de VU Amsterdam het Amsterdams centrum voor kinderstudies.

  • Peer van der Helm

    Peer van der Helm is sinds 2014 lector Residentiele Jeugdzorg van Hogeschool Leiden, en in 2021 is hij benoemd tot bijzonder hoogleraar onderwijs en zorg aan de Universiteit van Amsterdam. Hij doet samen met een team onderzoekers en docenten onderzoek naar het leef- en leerklimaat voor jongeren die het in onze samenleving minder getroffen hebben, bijvoorbeeld in de jeugdzorg, het speciaal onderwijs en gezinshuizen. Ook doet het lectoraat onderzoek naar het werkklimaat onder medewerkers van instellingen en het speciaal onderwijs. Het doel van dit onderzoek is het verbeteren van het klimaat in de instellingen om daarmee de ontwikkelingskansen van jongeren te vergroten. Om weer deel te nemen aan de samenleving, is het voor deze jongeren erg belangrijk van groot belang voor participatie in onze samenleving. Hij studeerde psychologie en promoveerde in 2011 aan de Vrije Universiteit Amsterdam op onderzoek naar het leefklimaat in de Justitiële Jeugdzorg.

Gerelateerd nieuws

Welzijn en sociale cohesie cruciaal voor weerbaarheid bij toekomstige crisis

Welzijn en sociale cohesie zijn belangrijke pijlers voor hoe de samenleving bestand is tegen een crisis, zoals een pandemie. Het is daarom belangrijk om hier voortdurend aandacht voor te hebben, zowel voor, tijdens als na een crisis. Ook draagt het (h)erkennen van leed door crises bij aan de veerkracht van de samenleving. Dat concludeert het Netwerk Gezondheidsonderzoek na Rampen (Netwerk GOR) bij het afronden van de Integrale Gezondheidsmonitor COVID-19, het onderzoeksprogramma (2021-2025) over de impact van de coronapandemie op de gezondheid.

Zorg & Sociaal

‘Kijk niet toe’: waarom geweld tegen vrouwen een mensenrechtenkwestie is

“Het begint zelden met een klap,” zegt Ineke Boerefijn. “Maar met controle, klein maken, grenzen verschuiven.” Geweld tegen vrouwen blijft een hardnekkig en groeiend mensenrechtenprobleem, ook in Nederland. Tussen 25 november en 10 december vindt wereldwijd de campagne Orange the World plaats, van de Internationale Dag tegen Geweld tegen Vrouwen en Meisjes tot de Internationale Mensenrechtendag. Beleidsadviseur Ineke Boerefijn en voorzitter Rick Lawson van het College voor de Rechten van de Mens leggen uit wat de oorzaken van dit geweld zijn, bespreken de nieuwste evaluatie van GREVIO en benadrukken de verantwoordelijkheid van overheid en samenleving om niet weg te kijken.

Onderzoek toont minder woondiscriminatie bij woningbezichtiging

Woningzoekenden krijgen steeds meer gelijke kansen in de particuliere huursector. Dat blijkt uit de vierde Landelijke monitor discriminatie bij woningverhuur. Voor het eerst wordt geen hard bewijs meer gevonden van discriminatie op basis van afkomst, seksuele voorkeur of geslacht van geïnteresseerden voor een woningbezichtiging. Wel gaat meer dan de helft van de verhuurbemiddelaars in op verzoeken om bepaalde groepen huurders uit te sluiten, ondanks toegenomen bewustzijn dat dit discriminerend is.

Omgeving

SCP: overheid, verwacht niet teveel van zelfredzaamheid en participatie van ouderen

Veel ouderen doen volop mee aan de samenleving. Ze zetten in op hun zelfstandigheid en gezondheid, doen vrijwilligerswerk, zorgen voor (klein)kinderen en sluiten aan bij ouderengroepen voor sociaal contact. Uit het onderzoek Doe je mee?! – Perspectieven op 'zinvolle' participatie van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) blijkt dat beleid uit moet gaan van realistische verwachtingen als het gaat over het stimuleren van ouderen om langer zelfstandig te blijven en mee te doen aan de samenleving. Het is belangrijk rekening te houden met het feit dat ouder worden niet volledig maakbaar is en dat er grenzen zitten aan meedoen.

Zorg & Sociaal