Hoe gaat het met studenten?

Hoewel het in 2023 beter lijkt te gaan met de mentale gezondheid en het welzijn van studenten dan in 2021, heeft nog steeds een aanzienlijke groep studenten last van mentale gezondheidsproblemen. Ongeveer 44% van de hbo- en wo-studenten had in 2023 symptomen van mentale gezondheidsproblemen in de afgelopen vier weken, waarvan de meerderheid van matige ernst was. 33% van de mbo-studenten ervaart angst en somberheid.

Welke zorgen hebben studenten?

Studenten hebben zorgen over hun persoonlijke leven en over maatschappelijke problemen. Overmatige stress en prestatiedruk zijn de meest gehoorde klachten bij hbo-, wo- en mbo-studenten. Zo ervaren ze met stip op nummer één stress die samenhangt met hun studie of opleiding. Daarnaast ervaren studenten stress van persoonlijke worstelingen, werk en zorgen over hun toekomst. Deze stress van persoonlijke problemen en dagelijkse verplichtingen hangt vaak samen met andere mentale uitdagingen zoals emotionele problemen of eenzaamheid.

Daarnaast maken studenten zich zorgen over hun financiële zekerheid, zowel nu als in de toekomst. Hierbij gaat het onder andere over stress door de hoge kosten van het dagelijks leven. Een grote groep studenten moet (veel) werken naast hun studie om rond te komen. Bij hbo- en wo-studenten draagt ook het huidige leenstelsel en (hoge) studieschulden bij aan financiële onzekerheid. Mbo-studenten moeten daarentegen vaak thuis financieel bijdragen en hebben te maken met lagere stagevergoedingen en baanonzekerheid.

Verder levert de krappe woningmarkt, klimaatverandering en polarisatie in de samenleving studenten veel stress op. Voor een iets kleinere groep studenten zorgen internationale spanningen, oorlogen, discriminatie en uitsluiting van (groepen) mensen, voor stress. Mbo-studenten hebben zelf ook te maken met stagediscriminatie en onderwaardering ten opzichte van hbo- en wo-studenten. Achter al deze zorgen liggen grote maatschappelijke problemen.

Welke (maatschappelijke) factoren spelen een rol bij mentale gezondheid?

Studenten die financieel onder druk staan of weinig sociale ondersteuning ervaren, hebben een hoger risico op somberheids- en angstklachten. Financiële stress, bijvoorbeeld door hoge studieleningen en langstudeerboetes, maakt het ook moeilijker voor studenten om te studeren en om zich op hun werk te concentreren. Zelfs in verder goede omstandigheden. Deze negatieve spiraal kan op den duur leiden tot chronische stress en/of mentale gezondheidsproblemen.

Betaalbare woonruimte

Ook het moeilijk kunnen vinden van geschikte en betaalbare woonruimte kan spanning opleveren bij studenten. En als ze wel een woning of kamer hebben, kunnen hoge huurprijzen zorgen geven over het rondkomen aan het einde van de maand of over het oplopen van schulden. Sommige studenten zijn hierdoor afhankelijk van familieleden of leningen, wat ook weer stress en spanning kan veroorzaken. Als dit langdurig aanhoudt, kan het leiden tot chronische stress en/of mentale gezondheidsproblemen, die invloed kunnen hebben op hun werkprestaties, studieprestaties en sociale relaties.

Baanzekerheid

Het na je studie kunnen vinden of hebben van werk is een belangrijke beschermende factor voor de mentale gezondheid. Wanneer er een hoge werkeloosheid is, ontstaat er onzekerheid over de baankansen van studenten. Hbo- en wo-studenten ervaren daardoor druk om zich zo goed mogelijk te kwalificeren voor de arbeidsmarktdoor door bijvoorbeeld met hoge cijfers te slagen en allerlei extra-curriculaire activiteiten. Mbo-studenten voelen druk om ‘omhoog’ te klimmen door een vervolgstudie te doen – wat vaak weer gepaard gaat met langstudeerboetes. Ook maken mbo-studenten zich zorgen over hun toekomst op de arbeidsmarkt: kan ik wel een baan vinden? En als ik dan een baan gevonden heb, is het salaris voldoende om van rond te komen?

Sociale steun en erkenning

Vaak gaat het in het leven van studenten en jongvolwassenen dus niet om één factor die stress veroorzaakt, maar om allerlei dingen die verband houden met elkaar. Deze factoren bij elkaar opgeteld kunnen leiden tot mentale gezondheidsproblemen. Daartegenover staat een aantal factoren dat een positief effect heeft op het welzijn van studenten. Zoals (veel) sociale steun, binding met elkaar en met docenten, erkenning, waardering, voldoende tijd voor ontspannende of energie gevende activiteiten en het hebben van een (bij)baan van minimaal 16 uur per week. Ook is het belangrijk dat studenten zich vaardig en veerkrachtig voelen om om te kunnen gaan met stress en druk. Zo kunnen ze gezonde coping mechanismen ontwikkelen in plaats van ongezonde coping door bijvoorbeeld overmatig gebruik van alcohol en cannabis of oneigenlijk gebruik van concentratie verhogende middelen.

