Structuurmaatregelen

De Rekenkamer signaleert een gebrek aan samenhang tussen risicoanalyses, integriteitsbeleid en evaluaties. Op de meeste ministeries worden risicoanalyses voor integriteit nauwelijks of niet uitgevoerd. Hoewel alle ministeries wel een vorm van integriteitsbeleid hebben, zijn de verschillen in uitwerking groot en ontbreekt vaak een overkoepelend document met concrete doelstellingen. Daarnaast wordt het integriteitsbeleid bij de meeste ministeries niet regelmatig geëvalueerd.

Bij veel departementen is de rol van de integriteitscoördinator voldoende verankerd en onafhankelijk, maar bij sommige is dit slechts gedeeltelijk of onvoldoende het geval. Dit kan ertoe leiden dat de coördinator te weinig tijd, aandacht of middelen heeft om het integriteitsbeleid effectief uit te voeren.

De meeste ministeries hebben een meldregeling die voldoet aan de eisen, maar bij enkele is dat nog niet het geval. Wat betreft onderzoeksprotocollen is de Baseline Intern Persoonsgericht Onderzoek (BIPO) een goed initiatief, maar deze moet worden afgestemd op de specifieke context van elk ministerie. Bij de helft van de ministeries is dit nog niet op orde.

Ook wordt er te weinig gedaan om leidinggevenden structureel te ondersteunen in hun rol bij integriteitskwesties. Zij spelen een cruciale rol in het bevorderen van een integere cultuur, maar geven aan dat ze onvoldoende steun krijgen om deze rol goed te vervullen. Positief is dat de vertrouwenspersonen op de meeste departementen goed gepositioneerd zijn.

Cultuurmaatregelen

De Rekenkamer benadrukt dat voorbeeldgedrag van leidinggevenden sterk samenhangt met de cultuur op de departementen. Medewerkers geven aan dat hun leidinggevenden meestal het goede voorbeeld geven, maar dat dit gedrag zichtbaarder kan worden uitgedragen.

Integriteitsbeleid wordt nog te vaak ad hoc ontwikkeld na incidenten, in plaats van structureel ingebed te zijn in de organisatiecultuur. De Rekenkamer constateert dat integriteit vaak pas aandacht krijgt na (grote) incidenten.

Medewerkers die integriteitsschendingen niet melden, doen dit vaak vanwege een gebrek aan vertrouwen in de veiligheid van de meldprocedure of uit angst voor de gevolgen voor hun eigen positie.

Coördinerende rol van de minister van BZK

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft een coördinerende rol in het integriteitsbeleid. De Rekenkamer merkt op dat de minister nog onvoldoende zicht heeft op de inrichting en werking van het integriteitsbeleid op de verschillende departementen. Hierdoor wordt er te weinig actie ondernomen richting departementen waar het beleid tekortschiet. Er ontbreekt bovendien een duidelijke visie op hoe de coördinerende rol moet worden ingevuld.

Aanbevelingen

De Algemene Rekenkamer doet verschillende aanbevelingen om het integriteitsbeleid te verbeteren:

Aan de minister van BZK:

  • Geef actief invulling aan de coördinerende rol

  • Ontwikkel een praktisch instrument voor risicoanalyses

  • Stel een kader op voor de positionering van integriteitscoördinatoren.

  • Ontwikkel een heldere visie op integriteit en het integriteitsbeleid binnen de Rijksoverheid.

  • Houd actief zicht op de werking van het integriteitsbeleid op de departementen en ga hierover in gesprek.

Aan de individuele ministers:

  • Zorg voor een goed en samenhangend geheel van risicoanalyses, integriteitsbeleid en evaluaties

  • Versterk de positie van integriteitscoördinatoren.

  • Maak meld- en onderzoeksprotocollen concreet, actueel en operationeel

  • Maak leidinggevenden handelingsbekwaam in integriteitsvraagstukken.

  • Geef integriteit continue aandacht op alle niveaus, vooral aan de top.

  • Draag integriteit als thema proactief uit

  • Benoem integriteit als positieve waarde

  • Stem integriteitsmaatregelen af op de specifieke organisatiecontext.

De Rekenkamer onderstreept dat een combinatie van structurele en culturele maatregelen essentieel is voor een effectief integriteitsbeleid. Beide pijlers moeten in samenhang worden opgepakt.

Gerelateerd nieuws

De grens tussen hulpmiddel en AI in besluitvorming

Steeds vaker duikt kunstmatige intelligentie (AI) op in bestuurlijke besluitvorming, van vergunningsaanvragen tot asielprocedures. De vraag is dan wanneer een digitaal hulpmiddel als AI wordt beschouwd. En welke verantwoordelijkheden daaruit volgen voor transparantie, toetsing en documentatie.

Europees Parlement zwakt duurzaamheidsregels af: "Verraad aan mens en planeet"

Het Europees Parlement heeft in Straatsburg het zogenaamde Omnibus I-pakket aangenomen, dat de Europese duurzaamheidsregels aanzienlijk versoepelt. Dit besluit, dat door wetgevers als lastenverlichting voor bedrijven wordt gepresenteerd, leidt tot scherpe kritiek van mensenrechten- en milieuorganisaties. Organisaties als Amnesty International en de European Coalition for Corporate Justice (ECCJ) spreken van een ontmanteling van de kern van de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD) en een "verraad aan mens en planeet".

Uitstel wet loontransparantie: wat betekent dit voor uw organisatie?

De invoering van de Wet implementatie Richtlijn loontransparantie mannen en vrouwen laat langer op zich wachten dan gepland. Het oorspronkelijke tijdpad voor behandeling en inwerkingtreding blijkt niet haalbaar en de wetgever heeft aangegeven dat er meer tijd nodig is om de regels zorgvuldig uit te werken. De invoering in Nederland schuift daarmee op: waar Europa eist dat de regels uiterlijk 7 juni 2026 zijn ingevoerd, mikt de wetgever nu op een nationale inwerkingtreding per 1 januari 2027.

Laat gezonde bedrijfsvoering niet afhangen van Brusselse politici

Op donderdag 13 november heeft het Europees Parlement in een stemming aangegeven in meerderheid voorstander te zijn van een verdere afzwakking van duurzaamheidsrichtlijnen voor bedrijven. Zowel in het aantal bedrijven dat hierdoor geraakt gaat worden (- 90%), als in de detaillering van de verplichtingen stellen ze forse wijzigingen voor. Lees hieronder de bijdrage van Tjeerd Krumpelman en Brigitte de Graaff.