In het Hoofdlijnenakkoord is te lezen dat dat er alternatief beleid moet komen als de klimaatdoelen voor 2030 en 2050 niet bereikbaar lijken. Het PBL reageert nu dat de tijd tot 2030 zo kort is dat er nu al alternatief beleid moet worden voorbereid, zodat de doelen weer binnen bereik komen. Daarbij is het belangrijk dat er naast aandacht voor het “hier en nu” ook aandacht voor “elders en later” is.
De reflectie van PBL begint met het positieve nieuws. De mogelijke uitbreiding van de maatwerkaanpak voor de industrie, de beoogde steun voor burgers en kleine ondernemers bij verduurzaming van woningen en bedrijfspanden, de ambitie om onder regie van het kabinet de netcongestie op te lossen, de invoering van meer bedrijfsspecifieke emissiedoelen in de landbouw en een vliegbelasting gedifferentieerd naar afstand, hebben volgens het PBL een potentieel gunstig effect.
Maar, zegt het PBL, in het akkoord staan ook voornemens, die afdoen aan het halen van de klimaatdoelen. Deze zijn vaak concreter zijn geformuleerd, bijvoorbeeld aanpassingen in de energiebelasting en accijnzen, het terugdraaien van de eerder aangekondigde verhoging van de CO2-heffing en het schrappen van de verplichting om vanaf 2026 bij de vervanging van een verwarmingsketel, een warmtepomp te installeren. Deze maatregelen “brengen de doelen eerder verder weg dan dichterbij”.
Door de val van het kabinet Rutte IV en vertraging in de uitwerking van beleid zijn de klimaatdoelen verder uit zicht geraakt. “Dit heeft de opgave voor het nieuwe kabinet om de doelen te halen groter gemaakt” staat in de reflectie. Daarop volgt: “Gegeven deze startpositie voor het nieuwe kabinet is de set aan voorgenomen maatregelen in het Hoofdlijnenakkoord per saldo waarschijnlijk onvoldoende om de in de Klimaatwet vastgelegde doelstelling van 55 procent reductie in 2030 te halen. Dit geldt ook voor de Europese doelen voor energiebesparing en hernieuwbare energie en het doel om de methaanemissies in 2030 met 30 procent te reduceren ten opzichte van 2020.”
Ook is er “minder aandacht voor klimaatneutraliteit in 2050”. De Europese en mondiale doelen voor 2030, 2040 en 2050 vragen het kabinet “flinke stappen te zetten om het bereiken van deze doelen voor de langere termijn in zicht te houden - met het oog op de leefbaarheid van onze planeet op langere termijn”.
Dit vraagt naast effectief Nederlands beleid, ook internationale samenwerking. “Alleen via effectieve internationale samenwerking op bijvoorbeeld het gebied van klimaat kan de kwetsbaarheid van Nederland als laagliggende delta verminderd worden.”
Bijlage
Over de auteurs
Gerelateerd nieuws
Geen reductiebevel voor Shell in hoger beroep: wat betekent dit?
Groen aanbesteden: een aanzwellende trend
Klimaat
Case Study: Klimaatbestendige haven van Amsterdam
Omgeving