Stapelfacturen

De Rekenkamer heeft het in die vierde paragraaf dan ook over een onderwerp dat weliswaar niet tot de (minstens vier jaar) ‘bestaande onvolkomenheden’ (Algemene Rekenkamer, 2023 (3), pag. 6) wordt gerekend maar al wel langjarig een kiezel in de AR - (én VWS?) schoen blijkt te zijn. Paragraaf 4 van het AR rapport gaat nl. over de zogenoemde stapelfacturen bij de inning van de eigen bijdrage op grond van de Wlz en/of die op grond van de Wmo.

Het begrip ‘stapelfactuur’ dook al op in een uit 2016 stammend rapport van de Nationale Ombudsman over het eigen onderzoek naar de “informatieverstrekking over de eigen bijdrage involge de Wmo” (Nationale Ombudsman, 2016) (4). Uit het onderzoek kwam onder meer naar voren dat door diverse vertragingen in de administratie Wmo gebruikers regelmatig geconfronteerd werden met hoge rekeningen voor het innen van hun eigen bijdrage, simpelweg omdat die pas na verloop van tijd en intussen bij elkaar opgeteld op de deurmat terechtkwamen. Het intussen ontstane bedrag kon door velen niet in een keer worden betaald, met alle gevolgen van dien.

Diverse pogingen

Er zijn door/vanuit VWS, dat in de woorden van de Rekenkamer verantwoordelijk is voor het wettelijk stelsel van de Wmo en dus ook maatregelen moet nemen als dit stelsel niet functioneert, al diverse pogingen ondernomen om de problematiek rond de stapelfacturen op te lossen. Zo werd in 2017 een internetconsultatie opgezet rond het ‘Ontwerpbesluit aanlevertermijn cliënt en zorggegevens’ die (waarschijnlijk) in 2019 uitmondde in een aanpassing van de uitvoering van de Wmo, die tot doel had om stapelfacturen te voorkomen (Stcrt 2019, 61945) (5). Maar deze aanpassing lijkt niet tot het gewenste resultaat te hebben geleid. Zo meldde de Nationale Ombudsman in 2022 dat er bij deze instantie nog steeds klachten over stapelfacturen voor de Wmo eigen bijdrage binnenkwamen.

Ook de Rekenkamer zelf kreeg bij een onderzoek naar betalingsregelingen in 2023 signalen hierover en dan vooral ook signalen dat deze stapelfacturen leidden tot betalingsproblemen bij de betrokkenen. Dit werd ook opgemerkt door de Cliëntenraad van het Centraal Administratiekantoor (CAK), dat de eigen bijdragen moet innen. De Cliëntenraad wijst er daarbij op dat de problemen kunnen leiden tot onzekerheid en dat juist bij heel kwetsbare burgers, die immers niet zelfredzaam zijn.

Gebruikers Wmo voorzieningen en Wlz aanbod

Daarbij komt dan ook nog dat de stapeling van te betalen eigen bijdragen niet alleen voorkomt bij gebruikers van Wmo voorzieningen maar ook, als gevolg van dezelfde vertragingen, bij gebruikers van verstrekkingen op basis van de Wlz. Ook voor de inning hiervan is het CAK verantwoordelijk. Voor die burgers die als gevolg van hun beperkingen of aandoeningen een beroep moeten doen op zowel de door de gemeente geboden Wmo voorzieningen als het via de zorgverzekeraars verstrekte Wlz aanbod kan dit dus een stapeling van stapelfacturen betekenen.

Naar aanleiding van deze signalen heeft de Rekenkamer de minister van VWS, die naast haar verantwoordelijkheid voor het wettelijk stelsel van zowel Wmo als Wlz óók een toezichtverplichting op het CAK heeft, gevraagd of zij op de hoogte is van het aantal burgers dat problemen ervaart met stapelfacturen voor eigen bijdragen voor Wmo- ondersteuning en/of Wlz- zorg.

Veel informatie niet bekend

Daarnaast is ook gevraagd of er, naar aanleiding van de signalen, ook daadwerkelijk actie is ondernemen. De antwoorden zijn, op zijn zachtst gezegd, verontrustend: het blijkt nl. dat de minister niet weet hoeveel stapelfacturen er worden uitgeschreven en (dus) ook niet hoeveel Wmo en/of Wlz cliënten deze facturen ontvangen. Ook is (dus) niet bekend hoe vaak deze cliënten een stapelfactuur ontvangen en om welke bedragen het gaat.