Hoe nu verder?

Omdat er dus zóveel verschillende factoren van invloed zijn op de mentale gezondheid en het welzijn van studenten, is het belangrijk om het bevorderen ervan vanuit verschillende invalshoeken aan te pakken. Ofwel, een integrale benadering waarbij onderwijs-, zorg- en beleidsprofessionals met elkaar samenwerken. Zo'n benadering bestaat uit het bevorderen van mentale gezondheidsvaardigheden zoals het omgaan met stress en druk; ondersteuning bij het omgaan met geld; acties die zorgen voor een gezonde steunende omgeving op en rond onderwijsinstellingen; en lokaal en nationaal beleid dat dit alles mogelijk maakt voor onderwijsinstellingen. Hier wordt momenteel hard aan gewerkt met onder andere de programma’s Gezonde School, Stijn studentenwelzijn, Welbevinden op School en Helder op School.

Bij een aanpak om het welzijn van studenten te verbeteren is het ook van groot belang om oog te hebben voor de sociale en economische factoren die invloed hebben op de mentale gezondheid. Zodat we de ‘oplossingen’ niet alleen bij de individuele student en het onderwijs leggen, maar ook de rol van grotere maatschappelijke problemen erkennen en waar mogelijk aanpakken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan herinvoering van de basisbeurs en laagdrempelige financiële ondersteuningsmogelijkheden om financiële druk te verminderen. Maar ook aan extra regelingen voor starters op de woningmarkt en het bespreekbaar maken van de zorgen die studenten en jongvolwassenen kunnen hebben. Zodat elke student een gelijkwaardige kans heeft om zich (mentaal) gezond te kunnen ontwikkelen.

Over de auteurs

  • Jolien Dopmeijer

    Jolien Dopmeijer is projectleider studenten van het Trimbos-instituut en houdt zich onder meer bezig met de mentale gezondheid van studenten en jongvolwassen op het mbo, hbo en wo.

  • Laura Shields - Zeeman

    Laura Shields - Zeeman is Programmahoofd Mentale gezondheid & Preventie bij Trimbos

Gerelateerd nieuws

NPD-monitor: partijen missen visie op uitvoerbaarheid beleid en publieke dienstverlening

Het Netwerk van Publieke Dienstverleners (NPD) concludeert in de nieuwste NPD-monitor dat veel politieke partijen in hun verkiezingsprogramma’s te weinig aandacht besteden aan de uitvoerbaarheid en eenvoud van beleid. Volgens het netwerk ontbreekt in tal van programma’s een samenhangende visie op hoe publieke organisaties beleid daadwerkelijk kunnen uitvoeren, en hoe regelgeving begrijpelijk blijft voor burgers.

Bouw sneller, maar houd de rechtsstaat heel

De roep om minder bezwaarprocedures bij woningbouwprojecten klinkt steeds luider. Verschillende politieke partijen willen de rechtsbescherming inkorten om sneller te kunnen bouwen. Ook het 'schrappen van regels' wordt als een stoere oplossing gepresenteerd. Dat klinkt aantrekkelijk – tot je ziet hoe het in de praktijk werkt.

Omgeving

Wet veiligheidsonderzoeken (Wvo) aangenomen in Eerste Kamer

De Eerste Kamer heeft eind september het voorstel voor de aangepaste Wet veiligheidsonderzoeken (Wvo) aanvaard. De wet is aangepast om meer flexibiliteit voor veiligheidsonderzoeken te bieden aan sectoren waar medewerkers veelvuldig van werkgever wisselen. De wet zal naar verwachting vanaf begin 2026 stapsgewijs in werking treden en in afstemming met alle inzenders in de praktijk worden ingevoerd.

Politiek ontwijkt eigen rol bij vereenvoudiging wet- en regelgeving

Na jaren van vele ambtelijke rapporten over de noodzaak zetten politieke partijen vereenvoudiging van regels en toeslagenstelsel nadrukkelijk op de agenda in hun verkiezingsprogramma’s. De vraag is alleen of de praktijk gaat veranderen, aangezien de grondoorzaken niet worden aangepakt en partijen slechts beperkt reflecteren op hun eigen rol in het ontstaan van complexe regelgeving. Ook gaan ze niet in op de pijnlijke keuzes die vereenvoudiging vereist.