Verschillende wetten

Dat de minister dit niet weet heeft, zo geeft de Rekenkamer aan, diverse oorzaken. Het gaat namelijk niet alleen om een ontoereikende informatievoorziening vanuit, bijv., het CAK of de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) als tweede toezichthouder van dit CAK , maar óók om de inrichting van de wetgeving en de daardoor veroorzaakte keten. Burgers met een zorgvraag moeten voor hun zorg of ondersteuning immers een beroep doen op twee verschillende wetten, met verschillende financieringsstromen en meerdere uitvoerings- en toezichtspartijen en rollen. De voorwaarden voor toegang, i.c. indicatiestelling zijn ook verschillend net als de uitvoerende partijen.

De meest kwetsbare burgers

Een en ander is onder meer het gevolg van het besluit om de bij de wetswijzigingen in 2015 een deel van de voorzieningen voor zorg en ondersteuning tot taak van de gemeenten te maken en een ander deel tot dat van de zorgverzekeraars ic de zorgkantoren. Voeg daarbij dan besluiten over de toedeling van taken aan ministerie, gemeenten, CAK en NZa en het wordt duidelijk dat er rond het voorzieningenaanbod van de meest kwetsbare burgers – zij die als gevolg van beperkingen of aandoeningen níet zelfredzaam zijn en óók professionele hulp en ondersteuning nodig hebben – een ondoorgrondelijk web van verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid is opgetrokken. Met o.a. dus financiële onduidelijkheid en onzekerheid tot gevolg voor burgers die juist ook vaak op dat gebied over de minste weerbaarheid beschikken. Het hoeft niet te verwonderen dat ook deze burgers, zoals de Cliëntenraad van het CAK ook aangeeft, hun vertrouwen in de overheid en de daaraan verbonden organisaties gaandeweg is kwijtgeraakt.

“Geef langdurige politieke prioriteit aan vereenvoudiging van regelingen voor bestaanszekerheid”.

Hun positie of hun rechtszekerheid waren vermoedelijk niet de aanleiding voor het instellen van staatscommissie voor de Rechtsstaat van wie het recent uitgebrachte rapport wél de volle aandacht kreeg (Staatscommissie Rechtstaat, 2024) (6). Toch zijn de adviezen die deze commissie geeft om, na de gebroken belofte van de Nederlandse rechtstaat, het vertrouwen weer te herstellen ook voor hen van belang. Voor de burgers die aanspraak kunnen en moeten maken op Wmo – en Wlz voorzieningen denk ik daarbij, naast adviezen 2 (“Versterk het rechtsstatelijk kompas binnen alle onderdelen van de overheid”) en 3 (“Geef uitvoeringsorganisaties de mogelijkheid een rode kaart te trekken”) vooral ook aan advies 6: “Geef langdurige politieke prioriteit aan vereenvoudiging van regelingen voor bestaanszekerheid”.

Aanpassing eigen bijdrage regeling voor Wmo voorzieningen

Er wordt op dit moment immers weer gedacht over een aanpassing van de eigen bijdrage regeling voor Wmo voorzieningen. Het abonnementstarief dat nu geldt zou moeten worden vervangen door een inkomensafhankelijke vaststelling van de te betalen bijdrage. Enerzijds komt dit tegemoet aan de ervaren rechtsongelijkheid tussen de financieel beter en minder goed gesitueerde Wmo cliënten, maar anderzijds is nu al te voorzien dat hierdoor het duurzaam vaststellen én innen van de eigen bijdragen alleen nog maar moeizamer zal gaan verlopen. De ervaringen met de eigen bijdrage berekeningen voor de eigen bijdrage voor verstrekkingen op basis van de Wlz zijn leerzaam genoeg.

Wetgeving overzichtelijker en eenvoudiger maken

Misschien wordt het tijd om toch maar weer eens naar het stelsel zelf te gaan kijken en de wetgeving rond zorg en ondersteuning overzichtelijker en eenvoudiger te maken. Het lijkt erop dat er een staatssecretariaat voor langdurige én maatschappelijke zorg (gezamenlijk) wordt ingericht. Dit zou, net als de hiervoor genoemde motie van Kamerlid Dijk, een basis kunnen bieden voor het gewenste vereenvoudigingsproces. Mits de politieke wil voor het beschermen van de meest kwetsbare burgers in Nederland er dan ook daadwerkelijk is, natuurlijk.

1. https://www.rekenkamer.nl/publicaties/rapporten/2024/05/15/resultaten-verantwoordingsonderzoek-2023-ministerie-van-volksgezondheid-welzijn-en-sport

2. https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/moties/detail?id=2024Z09305&did=2024D219470

3. https://www.rekenkamer.nl/publicaties/rapporten/2024/05/15/resultaten-verantwoordingsonderzoek-2023-ministerie-van-volksgezondheid-welzijn-en-sport

4. https://www.nationaleombudsman.nl/publicaties/onderzoeken/onderzoek-naar-informatieverstrekking-over-eigen-bijdrage-wmo

5. https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2019-61945.html

6. https://www.staatscommissierechtsstaat.nl/onderwerpen/rapport

Over de auteurs

  • Rick Kwekkeboom

    Rick Kwekkeboom is Lector Langdurige zorg en Ondersteuning aan de Hogeschool van Amsterdam. Rick Kwekkeboom (1958) studeerde na haar eindexamen Gymnasium B Huishoudwetenschappen aan de toenmalige Landbouwhogeschool in Wageningen. Binnen deze studierichting specialiseerde zij zich in maatschappelijke en geestelijke gezondheidszorg. Na projectmedewerker te zijn geweest bij het NIMAWO, startte zij in 1985 als wetenschappelijk ambtenaar bij het Stafbureau Onderzoek van het Directoraat Generaal Welzijn van het ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur. In 1991 stapte zij over naar het Sociaal en Cultureel Planbureau waar zij onderzoek deed naar het lokale beleid en voorzieningenaanbod voor mensen met langdurige beperkingen. In 2001 promoveerde zij op een onderzoek naar het draagvlak en de draagkracht voor de vermaatschappelijking in de geestelijke gezondheidszorg. Tussen 2003 en 2009 combineerde zij haar functie bij het SCP met die van lector Vermaatschappelijking in de Zorg bij Avans Hogescholen. In januari 2010 werd zij lector Community Care bij de Hogeschool van Amsterdam. In 2018 werden naam en onderzoeksprogramma van het lectoraat gewijzigd in ‘Langdurige zorg en ondersteuning’ Rick Kwekkeboom probeert nog altijd om zich naast haar werk te bekwamen als textielkunstenares. Zij volgde hiervoor o.a. een opleiding in Stockholm, Zweden.

Gerelateerd nieuws

"Onderzoek naar welzijn helpt om te begrijpen wat jongeren gelukkig maakt"

Mentale gezondheid van jongeren ligt, zeker sinds de pandemie, onder een vergrootglas. Promovenda Kayla Green (Erasmus School of Social and Behavioural Sciences) kijkt liever naar het welzijn van jongeren. Samen met jongeren ontwikkelde ze een aanpak om welzijn beter te kunnen meten. Jongeren ervaren onder meer veel schoolgerelateerde stress en ook blijkt dat financiële stress een voorspeller is van verminderd welzijn.

Zorg & Sociaal

Landelijke gezondheidsdoelen nodig om zorg toegankelijk en betaalbaar te houden

De kloof tussen de zorgvraag en het zorgaanbod wordt steeds groter. Door de zorg anders te organiseren wordt er al veel bereikt. Maar dit is niet genoeg. De zorgkloof verkleinen we alleen als de samenleving gezonder wordt. Met overkoepelende gezondheidsdoelen kunnen de overheid en de hele samenleving hier gericht aan werken. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) pleit om die reden in de Stand van de zorg 2024 voor het wettelijk vastleggen van niet-vrijblijvende gezondheidsdoelen.

Zorg & Sociaal

“Dit kan en moet minder” in jeugdzorg niet geloofwaardig

In het regeerprogramma van het kabinet Schoof staan een aantal behartigenswaardige zaken opgetekend over de jeugdzorg. Zo staat er dat nu één op de zeven jongeren een beroep op jeugdzorg doet, waar dit in 2000 nog één op de 27 was. Volgens hetzelfde programma “kan en moet dat minder, want dit is (ook financieel en qua arbeidsmarkt) niet houdbaar”. Om dit beroep te verminderen is het nodig dat er een wet over de inperking van de toegang tot de jeugdzorg in het Staatsblad komt. Het kabinet geeft aan dit te gaan opstellen. Maar hoe geloofwaardig is dit als het Rijk en de VNG dit al in 2021 hebben afgesproken? Het woord wetsvoorstel staat maar liefst 91 keer in het regeerprogramma. Opvallend is dat in tegenstelling tot de meeste wetsvoorstellen er voor deze geen tijdspad is opgenomen. Recent zien we de financiële tekorten in de jeugdzorg verder oplopen. Daarom moet er gekozen worden voor inperking én een inkomensafhankelijke ouderbijdrage.

Zorg & Sociaal

Contracteren integere zorgaanbieders: Begin bij het begin!

Publieke gelden bestemd voor de zorg, horen ook aan zorg te worden besteed. Helaas is dat lang niet altijd het geval. Dat blijkt onder meer uit een interessant onderzoek door de Algemene Rekenkamer in 2022 naar de effectiviteit van zorgfraudebestrijding ‘Een zorgelijk gebrek aan daadkracht’. Ook verschijnen hierover regelmatig berichten in de media.

Zorg & Sociaal